Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Lezen
Slide 1 - Diapositive
Lesdoel
Je weet/kent:
- onderscheid maken tussen standpunten, argumenten, tegenargumenten en weerleggingen.
Slide 2 - Diapositive
In een betoog geeft de schrijver
A
advies
B
informatie
C
zijn mening
D
voor- en nadelen
Slide 3 - Quiz
Het doel van een betoog is de lezer
A
te amuseren
B
te informeren
C
te adviseren
D
te overtuigen
Slide 4 - Quiz
Een weerlegging is als
A
je de voorargumenten versterkt
B
je het genoemde tegenargument ontkracht
C
als je een tegenargument geeft
D
je je standpunt duidelijk maakt
Slide 5 - Quiz
Extra
Dit is een voorbeeld van een argumentatieoverzicht bij het bouwplan in bijlage 2 en het betoog in bijlage 3.
Slide 6 - Diapositive
Tegenargument en weerlegging
Als een schrijver van een betoog (overtuigende tekst) laat zien dat mogelijke argumenten tegen het standpunt niet kloppen (middels argumenten), noem je dat een weerlegging.
Slide 7 - Diapositive
Wat nu?
H4 leesvaardigheid, blz. 106 t/m 113
We maken nu opdracht 1 (blz. 107). Je hebt hiervoor 15 minuten de tijd. Hierna bespreken we de vragen en antwoorden.
timer
15:00
Slide 8 - Diapositive
Wat is het onderwerp van tekst 1?
Slide 9 - Question ouverte
Maak jij veel fouten in de werkwoordspelling? Hoe komt dat?
Slide 10 - Question ouverte
Wat was de aanleiding van de auteur om de column te schrijven?
Slide 11 - Question ouverte
Welk excuus geeft de vriend van de auteur voor het feit dat hij een fout in de werkwoordspelling maakte?