22/23 GL 13 Les 58/59 uitleg beweringsvraag, signaalwoorden examenjargon bespreken

3. Februar

1. Bespreken Examenjargon

2. Uitleg beweringsvraag

3. woordjes + signaalwoorden herhalen

1 / 10

Slide 1: Diapositive

DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

La durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

3. Februar

1. Bespreken Examenjargon

2. Uitleg beweringsvraag

3. woordjes + signaalwoorden herhalen

Slide 1 - Diapositive

Bespreken samenvattingvraag

Blz. 92

Wat: bespreken

HOe: vul jouw antwoorden in het bijbehorende vakje in op de placemat --> niet af, ander plek in lokaal maken

Tijd: 5 min

Verwerking: vergelijken en overtuigen. Bespreken nog klassikaal

Slide 2 - Diapositive

Theorie beweringsvraag

Vraag waarbij je bij een aantal stellingen/beweringen juist of onjuist moet aangeven.
Wordt vaak gesteld bij een kortere tekst
Puntentelling is zwaar oneerlijk
Versterkende woorden zijn belangrijk

Slide 3 - Diapositive

beweringsvraag- versterkende woorden. Woorden zoals:

nur

immer

nie

alle

ganze

vor allem

jeder Tag, jede Woche, jedes Jahr

Belangrijk betekenis verschil
Het maakt de zin helemaal goed of helemaal fout.
Ze worden in gezet om een goed antwoord fout te maken
Een bewering met zo'n woord er in is eigenlijk altijd fout!

Slide 4 - Diapositive

Bewering logica

Alles in de bewering moet juist zijn:

Voorbeeld 1 Fred houdt van voetbal en Annika danst graag.

Voorbeeld 2 Op dinsdag gaat Fred naar training en op woensdag heeft hij rust.

Slide 5 - Diapositive

Let op

De hele bewering moet kloppen!

Jan gaat altijd op maandag met de auto naar zijn werk.

Jan gaat op maandag met de auto naar school en Anja met de fiets.

Slide 6 - Diapositive

Stappenplan

1. lees de hele tekst of alinea waarover de vraag gaat globaal door.

2. ga per bewering op zoek naar de passage waar het antwoord staat.

3. lees deze heel goed en ga na of de bewering wel of niet klopt.

Slide 7 - Diapositive

Aan de slag (25 min)

Gezamenlijk:

Tekst 8 Espresso-express rollt durch die City. Vraag 25

Aan de slag met boek

blz. 101 t/m 106 opdr.21 t/m 25 lees echt alles dus a, b,c inclusief de tips

In stilte met oortje

In fluisterstand met tweetal

Overlegtafel als het nodig is. Mag je ook komen als je antwoorden wil nakijken.

Slide 8 - Diapositive

Bespreken

antwoorden van 21, 24 en 25

Slide 9 - Diapositive

Signaalwoorden

Snelhechter blz. 7 t/m 9

opdr. 16, 17, 18 en 19

Slide 10 - Diapositive