Quizvragen ontwikkelingspsychologie SD-VB.4FA

Quizvragen ontwikkelingspsychologie SD-VB.4FA
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
AgogiekMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Quizvragen ontwikkelingspsychologie SD-VB.4FA

Slide 1 - Diapositive

Wat is het verschil tussen jokken en liegen?
A
Jokken en liegen zijn beide bewust
B
Jokken en liegen zijn beide onbewust
C
Jokken is onbewust
D
Liegen is onbewust

Slide 2 - Quiz

Waarom is het belangrijk om deze fases te weten voor jou als verzorgende als je ouderen verzorgt?

Slide 3 - Question ouverte

Noem drie aandoeningen waaruit blijkt dat ouderen achteruit gaan.

Slide 4 - Carte mentale

Antwoord 
  • Lichamelijk en fysieke mobiliteit gaan achteruit.
  • Artrose, beroerte, copd, dementie , Diabetes Mellitus, hartziekten, kanker ect. 

Slide 5 - Diapositive

Vanaf wanneer begint de pubertijd?
A
vanaf 6 jaar
B
vanaf 7 jaar
C
vanaf 8 jaar
D
vanaf 10 jaar

Slide 6 - Quiz

Wat zijn de cognitieve problemen van ouderen?


Slide 7 - Question ouverte

Kinderen kunnen langer gefocust blijven
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Is de mate van de groei sterk erfelijk bepaald
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Wat zijn de motoriek problemen van ouderen ?

Slide 10 - Carte mentale

Antwoord
  • Motoriek bij ouderen neemt dit erg af 
  • Meeste mobiliteitsproblemen bij ouderen worden veroorzaakt door aandoeningen aan het bewegingsapparaat 
  • sommige bewegingen niet genoeg en word stijf en langzaam in zijn bewegingen. 
  • Als men niet genoeg blijf bewegen ,versnelt en verergert dit proces . 

Slide 11 - Diapositive

Waarom voelen ouderen zich eenzaam?


Slide 12 - Question ouverte

Antwoord
Ouderen voelt zicht eenzaam, omdat ze hebben minder sociale banden, minder deel van sociale activiteiten, wonen ze vaker allen, overleiden van de partner, kinderen die niet langs komen.

Slide 13 - Diapositive

Wat is de grijpreflex?

Slide 14 - Carte mentale

Antwoord

Als de hand van een baby jouw hand raakt en dan direct sluit om je vinger en deze vast houd dat is de grijpreflex 

Slide 15 - Diapositive

Wat is animitisch denken?


Slide 16 - Question ouverte

Antwoord
Animistisch denken is dat een peuter menselijke eigenschappen geeft aan levenloze dingen.

Slide 17 - Diapositive

Wat is de definitie van risicofactoren?

Slide 18 - Question ouverte

Antwoord
Risicofactoren zijn gedragingen, omstandigheden of kenmerken die de kans dat de ontwikkeling verstoord raak vergroten 

Slide 19 - Diapositive

Tot welke leeftijd duurt de ontwikkeling van de hersenen?
A
18 jaar
B
25 jaar
C
40 jaar

Slide 20 - Quiz

Wat hoort niet bij het gedrag van een adolescent?
A
Impulsief gedrag
B
onvoorspelbaar
C
risico’s nemen
D
fantasie denken

Slide 21 - Quiz

Beperkt een gezonde lijfwijze de achteruitgang op latere leeftijd?

A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

In welke fase is er een snelle ontwikkeling van fysieke groei en motorische vaardigheden?
A
Kleuter
B
Basisschoolleeftijd
C
Peuter
D
Zuigelingsfase

Slide 23 - Quiz

Een op de drie vrouwen hebben geen overgangsklachten
A
Waar
B
niet waar

Slide 24 - Quiz

Waarom kan een puber zich niet sociaal gedragen?

Slide 25 - Question ouverte

Antwoord
Door opvoeding en ontwikkeling

Slide 26 - Diapositive


A

Slide 27 - Quiz

Wat is concreet magisch denken?

Slide 28 - Carte mentale

Antwoord
Eigen wereld leven, fantasie.

Slide 29 - Diapositive

Is het brein van een adolescent uit ontwikkelt?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quiz

Hoe ontwikkel jij nog uit als volwassen?

Slide 31 - Carte mentale

Antwoord
Sociale contacten, opleidingen.

Slide 32 - Diapositive