Begeleidingsmethodiek - Triple C

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

DOELEN
Aan het einde van deze les:
  • Weet je wat Triple C is.
  • Weet je hoe het behandelhuis is opgebouwd.
  • Ken je de doelen, visie en werkwijze van Triple C.
  • Heb je een eigen mening kunnen vormen over deze methode. 

Slide 2 - Diapositive

0

Slide 3 - Vidéo

Wat denk je dat de mensen in het filmpje willen bereiken in hun werk als begeleider?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is Triple C? 

Slide 5 - Diapositive

TRIPLE C
"Het gewone leven ervaren". 

Triple-C is een behandelmodel voor mensen met (verstandelijke) beperkingen die daarnaast gedragsproblemen of psychische problemen hebben. 

Slide 6 - Diapositive

De drie C’s van Triple-C staan voor:
      Cliënt
      Coach 
      Competentie
In de positieve relatie tussen Client en Coach kan de client Competenties ontwikkelen die betekenis en zin geven.

Slide 7 - Diapositive

Cliënten ervaren het gewone leven door:
- Uit te gaan van hun menselijke behoeften

- Een onvoorwaardelijke ondersteuningsrelatie aan te gaan

- Samen te werken aan betekenisvolle daginvulling (competentieopbouw)

- Anders kijken naar probleemgedrag en het aanpakken van onderliggende oorzaken.

Slide 8 - Diapositive

Hoe en wanneer is Triple C ontstaan? 

Slide 9 - Diapositive

De grondleggers van de visie Triple-C zijn Hans van Wouwe en Dick van de Weerd. Beide werkzaam bij het ASVZ* in Sliedrecht. 
In het boek: “Het gewone leven ervaren, Triple-C in theorie en praktijk” beschrijven zij een casus rondom een cliënt. Een cliënt met een ernstige vorm van autisme, gecombineerd met hevige zelfverwonding en agressie. Dagbesteding lukte niet meer, hij kreeg dempende medicatie en zat in een rolstoel terwijl hij kon lopen. Kortom, nauwelijks perspectief en een menswaardig bestaan.

“Ook al wisten we niet hoe het wel moest – een ding was zeker: zoals wij toen met hem omgingen moest het niet. Het moest anders.”
Vanaf de jaren negentig is er binnen de ASVZ* een orthopedagogisch model ontwikkeld: Triple-C. Tot op de dag van vandaag wordt deze visie doorontwikkeld vanuit de dagelijkse praktijk.

Slide 10 - Diapositive

Hoe ziet de Triple C methode er uit? 

Slide 11 - Diapositive

Triple-C Behandelhuis
Het gedachtegoed van Triple-C is verbeeld in het Triple-C Behandelhuis.

Het belangrijkste uitgangspunt van Triple-C is dat cliënten met een verstandelijke beperking of een psychiatrische stoornis mensen zijn en dus ook menselijke behoeften hebben. 
Begeleiding en behandeling volgens Triple-C is volledig gericht op beantwoorden aan – en vervullen van menselijke behoeften van cliënten.   In plaats daarvan werken we aan een onvoorwaardelijke en gelijkwaardige ondersteuningsrelatie, waarin we cliënten menselijk en wenselijk gedrag ‘voorleven’.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Fundament
Wat betekend fundament?

In de "van Dale online" wordt fundament omschreven als:
"ondergronds, ondersteunend deel van een gebouw"

Slide 14 - Diapositive

Wat wordt er met "fundament" bedoelt als je kijkt naar het behandelhuis?

Slide 15 - Question ouverte

Ieder mens heeft zijn menselijke behoeftes. 
Wij hebben dit nodig om te kunnen functioneren. 


De menselijke behoeftes zijn de basis voor ons allen, het is ons fundament. 

Slide 16 - Diapositive

Fysieke behoefte
Emotionele behoefte
Mentale behoefte
Zingevende behoefte
wat je nodig hebt om in leven te blijven zoals eten, een huis en warmte.
Je kan vreugde boosheid, angst, verdriet, frustratie, onmacht, genot of liefde voelen. 
Je gedachten krijgen vorm. Je vormt een beeld over jezelf en de wereld.  
Wat ik doe, doet er toe én vind ik leuk om te doen

Slide 17 - Question de remorquage

Pijlers en doelen
Zoals je ziet hebben de pijlers en de doelen in het behandelhuis veel met elkaar gemeen. 

De pijlers zijn datgene WAT de methode wil bereiken
De doelen staan voor HOE de methode dat wil bereiken. 

Slide 18 - Diapositive

Relatieopbouw; 
Onvoorwaardelijke ondersteuning. 
Door sensitief en responsief aan te sluiten bij de behoeften van de cliënt bouwt de begeleider een relatie op met de cliënt.

De begeleider biedt onvoorwaardelijke ondersteuning. Hij is en blijft altijd betrouwbaar voor de cliënt. Hun vertrouwensrelatie groeit en fungeert als buffer tegen stress.

Slide 19 - Diapositive

Binnen de relatieopbouw zijn er 3 fasen:
   

1: kennismaken en opbouwen van een relatie.
2: een betrouwbare omgeving creëren (stressreductie).
3: relationele autonomie (optimale zelfstandigheid met ondersteuning)
  
Door samen dingen te doen en te bereiken, doen mensen succeservaringen op en groeit zelfvertrouwen. 
Activiteiten sluiten aan bij het niveau (niet te laag, niet te moeilijk) en met hulp kunnen mensen zich ontwikkelen en beter worden. Deze activiteiten beslaan het terrein van zelfzorg, wonen, werken & leren en vrije tijd.

Slide 20 - Diapositive

Afbeelding
Relatieopbouw

Slide 21 - Diapositive

Kijk nog eens goed naar de afbeelding relatieopbouw op de vorige dia.

Leg dit model zo goed mogelijk uit.

Slide 22 - Question ouverte

Competentieopbouw; 
Betekenisvolle daginvulling. 
Cliënten ervaren het gewone leven aan de hand van een volledig dagprogramma dat bestaat uit betekenisvolle activiteiten op de competentiegebieden: Zelfzorg, Wonen, Werk/Scholing en Vrije tijd.
  
Binnen deze vier gebieden krijgen cliënten uitdagingen, taken en verantwoordelijkheden waardoor ze competenties opbouwen. Bij elke activiteit die de cliënt uitvoert, krijgt hij ondersteuning van zijn begeleider. De begeleider zorgt ervoor dat de relatie – ongeacht het gedrag – in stand blijft én dat de activiteit succesvol wordt afgerond. Daardoor ontwikkelt de cliënt meer vertrouwen in de ander en in zichzelf en groeit ook zijn (gevoel van) competentie.

Slide 23 - Diapositive

De vier vlakken op iedere piramide geven weer dat een cliënt, ondersteund
door een medewerker competenties opbouwt op de volgende gebieden:
Zelfzorg, vrije tijd,wonen en werk/scholing. 

Slide 24 - Diapositive

Anders kijken naar probleemgedrag.
Probleemgedrag wordt in de methode bekeken als het topje van de ijsberg: als resultaat van onvervulde menselijke behoeften. 

Het topje is zichtbaar (het gedrag van de client). 
Dat wat je ziet
van de cliënt hoeft niet de reden van het gedrag te zijn. 
Er zitten redenen achter het gedrag, het ‘onzichtbare gedeelte’ van de ijsberg dat onder water verscholen ligt.

Slide 25 - Diapositive

Redenen voor (moeilijk verstaanbaar) gedrag van
cliënten kunnen zijn: de verstandelijke
beperking, een psychiatrische aandoening,
gehechtheidproblematiek, verlieservaringen, etc

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Cliënten hebben er baat bij dat er niet te nadrukkelijk stil wordt gestaan bij
het ongewenste gedrag en dat ze zo snel mogelijk weer op het spoor gezet
worden van hun normale bezigheden. Ze worden dan gewezen op het
wenselijke gedrag dat gericht is op de hier-en-nu situatie. Er wordt
samengewerkt aan het tot stand brengen van een normale gang van zaken.
Dit wordt ook wel vanzelfsprekende begeleiding genoemd. We spreken wel
van een ABC-tje. 
Het ABC-tje

Slide 28 - Diapositive

Bij elke Activiteit wordt de Cliënt ondersteund door een  Begeleider waarbij sprake is van een voortdurende dialoog. De begeleider is 
ondersteunend en complementair en garandeert min of meer dat de
activiteit van de cliënt slaagt. 

Met het ABC-tje creëer je succeservaringen voor de client. 

Slide 29 - Diapositive

Herstel van gewone leven. 
Door met de cliënt te werken aan de doelen van de methode wordt uiteindelijk het "normale" leven (weer) ervaren bij de cliënt.

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Je hebt in deze les geleerd over de methode Triple C en hoe deze is opgebouwd. 

Maar wat vind je nu zelf van deze methode? Bespreek in een groepje of deze methodiek ook bruikbaar is in jullie instelling. Waarom wel of waarom niet? Bespreek een praktijksituatie waarin deze methodiek van meerwaarde zou kunnen zijn.
Op de volgende dia schrijf je kort wat besproken is in jullie groepje. 


hulp
Wat vind je van de methode? 
Wat spreekt je aan uit de methode en wat juist niet? 
Herken je de methode op je werkplek?
Zou je met deze methode willen werken? 

Slide 32 - Diapositive

Dit vind ik van Triple C

Slide 33 - Carte mentale