2vwo-chapitre 2-bijvoeglijke naamwoorden 1

Elle est comment?
1 / 11
suivant
Slide 1: Question ouverte
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Elle est comment?

Slide 1 - Question ouverte

Slide 2 - Vidéo

Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 3 - Quiz

Wat is een
bijvoeglijk naamwoord?
A
Dat zijn namen van mensen, dieren of dingen.
B
Dat zegt iets over zelfstandige naamwoorden.
C
Dat is een werkwoord.

Slide 4 - Quiz

Wat is geen bijvoeglijk naamwoord ?
A
beau
B
petit
C
pourquoi
D
rouge

Slide 5 - Quiz

Een bijvoeglijk naamwoord....
A
zegt iets over een zelfstandig naamwoord
B
zegt iets over een werkwoord

Slide 6 - Quiz

Jaques fait de très ________ tartes(v). (lekker)

A
bon
B
bonne
C
bons
D
bonnes

Slide 7 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?
fleurs (v) = bloemen
A
Les fleurs sont rouge
B
Les fleurs sont rougees
C
Les fleurs sont rouges

Slide 8 - Quiz

Bijvoeglijk naamwoord: wat is juist?
A
La plage est beau.
B
La plage est beaux.
C
La plage est belle.
D
La plage est belles.

Slide 9 - Quiz

Complète la phrases:
Madame Legrand est une prof très _______ (oud)
A
vieux
B
vieuxe
C
vieilles
D
vieille

Slide 10 - Quiz

réagis au message de Sandrine
les devoirs:
apprendre Chapitre 2 D Grammaire
faire les exercices D
écris une réponse à Sandrine

Slide 11 - Diapositive