Bs 2 Enzymen & Bs 3 Fotosynthese

Thema 1 stofwisseling in de cel
Basisstof 2: Enzymen
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Thema 1 stofwisseling in de cel
Basisstof 2: Enzymen

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
Herhaling
Bs2 en Bs2

Slide 2 - Diapositive

Herhalen bs 1:
Licht in de diepzee
blz 15- opdr 11 tm 13 
tip: gebruik je binas en/of boek

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen bs 2 Enzymen 
  • Je kan de bouw en werking van enzymen beschrijven 
  • Je kunt de invloed van milieufactoren op de enzymactiviteit beschrijven

Slide 4 - Diapositive

korte herhaling 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Enzymen
Zijn altijd eiwitten

Er zijn twee soorten
- Afbrekende enzymen voor
 dissimilatie (bv bij vertering) 

- Opbouwende enzymen 
voor assimilatie (bv bij spiervorming) 

Enzymen zijn verantwoordelijk voor de stofwisselingsreacties in de cel

Slide 8 - Diapositive

bouw enzym

Een enzym is een eiwit.
De vorm is belangrijk 
voor de taak.

Slide 9 - Diapositive

enzymen

Slide 10 - Diapositive

Enzymen
In je speeksel zit een enzym voor afbraak zetmeel, namelijk ..??.. (BINAS). 

Als deze in botsing komt met zetmeel knipt enzym zetmeel op in ..??.. (BINAS!)

Slide 11 - Diapositive

Effectiviteit van een enzym is afhankelijk van temperatuur 



Daardoor:
Minimumtemperatuur
Optimumtemperatuur
Maximumtemperatuur

Slide 12 - Diapositive

Invloed van temperatuur op werking enzym

Slide 13 - Diapositive

Effectiviteit van een enzym is afhankelijk van temperatuurpH-optimum

  • pH optimimun = pH-waarde waarbij werkzaamheid van enzym maximaal is
  • Bij verlagen van pH kunnen negatief geladen groepen een H+ opnemen en enzym destabiliseren
  • Bij verhogen van pH juist andersom

Slide 14 - Diapositive

waar zou pepsine kunnen werken?
De optimale pH voor pepsine ligt bij pH 2.  
Verschillende enzymen hebben verschillende pH- optima

Slide 15 - Diapositive

Pepsine werkt bij een pH van 2 

Slide 16 - Diapositive

Maken 
opdrachten 14 t/m 18
timer
20:00

Slide 17 - Diapositive

Leerdoelen bs 3 Fotosynthese 
  • Je kan de fotosynthese uitleggen 
  • Je kent de formule van de fotosynthese uit je hoofd

Slide 18 - Diapositive

Fotosynthese

Slide 19 - Diapositive

stofwisseling bij planten
fotosynthese:


verbranding:

Het compensatiepunt = netto evenveel zuurstof opname (dissimilatie) als afgifte (fotosynthese).

Slide 20 - Diapositive

overzicht
fotosynthese
Binas 69a

Slide 21 - Diapositive

Licht
Licht is nodig voor fotosynthese. Fotosynthese is de productie van suikers in het blad van een plant.

Licht kan ook kunstmatig zijn.

Sommige planten houden van veel licht, andere van weinig licht.

Slide 22 - Diapositive

intensiteit fotosynthese
Is afhankelijk van: 
  • hoeveelheid licht
  • CO2-gehalte
  • kleur licht
  • temperatuur

Slide 23 - Diapositive

Assimilatie
Fotosynthese = koolstofassimilatie.


Voortgezette assimilatie

Slide 24 - Diapositive

Aan de slag
Opdrachten: 14 t/m 18 Bs 2
Opdrachten: 22 t/m 24 Bs 3

Slide 25 - Diapositive

Leerdoelen gehaald? 
Je kan de bouw en werking van enzymen beschrijven 
Je kunt de invloed van milieufactoren op de enzymactiviteit beschrijven

Slide 26 - Diapositive

Een enzym is een ...
A
eiwit
B
koolhydraat
C
vet
D
mineraal

Slide 27 - Quiz

Raken enzymen op?
A
Nee, ze zijn te vergelijken met een schaar
B
Ja, ze werken steeds langzamer
C
Ja, ze werken dan niet meer

Slide 28 - Quiz

Wat doen enzymen?
A
Enzymen verbranden voedingsstoffen
B
Enzymen versnellen een reactie
C
Enzymen bevatten verteringssappen
D
Enzymen nemen voedingstoffen op in het bloed

Slide 29 - Quiz

Welk enzym heeft dezelfde optimumtemperatuur als de enzymen in jouw darmen?
A
enzym A
B
enzym B

Slide 30 - Quiz

Welk enzym vertoont de grootste enzymactiviteit bij 38 graden?
A
x (rood)
B
y (groen
C
z (paars)
D
ze zijn allemaal gelijk

Slide 31 - Quiz

Een enzym past precies op de om te zetten stof. Dat betekent dat het enzym ...
A
reactiespecifiek is
B
substraatspecifiek is

Slide 32 - Quiz

Welke bewering klopt over de enzymactiviteit en de enzymconcentratie bij temperaturen P, Q en R?
A
Bij alle drie de temperaturen is de enzymconcentratie gelijk.
B
Tussen P en Q neemt de activiteit toe, omdat de concentratie van het enzym toeneemt.
C
Tussen Q en R neemt de activiteit af, omdat de concentratie van het enzym afneemt.

Slide 33 - Quiz

Welke soort kan het beste tegen schommelingen van deze milieufactor (bijvoorbeeld hoeveelheid water in de bodem)?
A
soort A
B
soort B

Slide 34 - Quiz

De reactievergelijking van de fotosynthese is:
(C6H12O6 = glucose)
A
6 CO2 + 6 O2 -> C6H12O6 + 6 H2O
B
6 CO2 + 6 H2O -> C6H12O6 + 6 O2
C
6 CO2 + 12 O2 -> C6H12O6 + 12 H2O
D
CO2 + H2O -> C6H12O6 + O2

Slide 35 - Quiz

Wat is de rol van chlorofyl bij fotosynthese?
A
Het absorberen van lichtenergie
B
Het produceren van zuurstof
C
Het afbreken van watermoleculen
D
Het omzetten van koolstofdioxide in suikers

Slide 36 - Quiz

Waarom is fotosynthese zo belangrijk voor andere organismen?
A
Door de fotosynthese wordt zuurstof verbruikt.
B
Door de fotosynthese komt er nieuwe energie vrij.
C
Door de fotosynthese komt er telkens nieuw voedsel op aarde.
D
Door fotosynthese wordt CO2 gemaakt

Slide 37 - Quiz

Welke organel is verantwoordelijk voor fotosynthese?
A
Chloroplast
B
Lysosoom
C
Centriool
D
Golgi-apparaat

Slide 38 - Quiz

Fotosynthese is een voorbeeld van ...
A
koolstofassimilatie
B
stikstofassimilatie
C
voortgezette assimilatie
D
dissimilatie

Slide 39 - Quiz

genoeg tijd?
havo 4 quiz

Slide 40 - Diapositive