4/5H Beeldaspecten

4/5H Begrippen
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
TekenenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

4/5H Begrippen

Slide 1 - Diapositive

Je kunt er de vorm van een walvis in herkennen. Dat maakt dit werk:
A
Abstract
B
Figuratief

Slide 2 - Quiz

Is dit werk figuratief of abstract?
A
figuratief
B
abstract

Slide 3 - Quiz

Dit schilderij is:
A
Figuratief
B
Abstract
C
geabstraheerd

Slide 4 - Quiz


A
Abstract
B
Geabstraheerd
C
Figuratief

Slide 5 - Quiz


A
Abstract
B
Geabstraheerd
C
Figuratief

Slide 6 - Quiz


Dit schilderij is:
A
Figuratief
B
Abstract
C
Geabstaheerd

Slide 7 - Quiz


Deze vorm is sterk vereenvoudigd dus...
A
abstract
B
gestileerd

Slide 8 - Quiz


A
Abstract
B
Geabstraheerd
C
Figuratief
D
Gestileerd

Slide 9 - Quiz


A
Abstract
B
Geabstraheerd
C
Figuratief
D
Gestileerd

Slide 10 - Quiz

Beeldaspect
Kleur

Slide 11 - Diapositive

Welk kleurcontrast is hier zichtbaar?
A
Licht-donker contrast
B
Secundair contrast
C
Warm-koud contrast
D
Kwantiteitscontrast

Slide 12 - Quiz


welk kleurcontrast zie je?
A
Licht- Donker
B
Warm-Koud
C
Complementair
D
Secundair

Slide 13 - Quiz

Wat zijn de drie complementaire kleurcontrasten?
A
geel-paars, oranje-geel, groen-blauw
B
geel-paars, oranje-blauw, groen-bruin
C
geel-paars, oranje-blauw, groen-rood
D
geel-paars, oranje-blauw, zwart-wit

Slide 14 - Quiz

Welk kleurcontrast zie je hier?
A
Kleur-tegen-kleur contrast
B
Complementair contrast
C
Kwaliteitscontrast
D
Kwantiteitscontrast

Slide 15 - Quiz


Het belangrijkste kleurcontrast is:
A
complementair kleurcontrast
B
Licht-donker contrast

Slide 16 - Quiz

Welk
Kleurcontrast
zie je hier?
A
Complementair Kleurcontrast
B
Warm-koud kleurcontrast
C
Licht-donker Kleurcontrast
D
Kleur-tegen-Kleur contrast

Slide 17 - Quiz

welke kleurcontrasten herken je?
A
kleur tegen kleur
B
complementair
C
warm - koud
D
licht - donker

Slide 18 - Quiz

Beeldaspect
Vorm 

Slide 19 - Diapositive

Is dit beeld een organisch of geometrische vorm?
A
organisch
B
geometrisch

Slide 20 - Quiz

Wat is een belangrijk kenmerk van een geometrische vorm?
A
Meetkundige vorm
B
Het zijn vierkanten en rechthoeken
C
Alles is gebaseerd op natuurlijke vormen
D
Het is driedimensionaal

Slide 21 - Quiz

Je ziet hier een vormcontrast tussen een organische en geometrische vorm.
Wat is een vormcontrast?
A
Meerdere vormen op een blad
B
Als je verschillende vormen gebruikt
C
Een tegenstelling in vormsoorten
D
Geen van de andere antwoorden

Slide 22 - Quiz


A
Organische vorm
B
Geometrische vorm

Slide 23 - Quiz


A
Organische vorm
B
Geometrische vorm

Slide 24 - Quiz


A
Organische vorm
B
Geometrische vorm

Slide 25 - Quiz

Beeldaspect
Ruimtewerking

Slide 26 - Diapositive

Wat is ruimtesuggestie?
A
een trucje om je tekening mooier te maken
B
een manier om op het platte vlak ruimte uit te beelden

Slide 27 - Quiz

Hier is sprake van ruimtesuggestie d.m.v:
A
Overlapping
B
Afsnijding
C
Diepte (3D)
D
Licht

Slide 28 - Quiz

Hier is sprake van ruimtesuggestie d.m.v. (2 dingen)
A
Repoussoir
B
Groot-Klein
C
Atmosferisch perspectief
D
Perspectief

Slide 29 - Quiz


Wat voor soorten
ruimtesuggestie
zijn hier duidelijk te zien?
A
Overlapping , afsnijding en atmosferisch perspectief
B
Overlapping, afsnijding
C
Afsnijding, atmosferisch perspectief en vervaging van vormen
D
Overlapping, afsnijding, atmosferisch perspectief en vervaging van vormen

Slide 30 - Quiz

op deze afbeelding zie je ruimtesuggestie door
A
overlapping
B
afsnijding
C
kleurperspectief
D
groot voor-klein achter

Slide 31 - Quiz

Beeldaspect
Ordening/compositie

Slide 32 - Diapositive

wat is een compositie?
A
Allemaal voorwerpen op een tafel.
B
Een schilderij of een foto.
C
Een ruimtelijk beeld.
D
De manier waarop vormen, kleuren, lijnen en richtingen in een kunstwerk zijn geordend /samengesteld.

Slide 33 - Quiz

Wat voor compositie is dit?
A
Symmetrische compositie
B
Centrale compositie
C
Diagonale compositie
D
Overall compositie

Slide 34 - Quiz

De compositie van dit schilderij is:
A
Statisch
B
Dynamisch

Slide 35 - Quiz

Wat is dit voor compositie?
A
Beweging compositie
B
Centrale compositie
C
Overall compositie
D
Horizontale compositie

Slide 36 - Quiz

Wat voor compositie is dit?
A
Centrale compositie
B
Over-all compositie
C
Geen van beide

Slide 37 - Quiz

Wat voor een compositie is dit?
A
Overall compositie
B
Diagonale compositie
C
Symmetrische compositie
D
Centrale compositie

Slide 38 - Quiz

Wat voor een compositie is dit?
A
Driehoekscompositie
B
Symmetrie compositie
C
Centraalcompositie
D
Diagonaalcompositie

Slide 39 - Quiz

Wat is dit voor compositie?
A
Symmetrisch
B
Centraal
C
Overall
D
Driehoekscompositie

Slide 40 - Quiz

Wat voor een compositie is dit?
A
Over-all-compositie
B
Diagonaalcompositie
C
Symmetrie compositie
D
Centraalcompositie

Slide 41 - Quiz


Welk schilderij heeft een dynamische compositie?
a
b
A
Beeld A
B
Beeld B

Slide 42 - Quiz

Vul je naam is als je denkt dat je nog aan de slag moet met de theorie van de beeldaspecten:

Slide 43 - Question ouverte