(2022) 2: Analyse en structuur

Examentraining!






Analyseren en interpreteren
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Examentraining!






Analyseren en interpreteren

Slide 1 - Diapositive

Verder met de examentraining
Structuur aangeven op de tekst
bied je nu een voordeel: je hoeft niet eerst de hele tekst te herlezen. Herlees je onderstreepte kernzinnen en bekijk de signaalwoorden. 

Slide 2 - Diapositive

Antwoorden
Zin 1: constatering, zin 2: oorzaak, precisering of uitwerking, zin 3: voorwaarde, zin 4: [al gegeven], zin 5: Uitwerking of precisering, zin 6: conclusie

Indien 5 goed (4p), 4 goed (3p), 3 goed (2p), 2 goed (1p), indien 0 of 1 goed (0p)

8: A (afweging) 1p

Slide 3 - Diapositive

Een tekst indelen 
  • Een tekst bestaat uit deelonderwerpen
  • Bijna elk examen bevat de opdracht om de tekst (na de inleiding) te verdelen in deelonderwerpen (tussenkopjes).
  • Jij moet bepalen bij welke alinea's ze horen. 

Slide 4 - Diapositive

Tips!
  • Een deelonderwerp wordt vaak aangekondigd in de eerste zin(nen) en soms afgerond met een slotzin. Zoek dus naar dit soort scharnierzinnen (begin en einde alinea's)
  • De delen staan altijd op chronologische volgorde
  • Het eerste deelonderwerp start na de inleiding
  • Kijk ook naar andere examenvragen: die gaan soms over dat onderwerp.
  • Let op synoniemen voor de woorden in de vraag in de tekst.  

Slide 5 - Diapositive

Maak vraag 1 en 2


timer
5:00

Slide 6 - Diapositive

Let op
De volgende slide bevat de uitwerking van de opdracht. Klik pas op de volgende slide als je een antwoord hebt geformuleerd. 

Slide 7 - Diapositive

Antwoord
1: alinea 8 (1p)
2: alinea 13 (1p)

Slide 8 - Diapositive

Iets uitleggen / iets met eigen woorden zeggen

een stukje tekst uitleggen / een genoemd begrip toelichten / een verklaring die de schrijver geeft in eenvoudige taal weergeven / een vraag formuleren

  • Blijf dicht bij de formulering van de tekst
  • Neem deze niet letterlijk over: voeg in ieder geval enkele eigen woorden toe. 
  • Vaak moet je deze antwoorden in correcte zinnen formuleren en hebben deze vragen een woordengrens. 
  • Tip: herhaal een deel van de vraag in je antwoord. 



Slide 9 - Diapositive

Vraag 5 en 9
timer
5:00

Slide 10 - Diapositive

Let op
De volgende slide bevat de uitwerking van de opdracht. Klik pas op de volgende slide als je een antwoord hebt geformuleerd. 

Slide 11 - Diapositive

Antwoord
5: de saamhorigheid / onderlinge verbondenheid (1p)

9: Dit heeft tot consequentie dat de mens zelf verantwoordelijk is voor zijn eigen slagen of mislukken / dat kwetsbare groepen
het zwaarder krijgen.
(1p)

Slide 12 - Diapositive

Hier zie je allerlei meningen aan bod komen (ieder zijn eigen argumenten), ook die van de schrijver zonder dat je het idee krijgt dat je juist zijn standpunt moet overnemen.
A
Betoog
B
Beschouwing
C
Uiteenzetting

Slide 13 - Quiz

Deze tekstsoort is het beste te vergelijken met een handleiding.
A
Betoog
B
Beschouwing
C
Uiteenzetting

Slide 14 - Quiz

Dit is een zakelijke, objectieve tekst.
A
Betoog
B
Beschouwing
C
Uiteenzetting

Slide 15 - Quiz

Hierin zie je de stelling van de schrijver plus zijn argumenten. Het doel van de schrijver is dat je zijn mening moet overnemen.
A
Betoog
B
Beschouwing
C
Uiteenzetting

Slide 16 - Quiz

Je moet wel (of juist geen) actie ondernemen.
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Adviseren

Slide 17 - Quiz

In lange examenteksten kan heel goed een combinatie van de tekstsoorten voorkomen, zoals een betoog gecombineerd met een uiteenzetting.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Het doel is om je van zijn mening te overtuigen. Je moet hetzelfde standpunt krijgen als de schrijver
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 19 - Quiz

Je moet kennis opdoen, iets te weten komen.
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Adviseren
D
Amuseren

Slide 20 - Quiz

De schrijver vertelt in tekst P over het ontstaan en de historische ontwikkelingen bij de homeopathie.
A
Betoog
B
Beschouwing
C
Uiteenzetting

Slide 21 - Quiz

De auteur van tekst S is van mening dat de homeopathisch arts het uiteindelijk zal winnen van zijn reguliere collega, omdat zijn behandeling van de patiënt kil en onsympathiek is.
A
Betoog
B
Beschouwing
C
Uiteenzetting

Slide 22 - Quiz

De auteur maakt in tekst R de alternatieve geneeswijze als homeopathie aan de lopende band belachelijk door bijvoorbeeld de denkwijze van de arts en de enorme verdunningen op de hak te nemen.
A
Betoog
B
Beschouwing
C
Uiteenzetting

Slide 23 - Quiz

Tekstdoel en tekstsoort vaststellen
  • Vaak een meerkeuzevraag
  • Wat wil de auteur met deze tekst bereiken bij de lezers?
  • Tip: kijk eens naar de vraag die gaat over de hoofdgedachte. 
  • Bekijk de titel
  • Bekijk de inleiding en het slot. 

Slide 24 - Diapositive

Maak vraag 11 en 12
timer
5:00

Slide 25 - Diapositive

Let op
De volgende slide bevat de uitwerking van de opdracht. Klik pas op de volgende slide als je een antwoord hebt geformuleerd. 

Slide 26 - Diapositive

Antwoord
11. C 
(de oorzaak van een bepaald fenomeen is ... het gevolg dat we zien in de maatschappij is... ) 1p
 

12: B
 (aan de lezer uiteen te zetten hoe de eisen vanuit de arbeidsmarkt veranderd zijn en de lezer ervan te overtuigen dat deze veranderingen een negatieve invloed op de maatschappij hebben.) 1p

Slide 27 - Diapositive

Teksten vergelijken 
  • Gaat vaak over: overeenkomsten en verschillen
  • Let op: als er gevraagd wordt naar verschillen, moet je over beide teksten iets inhoudelijks zeggen.
    (Zeg niet: 'de auteur van tekst X vindt dat niet', want dan zeg je niets inhoudelijks over tekst X)

Slide 28 - Diapositive

Maak 15, 16
timer
10:00

Slide 29 - Diapositive

Let op
De volgende slide bevat de uitwerking van de opdracht. Klik pas op de volgende slide als je een antwoord hebt geformuleerd. 

Slide 30 - Diapositive

Antwoorden
15: “Hoger opgeleiden … het nakijken.” 1p
Ook goed: “Maatschappelijke veranderingen … zou benadrukken.” 


16: bij alinea 15 1p

Slide 31 - Diapositive

(einde les 2)

Slide 32 - Diapositive

Bij De prijs van werk heb je nu de volgende opdrachten nog niet gemaakt



  • 3, 10, 13, 14
  • Ga hiermee aan de slag. 
  • Je zou hier ca. 20 min. mee bezig moeten zijn. 
timer
20:00

Slide 33 - Diapositive

Let op
De volgende slide bevat de uitwerking van de opdracht. Klik pas op de volgende slide als je een antwoord hebt geformuleerd. 

Slide 34 - Diapositive

NB. Het antwoord hoeft niet in hele zin geformuleerd te worden

Slide 35 - Diapositive

Uitwerkingen
  • 10. B (1p)

  • 13. 1, 3, 4 (per juist gekozen element 1p)

  • 14. 1, 4, 7 (per juist gekozen element 1p)

Slide 36 - Diapositive

Kijk naar je gemaakte opdrachten

Waar heb je fouten gemaakt? Snap je waarom het goede antwoord juist is? Heb je nog vragen? 

Kom je er écht niet uit, mail dan je docent Nederlands.
(Tip: hoe concreter de vraag, des te concreter je antwoord kan zijn)

Slide 37 - Diapositive

Samenvatting van de lessenreeks van deze week

De focus (theorie) lag op
- Analyse
- Structuur

Je hebt gewerkt aan
- CE 2016-I De prijs van werk


Slide 38 - Diapositive

Je hebt kennis gemaakt met de volgende theorie-onderdelen: 
  • Citeren
  • Iets met eigen woorden uitleggen
  • Taalgebruik in een tekst beoordelen
  • Functies van een tekstgedeelte
  • Een tekst indelen
  • Tekstdoel en tekstsoort
  • Uitspraken over een tekst beoordelen
  • Teksten vergelijken 

Slide 39 - Diapositive

Volgende keer
Argumenteren en samenvatten

CE-I tekst 1: Mannen? Nee vrouwen zijn bevoorrecht!

Slide 40 - Diapositive