2 BBL - Hoofdstuk 6 vergroten en verkleinen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 6

vergroten en verkleinen

De vergrotingsfactor = 2,5
Is dit een vergroting of verkleining?

1. vergroting
2. verkleining

Wat is de formule om de vergrotingsfactor uit te rekenen?

1. vergrotingsfactor = lengte beeld x breedte origineel
2. vergrotingsfactor = lengte origineel x lengte beeld
3. vergrotingsfactor: lengte beeld : lengte origineel
4. vergrotingsfactor: breedte orgineel : lengte beeld

Blijven de hoeken bij het vergroten van een figuur altijd gelijk?

1. ja
2. nee

Welke formule hoort bij vergroten van oppervlakte?

1. Vergrotingsfactor x oppervlakte
2. Vergrotingsfactor³ x oppervlakte origineel
3. Vergrotingsfactor² x oppervlakte origineel
4. Vergrotingsfactor²

De foto hiernaast heeft de afmetingen 3,5 bij 4,5 cm
De foto wordt vergroot met factor 3. Wat zijn nu de nieuwe maten van de foto?

1. 47 bij 25
2. 10,5 bij 13,5
3. 15 bij 75
4. 30 bij 40

Een poster wordt vergroot met een vergrotingsfactor van 1,8.
De poster is 25 cm breed en 45 cm lang. Hoe groot is de oppervlakte van de vergroting?

1. 3645 m²
2. 1125 m²
3. 2025 m²
4. 81 m²

Van een huis hebben ze een model gemaakt die 20 cm hoog is. In werkelijkheid is het huis 6 m hoog. Wat is de vergrotingsfactor?

1. 1 :3
2. 1 : 30
3. 3
4. 30

De foto is 11 bij 16 cm.
De vergrotingsfactor is 5,5.

Wat worden de maten van de vergroting?

1. 110 bij 160 cm.
2. 30 bij 44 cm.
3. 58 bij 70 cm.
4. 60,5 bij 88 cm.

Driehoek PQR is een
vergroting van driehoek
ABC.
BC = 12 mm QR = 20 mm.
Wat is de vergrotingsfactor?

1. 12 : 20 = 0,6
2. 12 X 20 = 240
3. 20 : 12 = 1,67
4. weet ik niet

De tweede foto is een vergroting. Welke foto is het beeld?

1. de eerste
2. de tweede

Driehoek GHI is een vergroting van DEF.
Welke driehoek is het origineel?

1. GHI
2. DEF

Bij een kopieerapparaat werk je met procenten. Als je een foto 2 x wil vergroten zet je hem op 200 %. Waarop moet je hem zetten als je 3x wil vergroten ?

1. Je zet het apparaat op 3 %
2. Je zet het apparaat op 30 %
3. Je zet het apparaat op 300 %
4. Je zet het apparaat op 3000 %

Wanneer mag je spreken van een vergroting?

1. Als je een vergrotingsfactor gebruikt.
2. Als alle maten dezelfde vergrotingsfactor hebben.
3. Als het beeld en origineel gelijkvormig zijn.
4. Als het beeld en het origineel precies hetzelfde zijn.

Foto B is een vergroting van foto A.
Met welk getal moet je de lengte van foto A vermenigvuldigen om de lengte van foto B te krijgen?

1. 0,5
2. 1,5
3. 2
4. 2,5

De foto is 10 bij 15 cm. De vergrotingsfactor is 4. Wat worden de maten van de vergroting?

1. 35 bij 45 cm.
2. 40 bij 60 cm.
3. 30 bij 52,5 cm.
4. 60 bij 40 cm.

Figuren kun je niet alleen vergroten, maar ook verkleinen. De vergrotingsfactor begint dan met 0,....

1. Waar
2. Niet waar

De vergrotingsfactor is 1,0. De vergroting wordt..

1. groter
2. blijft hetzelfde
3. kleiner
4. breder

Een kikker is in het echt 5 cm lang en 3 cm hoog. De vergrotingsfactor is 2,4.
Bereken de maten van de vergroting.

1. 5 x 3 = 15 15 x 2,4 = 36 cm
2. 5 x 2,4 = 12 cm 3 X 2,4 = 7,2 cm
3. 5 + 3 = 8 8 x 2,4 = 19,2 cm

Welke driehoek is de vergroting van driehoek ABC?

1. PQR
2. KLM
3. DEF
4. Geen

De lengte van het origineel is 10m en van de vergroting is 30m
Wat is de vergrotingsfactor?

1. 0.3
2. 0.33
3. 3
4. 33

De kaart is op schaal 1 : 200 000.
Op de kaart is de afstand 5 cm.
Hoeveel km is de afstand hemelsbreed
in het echt?

1. 1 000 000 cm
2. 10 km
3. 1 km
4. 100 000 cm

Schaal 1 : 15.
Op de kaart is de afstand 3 cm. Wat is de afstand in werkelijkheid?

1. 5 cm
2. 45 cm

De afstand van Almelo naar Borne is hemelsbreed 2,4 cm op de kaart. 

De schaal is 1 : 460 000

Hoeveel km is de afstand?

1. 1 104 000
2. 11,04
3. 191 666,67
4. 19,17

Een kaart heeft een schaal van:
1 : 50.000
dit betekent dat 1 cm op de kaart =

1. 50 km
2. 0,5 km
3. 5 km
4. 5000 m

De afstand op de kaart bedraagt 15 cm. Dit komt overeen met 1350 km in werkelijkheid.
Bereken de schaal van de kaart.

1. 1:0,11
2. 1:900
3. 1:90

De afstand tussen Landgraaf en Amsterdam is
200 km. Op de kaart heb je een afstand van 10 cm gemeten.
De schaal van de kaart is dan?

1. 1 : 200.000
2. 1 : 20.000
3. 1 : 2.000.000
4. 1 : 2000

Op een kaart met schaal 1 : 540 000 is de afstand tussen Klazienaveen en Emmen 1,5 cm. Wat is de afstand volgens deze kaart in werkelijkheid in km?

1. 81 km
2. 0,81 km
3. 5,4 km
4. 8,1 km

schaal = 1 : 10000
Hoeveel is 4 cm op de kaart, in het echt?

1. 400 m
2. 4000 cm
3. 400 cm
4. 4 m

Wat is een schaal?

1. verkleining van de werkelijkheid
2. vergroting van de werkelijkheid
3. verhouding tussen het model en het origineel
4. een kopie tussen het model en de het origineel

Welke schaal hoort er bij deze schaallijn?

1. 1:200
2. 1:1200
3. 1:20000
4. 200:1200

Het model is 11,5 cm.
Schaal 1:18.

Wat betekent de schaal?

1. 1 cm in het model is 18 cm in het echt
2. 1 cm in het echt is 18 cm in het model
3. 1 cm in het model is 11,5 cm in het echt
4. 18 cm in het model is 1 cm in het echt

Het model van Jaime is op schaal gemaakt. In werkelijkheid is Jaime 21 keer zo groot.

De schaal van Jaime is ....

1. 21:1
2. 1:21
3. 21
4. 1:8

De schaal is 1:400. Wat is de vergrotingsfactor?

1. 1
2. 400
3. 0,4
4. 4000