Grammatica zinsdelen onderwerp 9 feb

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Grammatica zinsdelen

werkwoordelijk gezegde

Hoe vind je het werkwoordelijk gezegde?

Morgen deel ik de uitnodigingen uit.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Ik zou wel honderd vrienden willen kunnen uitnodigen voor mijn feestje.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Huiswerk

Controle

opdracht 1, 2 en 4 (blz. 80/81)

Open je schrift. 

opdracht 1

1 pv = wordt; wg = wordt gehuldigd

2 pv = laat; wg = laat zien

3 pv = heb; wg = heb gedownload

4 pv = presteer; wg = presteer

5 pv = rijdt; wg = rijdt

6 pv = volleybalden; wg = volleybalden

opdracht 2

1 pv = hebben; ow = wiskundigen; wg = hebben

2 pv = hebben; ow = de zeeverkenners; wg = hebben meegedaan

3 pv = belde; ow = de postbode; wg = belde aan

4 pv = wilde; ow = Nelske; wg = wilde blijven eten

opdracht 2

5. Biedt je vader deze stripboeken voor een euro aan?

6 Binnenkort voeren politieagenten fietscontroles uit. 

opdracht 4

1 pv = leeft; ow = een groot misverstand over taarten; wg = leeft

2 pv = mogen; ow = taarten; wg = mogen gebakken worden

3 pv = oefenen; ow = we; wg = oefenen

4 pv = ogen; ow = ze; wg = ogen

5 pv = vinden; ow = we; wg = vinden

opdracht 5

1 het eten van een nieuw gerecht; griezelig

2 te laat; verstuurd

3 als eerste; bij de gymzaal; aan

4 volgend schooljaar; honderd jaar

5 Gerard; niet; willen vragen; voor hun feestje

6 hoe; zijn beste bedoelingen; bewijzen

vragen huiswerk???

stappen

1. vind de persoonsvorm
2. zet strepen in de zin om de zinsdelen te bepalen
3. vind het onderwerp
4. vind het werkwoordelijk gezegde

Lesdoel

Je kunt strepen tussen de zinsdelen in een zin zetten. 

Hoeveel zinsdelen?
Mijn broertje is een beroemde filmster.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel zinsdelen?
De broer van de vader van de zoon van de buurman is schaatser

1. 2
2. 3
3. 4
4. meer dan 4

Hoeveel zinsdelen?
In de voorjaarsvakantie gaan wij op vakantie naar Oostenrijk.

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Aan de slag

Je krijgt zo een papier met vier zinnen. Doe dit:

Onderstreep de persoonsvorm

Zet strepen tussen de zinsdelen

Omcirkel het onderwerp

Houd je blaadje omhoog als je klaar bent. 

Goed gekeurd? Maak opdracht 5 (blz. 81)

exitticket

Vul het exitticket in.