Blok 1 - thematoets
1 / 19
La durée de la leçon est: 20 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Schrijf het bijvoeglijk naamwoord op!
Ik heb een geweldige moeder.
Slide 2 - Question ouverte
Een bijvoeglijk naamwoord vertelt iets over....
A
een werkwoord
B
een lidwoord
C
een voorzetsel
D
een zelfstandig naamwoord
Slide 3 - Quiz
Schrijf het bijvoeglijk naamwoord op!
Zij maakt altijd heerlijke taartjes.
Slide 4 - Question ouverte
Slide 5 - Diapositive
Schrijf het voorzetsel op!
Ik woon in Hilversum.
Slide 6 - Question ouverte
Schrijf het voorzetsel op!
Mijn vriendin woont naast mij.
Slide 7 - Question ouverte
Welk woord past in de zin?
Ik loop de straat ....
Ik ga .......... het voetbalveld.
Ik pak een boek ... de plank.
Ik betaal .... de kassa
aan
naar
in
van
Slide 8 - Question de remorquage
Slide 9 - Diapositive
In welke zin wordt het woord goed gebruikt?
A
In een portiek kun je schuilen.
B
In een portiek wordt je nat.
C
Mijn verjaardag vier ik in het portiek,
Slide 10 - Quiz
Wat betekent het woord
terechtkomen
A
iets toevoegen
B
iets ontdekken
C
ergens toevallig aankomen
Slide 11 - Quiz
Welk woord hoort er niet bij? Sleep dat woord naar de prullenbak.
het raamkozijn
de voorgevel
de betekenis
Slide 12 - Question de remorquage
Slide 13 - Diapositive
Welk woorden kun je eraan vast schrijven. Sleep deze drie woorden er naar toe.
bruids......
paar
klas
duo
taart
meisje
getuige
