Verzameling creatieve opdrachten

Creatieve opdrachten
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Creatieve opdrachten

Slide 1 - Diapositive

Hoeveel vierkanten tel je?

Slide 2 - Diapositive

Hoeveel vierkanten?

Slide 3 - Question ouverte

16 kleine vierkanten
9 grote vierkanten (opgebouwd uit 4 vierkanten)
4 grote vierkanten (opgebouwd uit 6 vierkanten)
1 heel groot vierkant
Kleine zwarte vierkantjes op elk kruispunt
Etc.

Slide 4 - Diapositive

Lift
Een man woont op de tiende verdieping van een appartementencomplex. Iedere dag neemt hij de lift naar beneden om te gaan werken of winkelen. Wanneer hij terugkeert, neemt hij de lift naar de zevende verdieping en neemt vervolgens de trap naar zijn appartement op de tiende verdieping. Behalve op regenachtige dagen, want dan neemt hij rechtstreeks de lift naar de tiende verdieping.
 
Hij haat lopen, waarom doet hij dit ?

Slide 5 - Diapositive

Waarom doet de man dit?

Slide 6 - Carte mentale

Lift
De man uit de flat is een dwerg en kan nog net het knopje voor de zevende verdieping indrukken. Als het regent, gebruikt hij zijn paraplu om het knopje van de tiende verdieping in te drukken.

Slide 7 - Diapositive

Wat staat er op het vraagteken?

Slide 8 - Diapositive

Wat staat er op het vraagteken?

Slide 9 - Question ouverte

  • Schoenen: 10
  • Mannetje: 5
  • Dropzakken: 4
  • Schoen: 5
  • Dropzak: 2
Mannetje met dropzakken en schoenen: 5+10+4=19

5+19x2=43


Slide 10 - Diapositive

Hoeveel honden zie je?

Slide 11 - Diapositive

Hoeveel F’s in de onderstaande tekst?
Na deze fantastische fietstocht lust ik wel een glaasje Fanta of Fristi of andere frisdrank.

Slide 12 - Diapositive

Hoeveel F’s in de tekst?

Slide 13 - Question ouverte

Hoeveel F’s in de tekst?

Na deze fantastische fietstocht lust ik wel een glaasje Fanta of Fristi of andere frisdrank.

Slide 14 - Diapositive

Verbind de punten door middel van 4 lijnen 


Lijnen moeten aan elkaar vast zitten en 
mogen elkaar kruisen.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Op welk nummer staat de auto geparkeerd?

Slide 17 - Diapositive

Op welk nummer staat de auto geparkeerd?

Slide 18 - Diapositive

Wat is het antwoord?
11 x 11 = 4
22 x 22 = 16
33 x 33 = ???

Slide 19 - Diapositive



11 x 11 = 4
22 x 22 = 16
33 x 33 = ???





2 x 2 = 4
4 x 4 = 16
6 x 6 = 36

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Wat is de fout?

Slide 22 - Carte mentale

Slide 23 - Diapositive

Raad de volgende drie letters in deze serie

Slide 24 - Diapositive

Welke 3 letters moet je invullen?

Slide 25 - Question ouverte

Raad de volgende drie letters in deze serie

Slide 26 - Diapositive