WRE 1HV - Grammatica WS - Voorzetsel

timer
5:00
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Cursus 5 - Grammatica WS
1. Lesdoelen
2. Uitleg: voorzetsel
3. Samen oefenen
4. Keuze maken voor ZW
5. Aan het werk
6. Lesdoelen checken + afronden

Slide 2 - Diapositive

  • Je leert wat een voorzetsel is;
  • Je leert wat voorzetseluitdrukkingen zijn;
  • Je leert voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen herkennen en benoemen;
Lesdoelen

Slide 3 - Diapositive

Voorzetsel
Een voorzetsel is een kort woord. Voorzetsels zijn woorden als aan, in, op, uit en voor. Ze vormen meestal het begin van een woordgroep: aan de muur, in de kast, op donderdag, uit gewoonte, voor jou, enz. Voorzetsels geven vaak een plaats (waar), tijd (wanneer) of reden (waarom) aan

Slide 4 - Diapositive

Voorzetsel
Voorzetsels worden vaak in combinatie met een zelfstandig naamwoord gebruikt.
  • Je kunt een voorzetsel vaak voor een lidwoord + zelfstandig naamwoord zetten: Voor de pauze.
  • Een voorzetsel staat meestal aan het begin van een zinsdeel: Ik ga naar de sportschool.
zo herken je een 

Slide 5 - Diapositive

Voorzetsel+werkwoord
Voorzetseluitdrukkingen
Soms vormt een voorzetsel een vaste combinatie met een werkwoord: hopen op, denken aan/over, genieten van.
Soms vormen voorzetsels een vaste combinatie met een zelfstandig naamwoord. Dit noem je een voorzetseluitdrukking: bij wijze van, in antwoord op, in overleg met.

Slide 6 - Diapositive

Hij distantieerde zich volledig ...
de keuze die door de coachgroep was gemaakt.
A
in
B
met
C
voor
D
van

Slide 7 - Quiz


Welk voorzetsel ontbreekt?
De auto rijdt ... de straat

A
onder
B
binnen
C
door
D
tegen

Slide 8 - Quiz


Wat is het voorzetsel in de volgende zin:
De trein uit Amsterdam komt om vier uur aan.
A
uit
B
aan
C
uit, om
D
om, aan

Slide 9 - Quiz

Ik ren naar beneden
Sleep het vinkje naar het voorzetsel

Slide 10 - Question de remorquage

Ik loop vaak in de stad
Sleep het vinkje naar het voorzetsel

Slide 11 - Question de remorquage

We kijken samen naar voetbal op de televisie
Sleep het vinkje naar het voorzetsel

Slide 12 - Question de remorquage

[...1...] de stad is een gracht. 
Je moet [...2...] de brug om aan de andere kant te komen. 
[...3...] de brug slapen wel eens mensen die geen huis hebben. Vooral [...4...] de zomermaanden. 
Vaak zijn dat toeristen [...2...] andere landen.
Sleep de voorzetsels naar de 
juiste plek in het verhaal.
rond
in
uit
onder
voor
over
bij
na
op
om

Slide 13 - Question de remorquage

In welke zin staat een voorzetseluitdrukking?
A
De sleutels hangen altijd aan het haakje bij de voordeur.
B
PSV speelde in Venlo een moeizaam duel.
C
Het orkest stond onder leiding van een jonge dirigent.

Slide 14 - Quiz

Voorzetseluitdrukkingen:
Het is: met uitzondering ...
A
met
B
door
C
ui
D
van

Slide 15 - Quiz

Voorzetseluitdrukkingen:
Het is : in tegenstelling ...
A
met
B
van
C
tot
D
door

Slide 16 - Quiz

Kiezen uit:
Ik snap het en ga zelfstandig aan het werk.
Ik wil nog graag extra oefenen.

Slide 17 - Sondage

Zelfstandig werken
Wat:
Havo: opdracht 1 t/m 5 (blz. 222-223)
Vwo: opdracht 1, 2, 4 en 5 (blz. 222-223)
Hoe:
Je mag fluisterend overleggen. Zet de antwoorden in je schrift.
Hulp:
De 4 B's (poster whiteboard)
Tijd:
Tot de laatste vijf minuten van de les.
Klaar:
Kiezen uit:
- Opdrachten nakijken (nakijkboekjes op bureau)
- Trainen in de online methode
- Vrij lezen
- Oefentoetsjes maken in de online methode
ZELFSTANDIG WERKEN
Extra oefenen

Slide 18 - Diapositive

  • Je leert wat een voorzetsel is;
  • Je leert wat voorzetseluitdrukkingen zijn;
  • Je leert voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen herkennen en benoemen;
Lesdoelen

Slide 19 - Diapositive

Ik weet wat een voorzetsel is
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Sondage

Ik weet wat een voorzetseluitdrukking is
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Sondage

Ik kan voorzetsels herkennen in een tekst
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Sondage

Ik heb de goede keuze gemaakt tijdens het zelfstandig werken
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage

Ik ben tevreden over mijn werkhouding tijdens het zelfstandig werken
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage