Thema 5 - klas 1 - Blok 1 - 2 lessen - stad en dorp

De Stad en een dorp. 
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

De Stad en een dorp. 

Slide 1 - Diapositive

Inleiding - blok 1
De stad
Je bent er vast weleens geweest, in de stad. Je gaat er heen om te winkelen of naar de McDonalds te gaan of misschien woon je er wel. 
Dit thema gaat over de stad. 
In deze les ga je leren over stedelijke gebieden landelijke gebieden, verstedelijking en grondgebruik in Nederland. 

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen 
- In welk tijdvak zijn de meeste steden ontstaan?
- Waarom ontstaan er steden op bepaalde plekken?
Wat is het 

Slide 3 - Diapositive

De tien tijdvakken
De geschiedenis is ingedeeld in 10 tijdvakken. Na een bijzondere gebeurtenis kwam er vaak een nieuw tijdvak. 

(weet je nog het openlucht museum)

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

In welk tijdvak zijn de meeste steden ontstaan?

In tijdvak 4: steden en staten zijn de meeste steden ontstaan.

Slide 6 - Diapositive

Stad vs. Dorp
Bekijk het filmpje hiernaast en beantwoord daarna de vragen op de volgende dia. 
Bekijk het filmpje hiernaast en beantwoord daarna de vragen op de volgend de dia. 
Blok 1: Wonen in de stad
Stad en dorp

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Zou jij liever in een dorp of in een stad willen wonen en waarom?

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Vidéo

Steden ontstaan
De meeste steden in Europa zijn ontstaan na het jaar 1000.
-> De bevolking groeide
-> Om al de mensen te voeden werden bossen/moerassen ontgonnen.
-> Drieslagstelsel zorgde voor meer opbrengst
-> Niet iedereen hoefde meer boer te zijn
-> Mensen gingen hierdoor een ambacht uitoefenen

Slide 11 - Diapositive

Ontgonnen
Het gereedmaken van onbruikbare landbouwgrond voor landbouwgrond. Dus bijvoorbeeld bossen en moerassen gereedmaken voor landbouwgrond. 

Slide 12 - Diapositive

Ambacht 
Niet iedereen hoefde meer boer te zijn, daarom specialiseerde mensen zich in een ambacht.
Een ambacht is een vak zoals smid, timmerman of schoenmaker. Een ambachtsman maakt dingen met gereedschap en met zijn handen

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Naast ambachtslieden werden mensen ook handelaar.​
Handelaren gingen op een handige plek wonen: waar veel mensen langs komen. ​
Bijvoorbeeld: kruispunt van wegen of bij een rivier.​
Wat kozen ze voor de veiligheid?​
In de buurt van een klooster of een kasteel gaan wonen.
Waarom ontstaan er steden op bepaalde plekken?

Slide 15 - Diapositive

Aan de slag 
Maken huiswerk blok 1 opdracht 3, 4 en 5.

Slide 16 - Diapositive

- Wat is het verschil tussen een dagelijkse en niet dagelijkse voorziening?


Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

dagelijks/niet dagelijks
  • Voorzieningen die je (bijna) dagelijks gebruikt zijn dagelijkse voorzieningen = de supermarkt, school, de bakker etc. 

  • Voorzieningen die je weinig of minder vaak gebruikt zijn niet-dagelijkse voorzieningen = de bioscoop, het zwembad, de kapper, schoenwinkels etc

Slide 19 - Diapositive

heb je minder dan 10,000 inwoners dan heb je een
A
stad
B
dorp

Slide 20 - Quiz

Een groente boer vindt je eerder in een
A
stad
B
dorp

Slide 21 - Quiz

in een stadscentrum vindt je eerder
A
dagelijkse voorzieningen
B
niet dagelijkse voorzieningen

Slide 22 - Quiz

een bioscoop staat eerder in een
A
stad
B
dorp

Slide 23 - Quiz

Noem minimaal 3 voorzieningen die jij wekelijks gebruikt.

Slide 24 - Question ouverte

huiswerk
BLZ 8: maken opdracht 1, 2 en 3
Klaar? lezenpaarse stukjes tekst 
- Waar gaat dit blok over
- steden ontstaan

Slide 25 - Diapositive

einde


Einde

Slide 26 - Diapositive

Thema 5: De Stad  les 2

Slide 27 - Diapositive

Aan het einde van deze 2 les weten jullie: 
Les 1?: 
- Wat het verschil is tussen een dorp en een stad. 
- Welke voorzieningen je vind in een dorp en in een stad. 
Les 2:
-  Hoe landelijke- en stedelijke gebieden er uit zien. 
- Wat verstedelijking is. 
 

Slide 28 - Diapositive

herhalen

Slide 29 - Diapositive

geef 2 kenmerken van een dorp

Slide 30 - Question ouverte

Leg uit wat een niet dagelijkse voorziening is en geef er 1 voorbeeld van

Slide 31 - Question ouverte

heb je minder dan 10,000 inwoners dan heb je een
A
stad
B
dorp

Slide 32 - Quiz

in een stadscentrum vindt je eerder
A
dagelijkse voorzieningen
B
niet dagelijkse voorzieningen

Slide 33 - Quiz

Huiswerk checken

Slide 34 - Diapositive

Hoe ziet een  landelijke- en stedelijke gebieden er uit?

Slide 35 - Diapositive

Wat denk je dat een stedelijk gebied is?

Slide 36 - Carte mentale

Slide 37 - Vidéo

Verstedelijking
= als veel meer mensen van het platteland naar de stad verhuizen.

Slide 38 - Diapositive

Verstedelijking in Nederland...

Slide 39 - Diapositive

Figuur 2
Figuur 3

Slide 40 - Diapositive

Op de vorige dia zag figuur 2 en 3. Vul de volgende vraag in. Figuur 2 pas het beste bij het begrip...
A
landelijk gebied
B
randstad
C
stedelijk gebied
D
woonwijk

Slide 41 - Quiz

Figuur 3 past het beste bij het begrip...
A
landelijk gebied
B
randstad
C
stedelijk gebied
D
woonwijk

Slide 42 - Quiz

Stedelijke gebieden
Landelijke gebieden
weinig inwoners
veel inwoners
Kleinere huizen
Natuur
rust
veel voorzieningen
iedereen kent elkaar
Veel werk
bioscopen
weinig werk

Slide 43 - Question de remorquage

Slide 44 - Vidéo

huiswerk

Slide 45 - Diapositive

einde


Einde

Slide 46 - Diapositive