2E chapitre 1 voc G + bijv. nw vr 01-11-2019

Wat betekent 'oublier'
A
zoeken
B
vinden
C
vergeten
D
vragen
1 / 19
suivant
Slide 1: Quiz
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Wat betekent 'oublier'
A
zoeken
B
vinden
C
vergeten
D
vragen

Slide 1 - Quiz

Wat betekent 'je suis en retard' ?
A
Ik ben te vroeg
B
Ik ben op tijd
C
Ik ben jarig
D
Ik ben te laat

Slide 2 - Quiz

Julien est sportif. Julia est _________
A
sportiefe
B
sportive
C
sportife
D
sportives

Slide 3 - Quiz

'Vous avez raison' betekent ....
A
Wij hebben gelijk
B
U heeft nooit gelijk
C
Jullie hebben gelijk
D
Wij hebben ongelijk

Slide 4 - Quiz

'vorige week' is 'la semaine _______'

Slide 5 - Question ouverte

'enig kind' = enfant _______

Slide 6 - Question ouverte

Wat betekent 'pourquoi' ?
A
daarom
B
wie
C
waarom
D
wanneer

Slide 7 - Quiz

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een ________

Slide 8 - Question ouverte

Paul est grand. Julia est ________

Slide 9 - Question ouverte

Marc est beau. Sophie est ______

Slide 10 - Question ouverte

Monsieur Legrand est gentil.
Madame Legrand est __________

Slide 11 - Question ouverte

Welk woord is GEEN bijvoeglijk naamwoord
A
petit
B
minuit
C
dernier
D
belle

Slide 12 - Quiz

'Waarschijnlijk' is in het Frans _______?

Slide 13 - Question ouverte

Ze heeft blond haar.

Slide 14 - Question ouverte

Hij heeft blauwe ogen.

Slide 15 - Question ouverte

Wat betekent 'drôle'?

Slide 16 - Question ouverte

Wat betekent 'à bientôt'?
A
tot zaterdag
B
tot maandag
C
tot zondag
D
tot gauw

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Vidéo

Welke Franse bijvoeglijke naamwoorden heb je voorbij zien komen in het filmpje?

Slide 19 - Question ouverte