Start H3 §1

3.1 Leven op het platteland 
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

3.1 Leven op het platteland 

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag? 
- Welkom! + dagopening
- Bespreken studiewijzer
- Huiswerk opschrijven 
- Start hoofdstuk 3 
- Uitleg domeinopdracht 
- Werken aan domeinopdracht 1 
- Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk 
Schrijf op in je plenda: 

Maak van §1 opdracht 3 t/m 6. 
blz. 130 t/m 132. 

Slide 3 - Diapositive

Bespreken studiewijzer

Slide 4 - Diapositive

Hoofdstuk 3: 
Kastelen, kloosters en steden

Slide 5 - Diapositive

Tijdbalk
De tijd van de monniken & ridders
De middeleeuwen

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Wat weten jullie al over
De Middeleeuwen?

Slide 8 - Carte mentale

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

Je kunt drie redenen noemen waardoor het Romeinse Rijk uiteenviel en nieuwe koninkrijken ontstonden. 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Vidéo

Het Romeinse Rijk valt uit elkaar
Eeuwenlang was het Romeinse Rijk erg groot en machtig.

In de 4e eeuw ontstonden er steeds grotere problemen, namelijk:

Slide 17 - Diapositive

Het Romeinse Rijk valt uit elkaar

1. Het leger was eigenlijk te klein (300.000 man) om alle grenzen van het rijk goed te bewaken.

Slide 18 - Diapositive

Het Romeinse Rijk valt uit elkaar
2. Door de hoge belastingen, hielden veel boeren niet genoeg geld over om zelf van te leven. Ze verlieten hun boerderijen: akkers bleven onbewerkt, voedselproductie daalde en dus minder belasting.

Slide 19 - Diapositive

Het Romeinse Rijk valt uit elkaar
3. Opvolging van de keizer: Romeinen vochten steeds vaker onderling, als er een nieuwe keizer moest komen. Tijdens zo'n ruzie werd het rijk niet goed bestuurd.

Gevolg: in 395 werd het Romeinse Rijk in tweeen gesplitst:
- West-Romeinse Rijk met een eigen keizer (tot 476 bestaan).
- Oost-Romeinse Rijk met een eigen keizer (tot 1453 bestaan).

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Volksverhuizingen
  • Aan het West-Romeinse Rijk kwam in 476 een einde door al deze problemen.
  • Daarnaast trokken regelmatig Germaanse volken het West-Romeinse Rijk binnen: op zoek naar nieuwe plek om te wonen of om te plunderen.

Slide 22 - Diapositive

Volksverhuizingen
  • Volken vluchtten voor de Hunnen, een volk uit Azie dat plunderend door Europa trok.
  • Deze grote verplaasting van Germaanse volken noemen we de volksverhuizingen.

Slide 23 - Diapositive

De Hunnen waren gewelddadig en joegen andere volken het Romeinse Rijk in. 
De zwakke verdediging en de andere volken (barbaren) zorgden ervoor dat de Romeinse keizer werd afgezet.

Slide 24 - Diapositive

Einde West-Romeinse Rijk
  • Het Romeinse leger was niet sterk genoeg om de grenzen van het West-Romeinse Rijk te verdedigen. 
  • De Romeinse keizer kreeg steeds minder macht.
  • In 476 zette het Germaanse stamhoofd Odoaker de laatste West-Romeinse keizer af:
  • Einde van het West-Romeinse Rijk.

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

476 na chr. het einde

Slide 27 - Diapositive

Gevolgen
  • Overal in Europa stichtten Germanen nieuwe koninkrijken.
  • Bruggen en wegen werden niet meer onderhouden.
  • Bijna alle handel verdween.
  • Europa werd (weer) een landbouwsamenleving.

De middeleeuwen zijn begonnen: 500 tot 1500.

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Je kunt uitleggen waarom mensen rond 500 op een domein gingen wonen. 

Slide 31 - Diapositive

Domein
  • Hierdoor weinig handel en muntgeld niet meer gebruikt

  • Stedelingen trokken naar platteland --> daar voedselverbouwen 
  • Oorlog, plunderingen door volksverhuizing 
  • Op het platteland bescherming zoeken bij een machtige boer
  • Machtige boer: versterkte boerderij + gewapende knechten 
  • In ruil voor bescherming moesten kleine boeren land afstaan

Slide 32 - Diapositive

Domein
  • De machtige boeren kregen steeds meer grond
  • Ze werden heer van een domein
  • Gebied waar een heer de baas was en waarvan hij de inkomsten kreeg. Het bestond vroonland (met de hoeve van de heer), hoeveland (waar de horigen woonden) en woeste gronden.

Slide 33 - Diapositive

Domein
  • 3 delen:
  • 1: Woeste grond --> bossen, rivieren --> leverde hout en vis
  • 2: Vroonland: Land gebruikt door heer --> Boerderij + opbrengsten voor de heer 
  • 3: Hoeveland: Woon en werkplaats horigen: Boer die geen eigen grond had

Slide 34 - Diapositive

Onveilige tijd
  • Tijdens de volksverhuizingen plunderden was er in West-Europa voortdurend oorlog: steden werden geplunderd en reizigers beroofd.
  • Bijna geen handel meer, munten niet meer gebruikt.
  • Veel mensen vertrokken naar het platteland: veiliger en meer voedsel.

Slide 35 - Diapositive

Platteland 
  • Om veilig op het platteland te kunnen wonen, zochten veel kleine boeren bescherming bij een grotere boer in de buurt.
  • In ruil voor die bescherming moesten de kleine boeren hun grond afstaan aan de machtige boer.
  • Zo kregen sommige boeren veel grond in bezit: ze werden heer van een domein
  • De boeren werden horigen.

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Je kunt uitleggen uit welke delen een domein bestond en wie er woonden. 

Slide 38 - Diapositive

Domein
  • Bestond uit:
  • (versterkte) boerderij van de heer
  • huizen van boeren
  • een kerk
  • landbouwgrond
  • bossen
  • soms een werkplaats of een molen

Slide 39 - Diapositive

Domein bestond uit 3 delen:
  • 1.. Een deel van de grond gebruikte de heer zelf.
  • 2. Op het andere deel woonden boeren die in dienst waren van de heer: horigen.
  • 3. Woeste gronden, bijv. bos

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

Horigen
  • Waren niet vrij.
  • Mochten niet zonder toestemming van de heer van het domein af.
  • Pacht betalen voor gebruik van het land.
  • Herendiensten verrichten. 

Slide 43 - Diapositive

Herendiensten
  • Een of twee dagen per week op het land van de heer werken, bijv. ploegen.
  • Hoeve van de heer onderhouden, bijv. hek repareren.

Slide 44 - Diapositive

Hofstelsel
Dit hele stelsel van heren, horigen en herendiensten noemen we het hofstelsel.

Alles draaide om het hof (de hoeve) van de heer.

Slide 45 - Diapositive

Vrije boeren
  • Niet alle boeren waren horigen geworden.
  • Sommige boeren waren nog vrij.
  • Zij hadden eigen grond.
  • Als vrije boer moest je verplicht meevechten in het leger van de koning.
  • De wapens moest jezelf betalen.

Slide 46 - Diapositive

Aan de slag! 

Ga met je partner aan de slag met de domeinopdrachten. Schrijf de antwoorden allebei in je schrift. 

Slide 47 - Diapositive

Zet de woorden op de juiste plaats:  3.1 Leven op het platteland


    
   

  
 


Nieuwe ………………………………………
4e eeuw n. C. problemen Romeinse Rijk:
    ……………………. te klein en Limes te lang om te verdedigen
Hoge ………………..........: boeren laten landen braak liggen -> minder productie en minder geld
Veel onderlinge strijd: constante strijd om de ...........
  …………. n. Chr. Splitsing:

-……………….. -Romeinse rijk, Rome
- Oost-Romeinse rijk, …………………
koninkrijken
leger
belastingen
macht
395 n.C.
West
Constantinopel

Slide 48 - Question de remorquage

Waarom verhuisden mensen in West-Europa na het vertrek van de Romeinen van de stad naar het platteland?

Slide 49 - Question ouverte

Hoe heette een gebied met eenversterkte boerderij, huizen van boeren, een kerk, landbouwgrond en bossen?

Slide 50 - Question ouverte