H3 Bewegen 1

H3 Bewegen 1
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
Middelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

H3 Bewegen 1

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning komende weken
Datum
Planning
Deze week
17 - 05 - 2024
Toets Bespreken
Uitleg: paragraaf 2
Maken: paragraaf 1 & 2
Volgende week

24-05-2024
Uitleg & Maken: paragraaf 3
Practicum
31 - 05 - 2024 
Uitleg & Maken: paragraaf 4
07 - 06 - 2024
Uitleg & Maken: paragraaf 5
14 - 06 - 2024
Herhalen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning Vandaag
Toets bespreken
Voorkennis ophalen
Uitleg
Opgaves maken
Evaluatie

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Toets Bespreken

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.2 Snelheid
  • Je kunt de gemiddelde snelheid berekenen in m/s en km/h.
  • Je kunt een beweging vastleggen in een (v,t)-diagram
  • Je kunt een snelheid-tijddiagram of (v,t)-diagram aflezen. 


Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke eenheid meten we afstand?
A
meter per seconde
B
meter
C
meter per seconde kwadraat
D
seconden

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke eenheid meten we snelheid?
A
meter per seconde
B
meter
C
meter per seconde kwadraat
D
seconden

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke eenheid meten we tijd?
A
meter per seconde
B
meter
C
meter per seconde kwadraat
D
seconden

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het symbool van de eenheid meter?
A
m*s
B
s
C
m/s
D
m

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het symbool van de eenheid meter per seconde?
A
m*s
B
s
C
m/s
D
m

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het symbool van de eenheid seconden?
A
m*s
B
s
C
m/s
D
m

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het symbool van de grootheid afstand?
A
t
B
v
C
s
D
m

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het symbool van de grootheid snelheid?
A
t
B
v
C
s
D
m

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Grootheid
Symbool van de grootheid
Eenheid
Symbool van de eenheid
s
afstand
meter
m
v
snelheid
meter per seconde
m/s
t
tijd
seconden
s

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik reed deze ochtend op de fiets gemiddeld 20 kilometer per uur. Toch liet mijn fietscomputer me op een gegeven moment een andere snelheid zien. Hoe kan dit?
A
Fietscomputer is kapot.
B
Temperatuur beïnvloedt snelheid.
C
Momentale snelheid varieert tijdens de rit.
D
Fietscomputer meet geen actuele snelheid.

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Momentale snelheid

De snelheid van een voorwerp op een specifiek moment in de tijd.
Gemiddelde snelheid

De totale afgelegde afstand gedeeld door de totale tijdsduur.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een auto rijdt op een bepaald moment 50 km/u terwijl deze versnelt of vertraagt.

Is dit momentale snelheid of gemiddelde snelheid?
A
Momentale snelheid
B
Gemiddelde snelheid

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een auto rijdt 300 km in 4 uur.

Is dit momentale snelheid of gemiddelde snelheid?
A
Momentale snelheid
B
Gemiddelde snelheid

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een trein reist van Amsterdam naar Parijs, 500 km, in 5 uur.

Is dit momentale snelheid of gemiddelde snelheid?
A
Momentale snelheid
B
Gemiddelde snelheid

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een hardloper sprint op het laatste moment van de race en bereikt een snelheid van 10 m/s.

Is dit momentale snelheid of gemiddelde snelheid?
A
Momentale snelheid
B
Gemiddelde snelheid

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

2.2 Snelheid
Filmpje

Slide 31 - Diapositive

https://www.youtube.com/watch?v=kFqkJxpNjAE&list=PL9ngJuVeW8kccK10Q2WmDaG17ISFJJcoT&index=2&ab_channel=MeneerWietsmaNatuurkunde
Maken
Boekje opgave 1 tot en met 12

Slide 32 - Diapositive

https://www.youtube.com/watch?v=kFqkJxpNjAE&list=PL9ngJuVeW8kccK10Q2WmDaG17ISFJJcoT&index=2&ab_channel=MeneerWietsmaNatuurkunde