par 5.2 de middeleeuwse stad

5.2 De middeleeuwse stad
Rond 1000 ontstonden er in West-Europa veel nieuwe steden, voornamelijk op geografisch gunstige plekken.
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
geschiedenisVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolhavoLeerroute HLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

5.2 De middeleeuwse stad
Rond 1000 ontstonden er in West-Europa veel nieuwe steden, voornamelijk op geografisch gunstige plekken.

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 5: Dus...
  • Door landbouwverbeteringen ontstonden er voedseloverschotten 
  • Overschotten werden verkocht op de markt --> HANDEL
  • Specialisatie: er ontstaan ambachten (niet iedereen hoeft in de landbouw)
  • Handelaren en ambachtsmensen gaan wonen rond de markt --> steden ontstaan

Slide 2 - Diapositive

Aan het einde van deze les...
  • Je kunt de sociale lagen in een middeleeuwse stad noemen en uitleggen hoe het ambachtswezen was georganiseerd.
  • Je kunt uitleggen waarom de invoering van stadsrechten laat zien dat steden in de late middeleeuwen meer macht kregen ten opzichte van de adel.
  • Je kunt uitleggen hoe steden in de late middeleeuwen werden bestuurd.

Slide 3 - Diapositive

Burgerij (inwoners stad)
Bovenlaag> rijke kooplieden en belangrijke ambachtslieden
> zitten in het bestuur van de stad(mannen)

Middenlaag> winkeliers en ambachtslieden

daaronder> (arme) arbeiders
bedelaars en daklozen

Slide 4 - Diapositive

Een gilde

Slide 5 - Carte mentale

Samenwerking in de nijverheid:
Een ambachtsman mag niet zomaar in een stad gaan wonen en daar produceren en verkopen wat hij wilde. Hij moest daarvoor lid zijn van een gilde.

Gilde: vereniging van mensen 
met hetzelfde beroep.

Slide 6 - Diapositive

Ambachtsgilden
Toen de steden groter werden, gingen ambachtslieden samenwerken. Ze richtten een gilde op. Elke ambacht had zijn eigen gilde.

Wie in een stad een ambacht wilde uitoefenen, moest lid zijn van het gilde. Wie geen lid was van het gilde, mocht niets verkopen in de stad.

Het gilde regelde heel veel. Het controleerde bijvoorbeeld de prijs en de kwaliteit van een product.

Slide 7 - Diapositive

Gilden:
- samenwerken om op te komen voor de belangen van de eigen groep.
- bepalen van werktijden.
- bepalen van prijzen.
- controleren van de kwaliteit van producten.
- Beroepsopleiding, je mag pas na een meesterproef zelf een bedrijf starten.

Slide 8 - Diapositive

Lid Gilde
  1. Leerling bij meester
  2. Gezel
  3. Meesterproef>Meester

Slide 9 - Diapositive

Gilden:
- zorgen voor bejaarde en zieke leden en voor de weduwen van gestorven meesters.
- organiseren van feesten, kerkelijke bijeenkomsten en begrafenissen.

Slide 10 - Diapositive

in het volgende filmpje:
meer over gilden

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Stadsrechten

Stadsrechten werden gekocht van de heer
Stad met stadsrechten mocht: 

  • Zelf de stad besturen
  • Eigen wetten maken
  • Stadsmuur bouwen
  • Eigen leger hebben
  • Rechtspraak zelf doen
  • Eigen munten slaan

Stadsrechten Coevorden

Slide 13 - Diapositive

Stadsrechten
politieke rechten
  • eigen bestuur
  • eigen rechtspraak
  • eigen verdediging

Slide 14 - Diapositive

Het bestuur
Schouten en schepenen bestuurde de stad in naam van de landheer.

Schout: Vertegenwoordiger van de landsheer. Voorzitter van de plaatselijke rechtbank.
Schepenen: Aangewezen of gekozen bestuurders en rechters in een middeleeuwse stad.

Slide 15 - Diapositive

In het volgende filmpje...
meer over het bestuur van een stad en schouten en schepenen

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Welke bevolkingsgroep vond je in de Middeleeuwen alleen in de steden?

A
De boeren
B
De burgerij
C
De adel
D
De geestelijken

Slide 18 - Quiz

Wie hadden de macht in de steden?
A
De adel
B
De burgerij

Slide 19 - Quiz

Wie verloor door de stadsrechten steeds meer macht?
A
Burgerij
B
Landheer
C
geestelijkheid
D
de poorters

Slide 20 - Quiz

De stad werd bestuurd door?
A
Rijke families en burgers
B
De hele burgerij
C
De koning
D
De kerk

Slide 21 - Quiz

Wat deed een gilde allemaal?
A
Gilde controleerde de kwaliteit van producten
B
Gilde bepaalde de prijs van producten
C
Leden van een Gilde hielpen elkaar bij ziekte
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 22 - Quiz

Welke zin over een gilde is juist?
A
Alle mensen in een gilde hadden hetzelfde beroep.
B
Lidmaatschap van een gilde was niet verplicht.
C
Niet alle ambachten hadden een eigen gilde.
D
Geen van de zinnen is juist.

Slide 23 - Quiz

Wat is waar?
1: Een gilde is een soort vereniging
2: Een gilde deelt ervaringen en tips
3: Mensen binnen het gilde hebben hetzelfde beroep
4: Een gilde heeft geen beroepsgeheim
A
1, 2 zijn juist 2, 3 zijn onjuist
B
2, 4 zijn juist 1, 3 zijn onjuist
C
1, 2, 3 zijn juist 4 is onjuist
D
2 is juist 1, 3, 4 zijn onjuist

Slide 24 - Quiz

Wie bepaalde welke straf de misdadigers kregen/wat het vonnis was?
A
de Burgerij
B
Schout
C
Schepenen
D
Burgemeester

Slide 25 - Quiz

Welk zin is NIET goed over het bestuur van een middeleeuwse stad.
A
Alle bewoners van een stad mochten meebeslissen over het bestuur.
B
Burgemeesters werden gekozen door het vroedschap.
C
De schepenen bepaalden samen met de schout of iemand een misdaad had begaan.
D
De schout had als taak om de stad te verdedigen als zij werden aangevallen.

Slide 26 - Quiz