Mavo 1, 12 februari, kernzin, komma's, feit en mening

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Mavo 1, 12 februari, kernzin, komma's, feit en mening

Ga alvast naar www.lessonup.app alsjeblieft. 

Stap 1: Ga naar www.lessonup.app

Stap 2: Log in met OFFICE 365 

Stap 3: Je klikt op 'Ja, ik wil deelnemen aan de les'

                                         Welkom!

              Voordat de les is begonnen, heb jij:

Grammatica:

Je kunt de volgende onderdelen herkennen in een zin:

Lidwoorden herkennen

Zelfstandig naamwoorden

Bijvoeglijk naamwoord

Werkwoorden 

 Onderdeel lezen herhalen:

• kernzin
• feit/mening
• signaalwoord tegenstelling
• synoniem

 Terugblik vorige les     

        Vandaag

• Wat de leerdoelen voor lezen zijn
• Wat een kernzin is en kun je die in een alinea aanwijzen.
• Signaalwoorden van tegenstelling uitleggen en aanwijzen in een tekst.
• Verschil feit/mening kunnen uitleggen. 
  

     LESDOELEN

          Na de les, kun jij uitleggen: 

Wat noemen we iets wat werkelijk gebeurd is en ook te controleren is?

Noem een woord wat deze betekenis heeft:
iets wat iemand ergens van vindt.

Wat zijn synoniemen?

1. Zelfde woord, maar betekent iets anders
2. Als je niet het letterlijke woord gebruikt maar 'bij wijze van spreken'
3. Een ander woord met zelfde of soortgelijke betekenis
4. Het tegenovergestelde van een woord

Uitleg: wat zijn kernzinnen?

KERNZINNEN

Kernzin

De belangrijkste informatie van een alinea.

Waar staat de kernzin? 

• De 1e zin is de kernzin.
• De 2e zin van een alinea is de kernzin.
• De laatste zin van de alinea is de kernzin.

Kernzin:

• Vaak 1e zin van een alinea
• volgende zinnen zijn vaak toelichting, uitleg, voorbeeld op de kernzin

Hoofdzaken:

• belangrijkste info over het onderwerp, staat vaak in de kernzin
  

Uitleg: signaalwoorden

Tekstverband tegenstelling

Verbanden en signaalwoorden

Verband --> wat hebben zinnen of alinea's met elkaar te maken?

Signaalwoorden laten dit verband zien.

Verbanden:
- Opsomming
- Tegenstelling

Voorbeeld

Vorig jaar sportte ik drie keer in de week, maar daar heb ik nu geen tijd meer voor.

maar = signaalwoord = tegenstellend verband

Signaalwoorden: tegenstellingen 

• Een signaalwoord geeft een verband weer in een zin.

• Er zijn signaalwoorden die tegenstellingen laten zien. 
• Een tegenstelling is het tegenovergestelde van elkaar.
  

Tegenstellend verband

• Signaalwoorden voor een tegenstelling zijn: 
• maar
• hoewel
• echter

Zelfstandig werken (mavo 1)

Lees	Lezen 3.3 lezen
Maak	Opdracht: 6, 8, 10, 15 en 16
Hoe	Alleen en in stilte
Tijd	15 minuten (stilte)
Eerder klaar?	Als je al jouw fouten hebt bekeken en alles hebt begrepen, mag je iets voor jezelf doen.
Resultaat	Klassikaal nabespreken

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

• De leerdoelen voor lezen uitleggen.
• Wat een kernzin is en uit de alinea kunnen halen
• Signaalwoorden van tegenstelling uitleggen en een voorbeeld hiervan geven.
• feit/mening kunnen uitleggen 
  

         Lesdoelen behaald?

                  Na de les, kan jij:

Morgen: oefentoets deel 1 oefenen

Woordjes leren 2.5 

+ 

leerdoelen doornemen 

       Volgende les

         Huiswerk

Tot de volgende les!

• Schuif alsjeblieft jouw stoel aan.
• Ga achter jouw stoel staan.
• Alles weer netjes: grond? Tafel?

Dank je wel!