Inloopspreekuur

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive


  • Groen chemie
  • Lewis structuren
  • Grensstructuren en zuurgraad
  • Reactie mechanismen
Wat herhalen we vandaag?

Slide 2 - Diapositive

Formules groene chemie

Slide 3 - Diapositive


Voor een bepaalde reactie geldt dat de atoomeconomie overeenkomt met 90% en een rendement van 60%.
     
Bereken de E-factor
A
1,08
B
0,5
C
0,85
D
54

Slide 4 - Quiz

Voor een bepaalde reactie geldt dat de atoomeconomie overeenkomt met 90% en een rendement van 60%.      
Bereken de E-factor

  • Stel de massa van je beginstoffen op 100
  • De atoomeconomie = 90% 
  • Het eindproduct heeft massa van 100 x 90% = 90
  • Het rendement = 60% 
  • De werkelijk opbrengst = 90 x 60% = 54
  • De e-factor = (100 - 54)/54 = 0,85

Slide 5 - Diapositive


Voor een bepaalde reactie geldt dat de atoomeconomie overeenkomt met 80% en een rendement van 60%.      
Bereken de E-factor
A
1,08
B
0,33
C
0,67
D
99

Slide 6 - Quiz

Voor een bepaalde reactie geldt dat de atoomeconomie overeenkomt met 80% en een rendement van 60%.      
Bereken de E-factor

  • Stel de massa van je beginstoffen op 100
  • De atoomeconomie = 80% 
  • Het eindproduct heeft massa van 100 x 80% = 80
  • Het rendement = 60% 
  • De werkelijk opbrengst = 80 x 60% = 48
  • De e-factor = (100 - 48)/48 = 1,08

Slide 7 - Diapositive

We hebben 2 oplossingen:
een oplossing van FeCl2 in water
een oplossing van FeCl3 in water 

Welke van de twee oplossingen zal de laagste pH hebben?
Waarom?
Effect van lading op de pH

Slide 8 - Diapositive

We hebben een oplossing met Fe(II) en Fe(III). Welke van de twee oplossingen zal de laagste pH hebben? Waarom?

Slide 9 - Question ouverte

  • In water vormen metaalionen een complex met water (hydratatie)

  • Fe(III) ionen hebben een hogere oxidatietoestand dan ijzer(II) ionen
  • Fe (III) ionen zijn dus elektrofieler dan de ijzer(II) ionen. 

  • Omdat Fe(III) ion electrofieler is, is er meer elektronenzuiging naar het metaalcentrum toe dan voor Fe(II) ion. 

  • Één van de water moleculen zal hierdoor sneller een H+ loslaten (gedeprotoneerd) 

  • Met de vorming van H3O+ in oplossing. De oplossing met FeCl3 zal dus zuurder zijn.
Effect van lading op de pH

Slide 10 - Diapositive

Is deze stof in water
A
zuur
B
basisch
C
neutraal

Slide 11 - Quiz

Effect van lading op de pH

Slide 12 - Diapositive