week 16 les 2

BONJOUR!
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

BONJOUR!

Slide 1 - Diapositive

Les buts du cours
10 min Leertijd: + (schrift controle) = stiltemoment voc F
Je kunt de woorden vertalen van voc E vertalen in het N/F F/N.
15 min instructietijd: Bloc H
Je kunt een zin eenvoudiger maken door een persoon of ding te vervangen door: le, la, l'of les
Je kunt het stappenplan (zie extra stencil) begrijpen en dit plan toepassen bij de opdrachten
35 min: Verbeter + Werktijd (Bloc H afmaken)
Je kunt een zin eenvoudiger maken door een persoon of ding te vervangen door: le, la, l'of les
Je kunt het stappenplan (zie extra stencil) begrijpen en dit plan toepassen bij de opdrachten
Indien nodig: 
Je herhaalt zelf nogmaals de grammatica  door de groene blokjes door te lezen.
Je herhaalt zelf nogmaals de grammatica bekijken dmw de 2  instructievideo's over Bloc H















Slide 2 - Diapositive

Leertijd voc F

Slide 3 - Diapositive

Leertijd voc F= Stiltetijd 
Je overhoort jezelf met slimstampen of StudyGO 
of op een andere manier.
Werk je niet op de computer? Dan..
Ben je de woorden en zinnen aan het schrijven 
en niet aan het doorlezen!


timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Het persoonlijk voornaamwoord - Le pronom personnel






Wat is een persoonlijk voornaamwoord?



Slide 5 - Diapositive

Het persoonlijk voornaamwoord - Le pronom personnel






Een persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een persoon of object, zonder deze bij naam te noemen.

Voorbeeld: 
Jacqueline zingt. 
Elle chante.

Slide 6 - Diapositive

Het persoonlijk voornaamwoord - Le pronom personnel





Ander voorbeeld:
Jacqueline zingt het liedje.
Jacqueline chante la chanson.

Deze 2 zinsdelen kunnen we straks ALLEMAAL gaan vervangen door persoonlijke voornaamwoorden.
onderwerp                            lijd. vw.              

Slide 7 - Diapositive

Het persoonlijk voornaamwoord - Le pronom personnel





Jacqueline chante la chanson.
onderwerp                     lijd. vwp.          
We kunnen ze vervangen door:


                       FA:     Elle chante la chanson.         Elle la chante.
                       NE:     Zij zingt het liedje.             Zij zingt het.  
Vervanging onderwerplijd vw. vw:

Slide 8 - Diapositive

Het persoonlijk voornaamwoord - Le pronom personnel
Nog een paar voorbeelden:




Lijdend voorwerp wordt: 
le/la/l'

les

Voorbeelden:
Jelle cherche son livre.
Jelle le cherche.
Jelle zoekt het.

Teun a cherché ses parents.
Teun les a cherché.
Teun heeft ze gezocht.

Let op: meervoud blijft meervoud!
'les'blijft 'les'
 

Slide 9 - Diapositive

Het persoonlijk voornaamwoord - Le pronom personnel





Hoe weet je nou welke vorm je moet gebruiken?
Lijd. vwp.

le/la/l'

 of

les
Stappenplan!

1. Naar welk woord wordt er verwezen?
Mannelijk, vrouwelijk, enkelvoud of meervoud?
2. Zet het persoonlijk voornaamwoord in dezelfde vorm.


Slide 10 - Diapositive

Het persoonlijk voornaamwoord - Le pronom personnel





Hoe weet je op welke plek het lijd vw moet zetten?
Lijd. vwp.

le/la/l'

 of

les
Stappenplan!
1. Staat er een heel werkwoord in de zin?
2. Staan er meerdere vervoegde werkw. in de zin?
3. Staat er 1 vervoegd werkw. in de zin?


Slide 11 - Diapositive

Het persoonlijk voornaamwoord - Le pronom personnel





Hoe weet je op welke plek het lijd vw moet zetten?
Stap 1:
Staat er een heel werkwoord in de zin?
Ja? het pers.vnw komt voor het hele werkw. te staan.
Bijv: Je vais le regarder (ik ga het kijken)
Nee? ga naar stap 2
Stap 2:
Staan er meerdere vervoegde werkw. in de zin?
Ja? zoek het 1e vervoegde werkwoord op. Het pers.vnw. komt voor het 1e werkw. te staan.
Bijv: Tu l’as regardé (Je hebt het bekeken)
Nee? ga naar stap 3
Stap 3:
Staat er 1 vervoegd werkw. in de zin?
Ja ? zet het pers.vnw voor het vervoegde werkw.
Bijv: Je le regarde (Ik bekijk het)
Nee? X er kan geen pers. vnw in de zin gezet worden.









Slide 12 - Diapositive

On va pratiquer...

We gaan oefenen

Slide 13 - Diapositive

Wat is de plaats van het persoonlijk voornaamwoord als er heel werkwoord in de zin staat?
A
voor de persoonsvorm
B
voor het hele werkwoord
C
na de persoonsvorm
D
na het hele werkwoord

Slide 14 - Quiz

Exemple:

Je vais manger les frites = ik ga friet eten.
Je vais les manger = ik ga ze eten.

Slide 15 - Diapositive

Wat is de plaats van het persoonlijk voornaamwoord als er 1 werkwoord in de zin staat?
A
voor de persoonsvorm
B
voor het hele werkwoord
C
na de persoonsvorm
D
na het hele werkwoord

Slide 16 - Quiz

Exemple:

Je mange les frites = ik eet friet.
Je les mange = ik eet ze.

Slide 17 - Diapositive

Wat is de plaats van het persoonlijk voornaamwoord als er meerdere werkwoorden in de zin staan?
A
voor de persoonsvorm
B
na de werkwoorden
C
na de persoonsvorm
D
voor het 1e vervoegde werkwoord

Slide 18 - Quiz

Exemple:

J'ai mangé les frites = ik heb friet gegeten.
Je les ai mangé = ik heb ze gegeten.

Slide 19 - Diapositive


Vervang het lijdend voorwerp met het juiste persoonlijk voornaamwoord
Nous voulons voir son dernier concert.
Nous voulons ... voir.
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 20 - Quiz


Vervang het lijdend voorwerp met het juiste persoonlijk voornaamwoord
Tu veux regarder le film français?
Je veux ... regarder.
A
le
B
la
C
l'
D
les

Slide 21 - Quiz





Vervang het lijdend voorwerp door een persoonlijk voornaamwoord.
Tu prends la voiture ?   - Oui, je _____ prends.

Slide 22 - Question ouverte


Welke zin is het juiste antwoord op de vraag?
Tu rêves de rencontrer ta star préférée?
A
Oui, je la rêve de rencontrer.
B
Oui, je rêve de la rencontrer.
C
Oui, je rêve la de rencontrer.
D
Oui, je rêve de rencontrer

Slide 23 - Quiz


Welke zin is het juiste antwoord op de vraag?
Vous avez vu l'actrice?
A
Oui, nous la avons vu.
B
Oui, nous avons vu la.
C
Oui, nous l'avons vu
D
Oui, nous avons la vu

Slide 24 - Quiz

Heb je nog extra instructie nodig?
Oui
Non

Slide 25 - Sondage

Verbetertijd + Werktijd
Heb je nog nakijkwerk?

Bloc H: Faire (afmaken): ex 31ab, ex 32a, extra oefenstencil

Ben je klaar: PWCh3 voorbereiden!

timer
35:00

Slide 26 - Diapositive

Les devoirs
Faire (afmaken): Bloc H ex 31ab, ex 32a, extra oefenstencil 
Neem zelf nogmaals de instructievideo's  + het stappenplan door
Apprendre (leren):  PWCh3  voorbereiden

Slide 27 - Diapositive