Je koopt 500 horloges in tegen een prijs van €10,00 per stuk. Je verkoopt de horloges voor € 20,00 per stuk. Wat is je brutowinst?
A
€ 2.000
B
€ 10.000
C
€ 15.000
D
€ 5.000
Slide 14 - Quiz
Je koopt 500 horloges in tegen een prijs van €10,00 per stuk. Je verkoopt de horloges voor € 20,00 per stuk. Je energiekosten zijn € 750, loonkosten € 1.800 en overige bedrijfskosten € 1.250 Wat is je nettowinst?
A
€ 3.000
B
€ 4.250
C
€ 1.200
D
€ 3.750
Slide 15 - Quiz
Samengevat
Omrekenen in periodes (o.a. maand naar week en andersom)
Rekenen met procenten (situaties vergelijken en percentages berekenen)