Gespreksvaardigheden

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Examens Nederlands

Welke Examens?

CE (Centraal Examen)

Lezen en luisteren

IE (Instelling Examen)

Spreken

Gesprekken

Schrijven

Berekening diploma cijfers Nederlands

CE

50%

IE

50%

Examen spreken

* spreektijd 8 - 10 minuten

* PowerPoint, Prezi, etc.

* presenteren voor één docent Nederlands

Beoordeling op vijf punten:

1. samenhang

2. afstemming op doel

3. afstemming op publiek

4. woordkeus en woordenschat

5. vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing

Via Teams

* Zorg dat je een goede, sterke wifi verbinding hebt.

* Zet je camera en microfoon goed aan. (Zonder dat, kun je geen examen afleggen)

* De beoordelaar is je publiek voor je presentatie

* Bereid je goed voor!!

Spreken

Onderwerp van je examen.

Voorbereiding:

Ga nu zelf op zoek naar 2 of 3 stellingen.

Examen Gesprekken voeren

* gesprekstijd: ongeveer 8 minuten

* gesprekspartner: docent Nederlands

* Voorbeelden: sollicitatiegesprek, werkoverleg, stagegesprek

Beoordeling op vijf onderdelen:

1. samenhang

2. afstemming op doel

3. afstemming op gesprekspartner

4. woordkeus en woordenschat

5. vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing

Via Teams

* Zorg dat je een goede, sterke wifi verbinding hebt.

* Zet je camera en microfoon goed aan. (Zonder dat, kun je geen examen afleggen)

* De beoordelaar is je publiek voor je presentatie

* Bereid je goed voor!!

Gesprekstechnieken

Verbale communicatie:

Verbale communicatie is een vorm van communicatie waarbij men zich uit in woorden. Dit kan zowel gesproken als geschreven taal zijn. De inhoud van onze boodschap wordt binnen verbale communicatie dus vertaald in woorden.

Non-verbale communicatie:

 is communicatie waarbij men geen gebruik maakt van woorden en taal. Lichaamstaal is een vorm van non-verbale communicatie. Via non-verbale communicatie vertellen we vaak onderliggende boodschappen:  hoe de relatie tot de ontvanger zich verhoudt, hoe de zender de ontvanger ziet en hoe de zender wil dat de ontvanger reageert.

Gesprekken

Onderwerp van je examen.