H11.2 - Bewegen en Energie

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Wat kun je na de les?

Je kunt een aantal soorten energie benoemen die kunnen worden omgezet in bewegingsenergie.
Je kunt berekeningen maken met het verband tussen arbeid, kracht en afstand.

Hoe gaan we dat doen?

• Lees in je boek het stuk: Energie om te bewegen
  
• Voorbeeld van arbeid
• Wat is arbeid
• Oefenopgave
• Aan de slag
  

Arbeid (Work)

Arbeid is de energie die het kost om over een afstand een kracht te leveren.

De eenheid voor arbeid is Newtonmeter(Nm) of/en

Joule (J)

W=F⋅s

Oefen opgave

De massa van de doos is 5 kg en de man tilt de doos van de grond tot een hoogte 

van 1,2 m. Wat is de Arbeid die de man heeft verricht. 

Antwoord

W = F x s

F = ?

s = 1,2 m

F_z = m x g = 5 kg x 10 N/kg = 50 N

W = 50 N x 1,2 m = 60 Nm of 60 J

Zwaarte energie

E_z=m*g*h

Aan de slag

Lezen H11.2

Maken 8 t/m 24

 

Je kunt nu

 een aantal soorten energie benoemen die kunnen worden omgezet in bewegingsenergie.
 berekeningen maken met het verband tussen arbeid, kracht en afstand.

0

Rudolf loop een trap op. De trap is 4 m hoog. Rudolf heeft een massa van 85 kg. Bereken hoeveel energie het hem kost om de trap op te lopen.

bewegingsenergie

Om een voorwerp in beweging te krijgen is een bepaalde hoeveelheid energie nodig.

Deze is afhankelijk van de massa van het voorwerp en de snelheid die  het voorwerp heeft

bewegingsenergie = 0,5 x massa x snelheid2

Ek=0,5⋅m⋅v​2​​

Eb=0,5⋅m⋅v​2​​

grootheid	symbool	eenheid
bewegingsenergie	Eb	Joule	J
massa	m	kilogram	kg
snelheid	v	meter per seconde	m/s

Antje fietst met 5 m/s. Zij en haar fiets hebben een massa van 55 kg. Bereken de bewegingsenergie van Antje en haar fiets.

Lezen H11.2

Maken opdrachten 1 t/m 37