KT1: taalverzorging: voorzetsels

Grammatica
Voorzetsels
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Grammatica
Voorzetsels

Slide 1 - Diapositive

Doel


- Ik kan voorzetsels herkennen en gebruiken

- Ik weet wat scheidbare werkwoorden zijn

Slide 2 - Diapositive

Voorzetsels


- geeft vaak plaats, tijd of reden/oorzaak aan

- soms is er een vaste combinatie (in verband met)

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Trucje

Voorzetsels kun je invullen op de volgende puntjes:


...de kast 
...het schoolfeest

Slide 5 - Diapositive

Let op!
 Soms heb je niet te maken met een voorzetsel maar met een scheidbaar werkwoord. Dan bestaat het werkwoord uit twee delen:
  • Nakijken: Ik kijk het werk na.
  • Opstaan: Ik sta altijd om 6 uur op.


Slide 6 - Diapositive

Vaste voorzetsels

Sommige uitdrukkingen hebben een vast voorzetsel.

Bv: zich verdiepen in

in combinatie met



Slide 7 - Diapositive

Even oefenen...

Slide 8 - Diapositive


Welk voorzetsel ontbreekt?
Hij woont ... de kerk

A
in
B
op
C
over
D
naast

Slide 9 - Quiz


Welk voorzetsel ontbreekt?
De auto rijdt ... de straat

A
onder
B
binnen
C
door
D
tegen

Slide 10 - Quiz


Wat is het voorzetsel in de volgende zin:
De trein uit Amsterdam komt om vier uur aan.
A
uit
B
aan
C
uit, om
D
om, aan, uit

Slide 11 - Quiz

Ik ren naar beneden
Sleep het vinkje naar het voorzetsel

Slide 12 - Question de remorquage

Ik loop vaak in de stad
Sleep het vinkje naar het voorzetsel

Slide 13 - Question de remorquage

We kijken samen naar voetbal op de televisie
Sleep het vinkje naar het voorzetsel

Slide 14 - Question de remorquage

[...1...] de stad is een gracht. 
Je moet [...2...] de brug om aan de andere kant te komen. 
[...3...] de brug slapen wel eens mensen die geen huis hebben. Vooral [...4...] de zomermaanden. 
Vaak zijn dat toeristen [...2...] andere landen.
Sleep de voorzetsels naar de 
juiste plek in het verhaal.
rond
in
uit
onder
voor
over
bij
na
op
om

Slide 15 - Question de remorquage

verder oefenen?
Dat kan op de volgende sites.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

Slide 18 - Lien

Evaluatie

Slide 19 - Diapositive

Wat is een voorzetsel?

Slide 20 - Question ouverte

Maak een zin met een voorzetsel

Slide 21 - Question ouverte