Injecteren

Les 1
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Les 1

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je nodig:
                 Protocollen: Vilans Kick-portaal
                                           Let op: Inloggegevens: Hoofdlettergevoelig


 

Slide 2 - Diapositive

Je hebt nodig:
Het theorieboek verpleegtechnische handelingen en je zoekt protocollen op via internet via het Vilans Kick-portaal.
Lesdoelen:
  •  in welke huidlaag verschillende injectie worden toegediend
  • medicatie die toegediend wordt per injectie
  •  aandachtspunten en materialen bij intramusculaire en subcutane injecties
  • welke materialen en aandachtspunten bij toedienen van insuline
  • laten zien hoe je een subcutane en intramusculaire injectie toedient
  • laten zien hoe je een injectiespuit klaarmaakt en medicatie opzuigt

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Je weet het verschil tussen intracutaan, intramusculair en subcutaan prikken. 
  • je kunt verschillende injectietechnieken benoemen.
  • je kunt verschillende injectieplaatsen benoemen.
  • je kent de bekwaamheidseisen, veiligheidseisen en richtlijnen (Wet BIG).
  • je kunt de aandachtspunten en complicaties vertellen rondom injecteren.
  • je kunt contra-indicaties benoemen van injecteren.
  • je kunt vertellen welke materialen je gebruikt.
Subdoelen:

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Je kunt vertellen welke medicijnen zoal kan worden toegediend per injectie.
  • Je legt uit hoe je je op de juiste wijze kunt voorbereiden op het geven van een injectie.
  • Je kunt de juiste werkwijze van het geven van een injectie (opzuigen, gereedmaken en toedienen) laten zien in een simulatieomgeving. 
  • Je houdt rekening met de belevingswereld van de zorgvrager wanneer je een injectie toedient. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wet BIG
- Injecteren is een voorbehouden handeling.
- Het toedienen van insuline is een vorm van injecteren. 
- In de Wet BIG staat wie voorbehouden handelingen mogen uitvoeren. 
- Je moet hiervoor bevoegd en bekwaam zijn. 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is niet waar over bekwaamheid:
A
je kunt aantonen dat je de handeling correct kunt uitvoeren
B
na het behalen van alleen de toets ben je bekwaam
C
is de verantwoordelijkheid van de zorgverlener
D
je weet wat je moet doen, je kunt het en je voelt je bekwaam

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

  • het medicijn werkt sneller bij een injectie (bijvoorbeeld bij pijnklachten, allergische reactie)
  • bij braken of diarree
  • soms is het medicijn alleen per injectie toe te dienen
  • wanneer de zorgvrager niets via de mond mag innemen ( darmoperatie, slikklachten)
  • wanneer de zorgvrager niets via de mond kan nemen (bewustzijnsdaling, tijdens operatie)
  • als er een constante spiegel in het bloed nodig is (bijvoorbeeld antibiotica, insuline, morfine)
Redenen waarom je een medicijn per injectie geeft:

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

subcutaan=onder de huid
intraveneus=in de ader
intramusculair=in de spier
intracutaan = in de bovenste huidlaag
Vormen van injectie

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is injecteren
A
een parenterale toediening
B
een enterale toediening

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Injecteren is een parenterale toediening.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen geschikte injectie plaats?
A
bovenbeen
B
Buik
C
Onderarm
D
Bil

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

geschikte injectieplaatsen
Bij intramusculair niet!

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

- Een geopereerd gebied of gebied waar snel een ingreep zal plaatsvinden.​

- In een hematoom, ook wel blauwe plek genoemd.​
- Gebied waar vocht (oedeem) in zit.
- In een gezwollen gebied of gebied waar mogelijk bloedklonters (trombose) zitten.​
- In verlamde ledematen.​
- Plaatsen die hard aanvoelen of waar je een bolletje voelt van een vorige injectie.​
- Plaatsen die een rode of blauwe kleur hebben.​
- Een arm of been met een infuus of shunt voor dialyse.​
- In littekenweefsel of een genezende wond.​
- Een ledemaat waar de lymfeklieren verwijderd zijn.
- Gebied rond stoma.
- Een bestraald gebied. 
- Gebied met eczeem. 







Wanneer injecteer je niet:

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen complicatie van injecteren bij de zorgvrager?
A
afbreken van de naald
B
uitvalsverschijnselen
C
infectieverschijnselen
D
prikaccident

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Allergische reactie op de toediening van het medicijn (huiduitslag-shock)​
  • Infectieverschijnselen.​
  • Duizeligheid en flauwvallen.​
  • Hematoomvorming (aanprikken bloedvat)​
  • Ontsteking rond de injectieplaats.​
  • Uitvalsverschijnselen (aanprikken van een zenuw)​
  • Abces, necrose of bloeding (onjuist of op verkeerde plaats injecteren)​
  • Afbreken van de naald.​
  • Prikaccident (bij de zorgverlener)








complicaties bij injecteren:

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevaar voor jou als verzorgende:
- Overgevoeligheidsreacties na het morsen van antibiotica over je handen of door het ontluchten van de spuit. 
- Resistentie voor medicijnen omdat je er al meerdere keren mee in aanraking bent geweest.
- Besmettingsgevaar (prikaccident).

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorkomen van een prikaccident:
- Maak gebruik van naaldencontainers volgens voorschrift
- inenten tegen hepatitis B
- laat je niet afleiden, voorkom haast
- plaats de gebruikte naald nooit terug in de beschermhoes.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Benodigdheden
Wat neem je mee?

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is injecteren een risicovolle of een voorbehouden handeling?
A
Risicovol
B
Voorbehouden
C
geen van beide

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke injecties mogen
Verzorgende-IG niet toedienen?
A
Subcutane injecties
B
Intramusculaire injecties
C
Intracutane injecties
D
Intraveneuze injecties

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij subcutaan injecteren, dan injecteer je ...
A
In de spier
B
in de huid
C
in een ader
D
in het onderhuidsweefsel

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar prik je als je intramusculair injecteert?
A
ader
B
bot
C
huid
D
spier

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2 manieren van subcutaan injecteren
De naald wordt loodrecht door het huidoppervlak (door de opperhuid en de lederhuid) ingebracht. Afhankelijk van de dikte van de huid van de cliënt en de naaldlengte kan dit zowel met als zonder opnemen van een huidplooi.

De huidplooitechniek is als volgt:
De huidplooi wordt opgenomen met 2 of 3 vingers; bij het opnemen van een huidplooi met 5 vingers wordt vaak spierweefsel meegenomen en is de huidplooi te dik. De naald wordt onder een hoek van 45° à 60° halverwege tussen het hoogste en laagste punt van de huidplooi ingebracht. 

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

video huidplooitechniek
Cette vidéo n'est plus disponible

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

video loodrechttechniek
Cette vidéo n'est plus disponible

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Subcutaan injecteren met insulinepen
Roteren van injectieplaats = verwisselen van plaats
Spuitschema maken bij vaak injecteren

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als er intraveneus medicatie wordt toegediend dan gebeurt dat in een....
A
Spier
B
Onder de huid
C
Ader
D
In de huid

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als we de loodrecht techniek toepassen bij subcutaan injecteren welke gevolgen heeft dat voor de naald?
A
Een gewone naald zoals altijd
B
De naald is lang
C
De naald is kort

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen:
Schrijf ze op en neem ze weer mee

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions