voedselverspilling

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Deze les:
Uitleg over voedselverspilling
Opdrachten My Spot (Magisterme) maken
Uitleg IO en metingen
Naar de keuken

Slide 2 - Diapositive

Voedselproductie

Slide 3 - Diapositive

Voedselproductie

Slide 4 - Diapositive

Voedselproductie kost energie
  • Machines
  • Vervoer
  • Bewaren
  • Bereiden
  • Water: 1 pond gehakt = 5.000 liter water

Wereldwijd 1.300.000.000.000 kg per jaar.... (1,3 milj ton)

Slide 5 - Diapositive

Hoe maak je voedsel langer houdbaar?
Conserveren = voedsel langer houdbaar maken
  1. Koelen
  2. Drogen
  3. Zouten 
  4. Inleggen in zuur
  5. Verhitten
  6. Inblikken

Slide 6 - Diapositive

Aan het einde van de les kan je
  • aangeven wat een woonzorgcentrum is
  • wat de basisregels hygienisch werken betekenen
  • wat de afkorting HACCP voor staat
  • wat een voedselvergiftiging/ voedselinfectie is
  • wat TGT en THT betekent
  • hoe je bederf kan tegengaan
TGT en THT

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Opdrachten
Maak de opdrachten op MagisterMe.

Nadat de IO is afgesloten moeten alle opgegeven opdrachten afgerond zijn. Je hebt hier in de les tijd voor en je kan het als huiswerk maken.

Slide 9 - Diapositive

Kwaliteitsmetingen
Onderdeel IO

Slide 10 - Diapositive

Controle bij binnenkomst
Ingangscontrole:
Bekijk de verpakking, houdbaarheidsdatum, kleur, uiterlijk, geur en evt kerntemperatuur

Je kunt monsters nemen.

Slide 11 - Diapositive

Organoleptische keuring:
Het eindproduct controleren op geur, smaak, kleur, mondgevoel en uiterlijk

Slide 12 - Diapositive

De zuurgraad / pH-waardes
Er is een eenheid waarmee je de zuurgraad van een stof kunt aangeven. Dat is de pH. De pH gaat van 0 tot 14. Beneden pH = 7 heb je het over zure oplossingen, boven 7 over basische (alkalische) oplossingen. Een oplossing met pH = 7 noem je neutraal.

Slide 13 - Diapositive

Suikergehalte bepalen
Jam bevat minimaal 60 gram suiker per 100 gram

Dit meet je  met een refractometer

Slide 14 - Diapositive

We gaan jam maken
Denk aan de controles en metingen!!

Slide 15 - Diapositive