Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Welkom
Havo 3
Licht (H3) - Lenzenformule
Slide 1 - Diapositive
Planning
- Welkom en Planning
- LessonUp -> inloggen
- Tekenen reeel beeld met brandpunt
- Controle met lenzenformule
Slide 2 - Diapositive
Wat hebben we de vorige les behandeld? Max. 3 antwoorden/persoon
Slide 3 - Carte mentale
Paragraaf 2: licht en Lenzen
Een bolle lens heet een positieve lens, een holle lens heet een negatieve lens
Slide 4 - Diapositive
Bolle (+) lens
1
2
3
Slide 5 - Diapositive
Sterke bolle lens
Zwakke bolle lens
Slide 6 - Diapositive
Holle (-) lens
1
2
3
Slide 7 - Diapositive
Een holle lens heet een negatieve lens.
Hij is in het midden dunner dan aan de rand.
Een holle lens divergeert de lichtstralen die door de lens gaan.
Slide 8 - Diapositive
Lichtbreking door een holle lens
Slide 9 - Diapositive
Bolle lens
+ lens
Holle lens
- lens
Slide 10 - Diapositive
Wat is het brandpunt van een positieve lens?
A
Waar alle lichtstralen langs gaan
B
Waar alle lichtstralen doorheen gaan
C
Waar alle lichtstralen samen komen
D
Het punt waar je een gaatje kunt branden in het papier
Slide 11 - Quiz
Brandpunt
Het brandpunt van een bolle lens is het punt waar de lichtstralen samenkomen als op de lens een evenwijdige lichtbundel schijnt.
Slide 12 - Diapositive
Een constructiestraal is:
Slide 13 - Question ouverte
Constructiestraal
De plaats waar een scherp beeld ontstaat, kun je bepalen met een tekening. Daarvoor gebruik je twee constructiestralen.
Constructiestraal =
Een lichtstraal die je gebruikt om het beeld te tekenen.
Slide 14 - Diapositive
Beeld tekenen positieve lens
1
2
3
Slide 15 - Diapositive
Lesdoel
Na deze les kun je beeld tekenen met een positieve lens
Na deze les kun je rekenen met de lenzenformule
Combi: controleren
Tekening lenzenformule
Slide 16 - Diapositive
Beeld tekenen positieve lens
1
2
3
Slide 17 - Diapositive
Naam/letter onderdelen
Brandpunt
F
Brandpuntsafstand, afstand tussen brandpunt en lens
f
Voorwerpsafstand, afstand van voorwerp tot lens
v
Beeldsafstand, afstand van lens tot beeld
b
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Teken:
Een voorwerp staat op 10 cm afstand van een lens met een brandpuntsafstand van 3,5 cm.
b = 5,4 cm
b?
Slide 20 - Diapositive
Wat is de lenzenformule?
A
f1=v1+b1
B
f1=v1−b1
C
v1=f1+b1
D
b1=f1+v1
Slide 21 - Quiz
Lenzenformule
f1=v1+b1
brandpuntsafstand
f
voorwerpsafstand
v
beeldafstand
b
Slide 22 - Diapositive
Lenzenformule
f1=v1+b1
f=3,5cm
v=10cm
b=...cm
3,51=101+b1
b1=3,51−101
b=(ans)1=...cm
5,4 cm
b
Slide 23 - Diapositive
Een voorwerp staat op 20 cm afstand van een lens met een brandpuntsafstand van 7 cm. Bereken de beeldafstand. Geef je antwoord in 1 cijfer achter de komma.
Slide 24 - Question ouverte
Een voorwerp staat op 25 cm afstand van een lens. Er ontstaat een beeld op 35 cm achter de lens. Bereken de brandpuntsafstand. Geef je antwoord in 1 cijfer achter de komma.
Slide 25 - Question ouverte
Een voorwerp staat voor een lens met een brandpuntsafstand van 12 cm. 36 cm achter de lens ontstaat het beeld van het voorwerp. Bereken de voorwerpsafstand. Geef je antwoord in 1 cijfer achter de komma.
Slide 26 - Question ouverte
Lensformule
Opdracht 1: f = 7 cm, v = 20 cm. Bereken b. Opdracht 2: v = 25 cm, b = 35 cm. Bereken f. Opdracht 3: f = 12 cm, b = 36 cm. Bereken v.
Slide 27 - Diapositive
Hoeveel antwoorden had je goed?
A
0
B
1
C
2
D
3
Slide 28 - Quiz
Werkblad
Maak de vragen
Bereken de v / b / f
+
teken met de constructiestralen
Slide 29 - Diapositive
Evaluatie
Slide 30 - Diapositive
Wat is de lenzenformule?
A
f1=v1+b1
B
f1=v1−b1
C
v1=f1+b1
D
b1=f1+v1
Slide 31 - Quiz
Lesdoel
Na deze les kun je beeld tekenen met een positieve lens
Na deze les kun je rekenen met de lenzenformule
A
Ja
B
Nee
Slide 32 - Quiz
Lensformule
Ga naar het simulatieprogramma door hier te klikken