Verhaalstructuur en setting beroepshavo

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Wat hebben deze woorden gemeen?

Meetsysteem

Parterretrap

Lepel

Maandnaam

• Palindroom
  

Verhaalstructuur en setting beroepshavo

Lezen voor je literatuurlijst: 15 minuten

Herhalen vorige les; APA

Literatuuranalyse: begrippen leren-> setting-tijd-spanning

Opdracht: je past de begrippen setting en tijd toe

Stelling + Argumenten (begrippen kennen)

SE1: betogende spreekbeurt

Duo's en onderwerp doorgeven

Lezen voor je lijst: inspiratie

Wat is een goed leesboek voor jou?                         

           www.lezenvoordelijst.nl

https://www.jeugdbibliotheek.nl/12-18-jaar/lezen-voor-de-lijst/15-18-jaar/niveau-4/alles-wat-er-was.html

Herhaling vorige les

APA

• Achternaam, voorletter. (jaartal). Titel. Uitgeverij, plaats

Setting van jouw leesboek

1. Kun je de setting (plaats-tijd-omstandigheden) omschrijven?
2. Wat is de vertelde tijd?
3. Wat is de verhaalstructuur (volgorde) en welke technieken gebruikt de schrijver om die vorm te geven?
4. Beschrijf de spanningsboog (belangrijkste conflict)
5. Op welke manier wordt spanning opgewekt?

Aan de slag

Lees het verhaal 'Het adres'. Het is een pittige opdracht. Vraag 10 t/m 14 maak je als eerste in de les. Vraag 1 t/m 7 maak je daarna en zul je thuis af moeten maken= huiswerk voor donderdag 26 september.

Je hebt ongeveer 30 minuten de tijd, daarna gaan we de opdracht bespreken.

Extra verdieping

TIP: Maak een account aan op www.beterspellen.nl en maak elke dag een quizvraag om je spelling te oefenen.

Argumenteren

Exameneis: de kandidaat moet een betoog kunnen analyseren, opzetten en beoordelen; zowel schriftelijk als mondeling.

SE1: betogende spreekbeurt houden

SE3: betoog schrijven

Reader, blz. 33

Argumenteren: stelling + argumentatie

• -> Stelling (bewering of uitspraak over bepaald onderwerp)
• Standpunt (uitgesproken mening over een onderwerp)
  
• Ik vind dat... Ik ben van mening dat...Dus....Volgens mij....
• 'Het vak Nederlands is saai'
• ->Argumentatie (standpunten onderbouw je met argumenten) Ik ga niet meer stemmen, want politici doen toch wat zij willen.

Aan de slag!

Maak oefening 4, blz. 34 van je reader.

Klaar? Oefening 2 (blz. 23)  maken.

Overzicht signaalwoorden: blz. 21 en 22 van je reader

Na 15 minuten kijken we de opdracht na.

Micro: verband binnen een alinea oftewel binnen zinnen

Meso: verband tussen alinea's

Macro: verband binnen de tekst (tekststructuur)

Eerder klaar? Maak opdracht 2, blz. 23

Quizlet

Signaalwoorden:

https://quizlet.com/nl/854880664/nederlands-signaalwoorden-havo-flash-cards/?i=27m2kv&x=1jqt

Actueel onderwerp

Eigen keuze? Voorleggen aan docent.

Keuze uit lijst.

NU: duo's formeren en onderwerp bedenken

1. Robotisering in de zorg                                 17. Het koningshuis

2. Misstanden in de (top)sport                        18. Vakbond (verplicht lidmaatschap)

3. Overbevolking                                                 19. Grenscontroles

4. Deepfake                                                          20. NOS-journaal in eenvoudige taal

5. Verhuftering van de maatschappij           21. Handhaving seksueel grensoverschrij-

6. Pensioen zwaardere beroepen                        dend gedrag op straat

7. Thuiswerken                                                    22. Salaris voor topsporters

9. Kansenongelijkheid in het onderwijs      23. Verplichte maatschappelijke stage 

10. Aanpak van voetbalgeweld                                  voor jongeren

11. De wolf in Nederland                                                                           

12. Ontgroening studentenvereniging

13. Cryptocurrency

14. Dierenrechten

15. Internetanonimiteit

16. Afschaffen eigen risico (zorg)