Onderwerp en hoofdgedachte

Wat leer je?
  • Vrijdag 22 september toets grammatica zinsdelen en woordsoorten
Leer blz. 26 t/m 30
Tip:kijk op Magister voor digitale oefeningen
Vragen?
• Verschil tussen onderwerp en deelonderwerp

• Hoe vind ik de hoofdgedachte van een tekst?



1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Wat leer je?
  • Vrijdag 22 september toets grammatica zinsdelen en woordsoorten
Leer blz. 26 t/m 30
Tip:kijk op Magister voor digitale oefeningen
Vragen?
• Verschil tussen onderwerp en deelonderwerp

• Hoe vind ik de hoofdgedachte van een tekst?



Slide 1 - Diapositive

Onderwerp van een tekst.

Slide 2 - Carte mentale

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn
bij het onderwerp 'mobiele telefoons'?

Slide 3 - Carte mentale

Wat weet jij al over
de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Vidéo

Het onderwerp van de tekst noteer je in:
A
Een paar woorden.
B
Een hele zin.
C
In twee of meer zinnen.

Slide 6 - Quiz

In welke drie onderdelen is een tekst verdeeld?

Slide 7 - Question ouverte

Omschrijf in je eigen woorden wat een hoofdgedachte is

Slide 8 - Question ouverte

Tekst 2
Insecten eten is gezond

http://www.nu.nl/lifestyle/3422156/insecten-eten-gezond.html

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

Geef de hoofdgedachte van deze tekst.
A
In Europa eten ze geen insecten
B
Je kan beter insecten eten dan vlees
C
Insecten eten is gezond en beter voor het milieu.
D
Insecten eten is gezond

Slide 11 - Quiz

Tekst 3
Quest
Emo-eten werkt

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

Geef de hoofdgedachte van deze tekst

Slide 14 - Question ouverte

Lezen hoofdstuk 1
Theorie onderwerp, deelonderwerp en hoofdgedachte, blz. 7 en 8
Maken opdracht 1 en 3
Klaar? Oefenen voor de toets grammatica zinsdelen en woordsoorten.
Hoe? Via de website Nieuw Nederlands
                                            Cambiumned

Slide 15 - Diapositive

Noem één ding dat je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Question ouverte