Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
woordsoorten
1 / 10
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Cette leçon contient
10 diapositives
, avec
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Personen (moeder, opa, Lies, Bart…)
Dieren (hond, kat…)
Dingen (lepel, lamp, auto, kast…)
Landen en plaatsen (Frankrijk, Amsterdam, zolder, woonkamer...)
Kunnen concrete dingen zijn
Slide 2 - Diapositive
Gevoelens (liefde, haat, honger, angst…)
Tijdsruimten (dag, uur, minuut…)
Gebeurtenissen (ontmoeting)
Denkbeeldige personen of zaken (elfen, heksen, luilekkerland...)
abstracte zaken
Slide 3 - Diapositive
De
liefde
voor
Ilse
ging niet voorbij.
Over een
uur
gaan we naar
huis.
De
hoogte
van de
toren
is dertig
meter.
De
heksen
vliegen op een
bezem
.
De
schipper
bestuurt het
schip
.
De
hond
is erg lief.
Ik ga met de
auto
.
We gaan naar
Amsterdam
.
Slide 4 - Diapositive
Voorzetsel (kast-woorden)
Slide 5 - Diapositive
in (de kast)
op (de kast)
achter (de kast)
naast (de kast)
voor (de kast)
bij (de kast)
in (de kast)
tijdens (de kast)
uit (de kast)
Met een voorzetsel kun je een
waar en wanneer aangeven
. kast-woorden zijn dus vooral de waar.
wanneer-woorden
- sinds
- tot
- tijdens
Slide 6 - Diapositive
Erik verkoopt de auto
met
aanhanger.
Mijn moeder koopt brood
bij
de bakker.
De kat zit
onder
de bank.
Onde
r dat doosje zit een briefje.
Mijn hond rent graag
in
de tuin.
Hij rent heel hard
achter
d
e bal aan.
Hij speelt graag samen
met
andere honden.
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Het is een werkwoord wat al gebeurd is.
Altijd in combinatie met hebben, zijn of worden.
ik heb - ik had gezwommen
hij/zij/het heeft - hi/zij/het heeft gezwommen
wij hebben - wij hadden gezwommen
Vallen:
ik ben gevallen - ik was gevallen
hij/zij/het is gevallen - hij/zij/het was gevallen
wij zijn gevallen - wij waren gevallen
Ik word gepest - ik werd gepest
hij/zij/het wordt gepest - hij/zij/het werd gepest
wij worden gepest - wij werden gepest
Slide 9 - Diapositive
Jan loopt naar school
Jan
is
naar school
gelopen.
Erik eet een broodje.
Erik
heeft
een broodje
gegeten.
John stapelt alle kratjes op.
John
heeft
alle kratjes
opgestapeld
Slide 10 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Grammatica les 1: LW/ZN & BN
Mars 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica les 1: LW/ZN & BN
Avril 2023
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica les 1: LW/ZN & BN
Septembre 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
taalbeschouwing lidwoorden, bezit vnwd, voorzetsels, werkwoorden
Octobre 2023
- Leçon avec
32 diapositives
Okan
Secundair onderwijs
Les 3 Grammatica
Septembre 2024
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
2 voorzetsel auto/hond
Janvier 2023
- Leçon avec
14 diapositives
nt2
Hoger onderwijs
2 voorzetsel auto/hond
il y a 23 heures
- Leçon avec
14 diapositives
nt2
Hoger onderwijs
§2 zelfstandig naamwoord en lidwoord
Novembre 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1