Les 3 Puber

Les 1 Pubers
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Les 1 Pubers

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

centraal bij puberen staat
Vormen van een eigen identiteit
Meisjes beginnen eerder te puberen dan jongens

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Puberesce?
= Latijn voor
schaamhaar krijgen
Daar komt het woord puberen vandaan ;-)

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een vrouw krijgt borsten en schaamhaar. Dit is een voorbeeld van:
A
Groeien
B
Baby
C
Lichamelijke ontwikkeling
D
Geestelijke ontwikkeling

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een groeispurt?
A
Snelle groei aan het einde van de puberteit
B
Snelle groei aan het begin van de puberteit
C
De groei tijdens de puberteit
D
De snelle groei tijdens je laatste jaar van de puberteit

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Cognitieve ontwikkelingen van de puber zijn
A
Denkwijze verbetert, gaan logischer te werk, denken alles te weten, nemen meer risico’s, en zorgen voor harmonie.
B
Denkwijze verbetert, gaan logischer te werk, denken alles te weten, nemen meer risico’s, houden rekening met opleiding.
C
Denkwijze verbetert, gaan logischer te werk, denken alles te weten, nemen meer risico’s, werk en arbeid.
D
Denkwijze verbetert, gaan logischer te werk, denken alles te weten, nemen meer risico’s, houden rekening met groepsbelang

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sociaal emotionele ontwikkeling
Wat heeft het meest invloed op het gedrag van de puber?
A
Ouders/gezin
B
School
C
Vriendengroep
D
Woonomgeving

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting
Vragen?
Opmerkingen?
Feedback?

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Nieuwe verbindingen in de hersenen zorgen ervoor dat de hersenen zich ontwikkelen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Stelling: uitslapen voor een puber en adolescenten is goed.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Pubers hebben 9 uur slaap nodig maar door bepaalde hormonen zijn zij pas heel laat moe. Ouders vinden het vaak belangrijk dat een puber in de ochtend vroeg actief is. Doordat een puber pas heel laat slaapt, bouwt hij chronisch slaaptekort op.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefentoets 
Pubers en puberbrein 
Les 5

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De puberteitsspurt duurt ongeveer
4 jaar
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef aan of de onderstaande stelling juist of onjuist is?
'Veel pubermeisjes voelen zich onzeker door veranderingen van hun lichaam'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef aan of de onderstaande stelling juist of onjuist is?
'Bij pubers verschuift het slaapritme naar achteren'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De lichamelijke veranderingen bij de puber staan in het teken van het geslachtsrijp worden.

Geslachtsrijpheid wil zeggen dat:
A
iemand zich kan voortplanten
B
Iemand geslachts-gemeenschap kan hebben
C
Iemand graag kinderen wil
D
Iemand open is over zijn geslachtsdeel

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef aan of de onderstaande stelling juist of onjuist is?
'Pubers kunnen net zo goed plannen als volwassenen'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef aan of de onderstaande stelling juist of onjuist is? 'Bij nogal wat brugklassers verdwijnt in de loop van het schooljaar hun enthousiasme en de nieuwsgierigheid'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Om welk begrip gaat het in de onderstaande beschrijving?

'Het vermogen om oplossingen voor nieuwe situaties of problemen te bedenken door opgeslagen informatie in het geheugen te combineren'
A
Socialisatie
B
Abstract denken
C
Logisch redeneren
D
Intelligentie

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk begrip hoort bij de volgende beschrijving van een puber
'Het aanpassen aan, en gedragen naar, de geldende (groeps)-normen
A
Groepsdruk
B
Conformisme
C
Individualisatieproces
D
Losmakingsproces

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk gedrag van een ouder of begeleider kan de kans op conflicten met pubers vergroten?
A
Luisteren en vragen stellen
B
Onderhandelen over de regels
C
Sterke controle houden
D
Uitleggen

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk begrip hoort bij onderstaande omschrijving van een puber
'Een puber is op zoek naar zichzelf'
A
Online contacten
B
Individualisatieproces
C
Persoonlijke vriendschappen
D
Peergroup

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk verband is er tussen de lichamelijke ontwikkeling en de sociale ontwikkeling
A
Schaamte
B
Geen
C
Roddelen
D
Groepsdruk

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk begrip hoort bij onderstaande omschrijving van een puber

'Groep leeftijdsgenoten waartoe pubers behoren, die een vergelijkbare status en belangstelling hebben'
A
Conformisme
B
Losmakingsproces
C
Individualisatieproces
D
Peergroup

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef aan of de onderstaande stelling juist of onjuist is?

'De puberteit is de startmotor voor de adolescentie'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef aan of de onderstaande stelling juist of onjuist is?

'Pubers zijn sterk bezig met de toekomst'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef aan of de onderstaande stelling juist of onjuist is?

'Jongeren die worden buiten gesloten ervaren fysieke pijn'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk gedrag van een ouder of begeleider kan de kans op conflicten met pubers vergroten?
A
Luisteren en vragen stellen
B
Onderhandelen over de regels
C
Sterke controle houden
D
Uitleggen

Slide 46 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In de sociaal- emotionele ontwikkeling van een puber speelt de volgende aspecten een belangrijke rol...
A
Peergroup, identiteit ontwikkeling, faalangst en onzekerheid
B
Peergroup, identiteit ontwikkeling, faalangst en geen onzekere gevoelens.

Slide 47 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Pubers kunnen veel van wat hun ouders doen stom vinden. Dit is een voorbeeld van:
A
Abstract denken
B
Kritisch denken
C
Egocentrisme
D
Zwart-wit denken

Slide 48 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In de frontale cortex van je hersenen ontwikkelt/bevindt zich
A
de aanleg voor een verslaving
B
je taal en reken "brein"
C
de controle over je gedrag
D
de controle over je bewegingen

Slide 49 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De lichamelijke verandering van de puber staat in het teken van geslachtsrijp worden. Dat wil zeggen dat:
A
Iemand zijn seksuele voorkeur ontdekt
B
Iemand geslachts-gemeenschap wilt hebben
C
Iemand in staat is om zich voort te planten
D
Iemand graag kinderen wilt krijgen

Slide 50 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions