Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Blok 4 spelling
Slide 1 - Diapositive
lesdoel
Aan het einde van de les:
- kun je het weglatingsstreepje en het afbreekteken gebruiken.
- kun je de regels van de werkwoordspelling toepassen.
- heb je de dicteewoorden van blok 4 in je schrift staan.
Slide 2 - Diapositive
weglatingsstreepje (-)
Soms kun je een deel van een woord weglaten, terwijl de betekenis gelijk blijft. Je moet dan wel een weglatingsstreepje neerzetten op de plaats waar je het woord weglaat.
kerstballen en kerstbomen -> kerstballen en -bomen
geurloos en kleurloos -> geur- en kleurloos
ingang en uitgang -> in- en uitgang
Slide 3 - Diapositive
weglatingsstreepje (-)
Je mag GEEN weglatingsstreepje gebruiken als de woorden
niet hetzelfde betekenen.
WEL: vervoer en koeienvoer
NIET : ver- en koeienvoer
Slide 4 - Diapositive
weglatingsstreepje (-)
Je gebruikt geen weglatingsstreepje als je een heel woord weglaat :
WEL: oude en nieuwe kleren
NIET : oude- en nieuwe kleren
Slide 5 - Diapositive
Afbreekteken = -
De meeste woorden bestaan uit 2 of meer lettergrepen.
Als een woord niet helemaal op een regel past, mag je het tussen de lettergrepen afbreken. Op die plaats zet je dan een afbreekteken -
huisdeur -> huis - deur
bakfiets -> bak- fiets
Slide 6 - Diapositive
Waar staat het afbreekteken op de juiste plek bij 'statafel'?
A
stata-fel
B
sta-tafel
C
stat-afel
D
stata-fel
Slide 7 - Quiz
Waar staat het afbreekteken op de juiste plek bij 'pianootje'?
A
pi-anootje
B
piano-tje
C
pianoo-tje
D
pia-nootje
Slide 8 - Quiz
Gebruik het afbreekteken bij : fruitmand
Slide 9 - Question ouverte
Gebruik het afbreekteken bij : anoniem
Slide 10 - Question ouverte
Huiswerk:
Maak opdracht 4 tm 7 blz 178-180
mocht je nog extra uitleg nodig hebben dan kan je het filmpje op de volgende slide nog eens bekijken.