Injecteren subcutaan

Subcutaan injecteren



Marjolein Bosman
Docent G&W ROC Mondriaan
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Subcutaan injecteren



Marjolein Bosman
Docent G&W ROC Mondriaan

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je nodig:
Voorkennis vanuit:

  1. Protocollen: Vilans
  2. Huiswerk: Thieme Meulenhoff
                                           


 

Slide 2 - Diapositive

Je hebt nodig:
Het theorieboek verpleegtechnische handelingen en je zoekt protocollen op via internet via het Vilans Kick-portaal.
Lesdoelen:
  1. In welke huidlaag worden verschillende injecties toegediend?
  2. Aandachtspunten en materialen bij subcutane injecties
  3. Aandachtspunten en materialen bij toedienen van insuline met pen
  4. Hoe dien je een subcutane injectie toe?
  5. Hoe maak je een injectiespuit klaar en zuig je medicatie op?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Je weet het verschil tussen intracutaan, intramusculair en subcutaan prikken. 
  • je kunt verschillende injectietechnieken benoemen.
  • je kunt verschillende injectieplaatsen benoemen.
  • je kent de bekwaamheidseisen, veiligheidseisen en richtlijnen (Wet BIG).
  • je kunt de aandachtspunten en complicaties vertellen rondom   injecteren.
  • je kunt contra-indicaties benoemen van injecteren.
  • je kunt vertellen welke materialen je gebruikt.
Subdoelen:

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Je kunt vertellen welke medicijnen zoal kan worden toegediend per injectie.
  • Je legt uit hoe je je op de juiste wijze kunt voorbereiden op het geven van een injectie.
  • Je kunt de juiste werkwijze van het geven van een injectie (opzuigen, gereedmaken en toedienen) laten zien in een simulatieomgeving. 
  • Je houdt rekening met de belevingswereld van de zorgvrager wanneer je een injectie toedient. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


  • Insuline pen klaarmaken en toedienen.​
  • Subcutane injectie klaarmaken.​
  • Subcutane injectie toedienen.​
Wat gaan we deze les doen?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wet BIG
  • - Injecteren is een voorbehouden handeling.
  • - Het toedienen van insuline is een vorm van injecteren. 
  • - In de Wet BIG staat wie voorbehouden handelingen mogen uitvoeren. 
  • - Je moet hiervoor bevoegd en bekwaam zijn. 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is niet waar over bekwaamheid?
A
je kunt aantonen dat je de handeling correct kunt uitvoeren
B
na het behalen van alleen de toets ben je bekwaam
C
is de verantwoordelijkheid van de zorgverlener
D
je weet wat je moet doen, je kunt het en je voelt je bekwaam

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom dien je een injectie toe?

Slide 9 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Redenen voor het toedienen van medicatie per injectie


  • het medicijn werkt sneller bij een injectie (bijvoorbeeld bij pijnklachten, allergische reactie)
  • bij braken of diarree
  • soms is het medicijn alleen per injectie toe te dienen
  • wanneer de zorgvrager niets via de mond mag innemen ( darmoperatie, slikklachten)
  • wanneer de zorgvrager niets via de mond kan nemen (bewustzijnsdaling, tijdens operatie)
  • als er een constante spiegel in het bloed nodig is (bijvoorbeeld antibiotica, insuline, morfine)

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vormen van injecties
subcutaan= onder de huid
intracutaan= in de bovenste huidlaag

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

intraveneus= in de ader
intramusculair= in de spier

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is injecteren
A
een parenterale toediening
B
een enterale toediening

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Injecteren is een parenterale toediening.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen geschikte injectie plaats?
A
Bovenbeen
B
Buik
C
Onderarm
D
Bil

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geschikte injectieplaatsen
Bij intramusculair niet!

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

- Een geopereerd gebied of gebied waar snel een ingreep zal plaatsvinden.​
- In een hematoom, ook wel blauwe plek genoemd.​ 
- Gebied waar vocht (oedeem) in zit.
- In een gezwollen gebied of gebied waar mogelijk bloedklonters (trombose) zitten.​
- In verlamde ledematen.​
- Plaatsen die hard aanvoelen of waar je een bolletje voelt van een vorige injectie.​
- Plaatsen die een rode of blauwe kleur hebben.​
- Een arm of been met een infuus of shunt voor dialyse.​
- In littekenweefsel of een genezende wond.​
- Een ledemaat waar de lymfeklieren verwijderd zijn.
- Gebied rond stoma.
- Een bestraald gebied. 
- Gebied met eczeem. 







Wanneer injecteer je niet?

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen complicatie van injecteren bij de zorgvrager?
A
afbreken van de naald
B
uitvalsverschijnselen
C
infectieverschijnselen
D
prikaccident

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Allergische reactie op de toediening van het medicijn (huiduitslag-shock)​
  • Infectieverschijnselen.​
  • Duizeligheid en flauwvallen.​
  • Hematoomvorming (aanprikken bloedvat)​
  • Ontsteking rond de injectieplaats.​
  • Uitvalsverschijnselen (aanprikken van een zenuw)​
  • Abces, necrose of bloeding (onjuist of op verkeerde plaats injecteren)​
  • Afbreken van de naald.​
  • Prikaccident (bij de zorgverlener)








Complicaties bij injecteren

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gevaren voor jou als verpleegkundige

  1. Overgevoeligheidsreacties na het morsen van antibiotica over je handen of door het ontluchten van de spuit.
  2. Resistentie voor medicijnen omdat je er al meerdere keren mee in aanraking bent geweest.
  3. Besmettingsgevaar (prikaccident).

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorkomen van een prikaccident
- Maak gebruik van naaldencontainers 
- Inenten tegen hepatitis B
- Laat je niet afleiden, voorkom haast
- Plaats de gebruikte naald nooit terug in de  
  beschermhoes.     

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Is injecteren een risicovolle of een voorbehouden handeling?
A
Risicovol
B
Voorbehouden
C
geen van beide

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke injecties mogen
Verpleegkundigen niet toedienen?
A
Subcutane injecties
B
Intramusculaire injecties
C
Intracutane injecties
D
Intraveneuze injecties

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij subcutaan injecteren, dan injecteer je ...
A
In de spier
B
In de huid
C
In een ader
D
In het onderhuidsweefsel

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar prik je als je intramusculair injecteert?
A
ader
B
bot
C
huid
D
spier

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2 manieren van subcutaan injecteren
Loodrechttechniek:
De naald wordt loodrecht door het huidoppervlak (door de opperhuid en de lederhuid) ingebracht. Afhankelijk van de dikte van de huid van de cliënt en de naaldlengte kan dit zowel met als zonder opnemen van een huidplooi.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

video loodrechttechniek

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

De huidplooitechniek 
De huidplooi wordt opgenomen met 2 of 3 vingers; bij het opnemen van een huidplooi met 5 vingers wordt vaak spierweefsel meegenomen en is de huidplooi te dik. De naald wordt onder een hoek van 45° à 60° halverwege tussen het hoogste en laagste punt van de huidplooi ingebracht. 

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

video huidplooitechniek

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Subcutaan injecteren met insulinepen

  1. Roteren van injectieplaats = verwisselen van plaats
  2. Spuitschema maken bij vaak injecteren

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als we een injectie geven in de huid zoals de Montoux-prik dan is dat....
A
Intracutaan
B
Intramusculair
C
Intraveneus
D
Subcutaan

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als we intraveneus medicatie toedienen dan doen we dat in een....
A
Spier
B
Onder de huid
C
Ader
D
In de huid

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke injectie kan je 45 en 90 graden injecteren
A
intramusculair
B
subcutaan
C
intraveneuze
D
insuline injecteren

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als we de loodrecht techniek toepassen bij subcutaan injecteren welke gevolgen heeft dat voor de naald?
A
Een gewone naald zoals altijd
B
De naald is lang
C
De naald is kort

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen?

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen in de praktijk

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen?

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opruimen
Ruim al je gebruikte materiaal op
Laat je werkplek netjes achter!

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Einde les


Tot de volgende keer!

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions