Weer en klimaat par 1.1 Nederland oud

Het weer en klimaat in Nederland
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Het weer en klimaat in Nederland

Slide 1 - Diapositive

De Nederlandse winters

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

Slide 4 - Diapositive

Wat staat er in een weerbericht??

Slide 5 - Diapositive

Het weerbericht
1.............................
2............................
3............................
4...........................

Slide 6 - Diapositive

     Wat is dat nou                    

                                                    weer ??????
klimaat??????

Slide 7 - Diapositive

Wat is de overheersende windrichting voor deze dag?
A
NoordWest
B
ZuidOost
C
Noordoost
D
ZuidWest

Slide 8 - Quiz

Juli is in Nederland de warmste maand van het jaar.
Dit gaat over ...
A
Het weer
B
Het klimaat

Slide 9 - Quiz

Klimaatgrafiek
J t/m D zijn maanden
rode lijn = temperatuur (zeeklimaat nooit onder 0, landklimaat wel!)

Blauwe staafjes = de neerslagverdeling

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Hoe ziet de neerslag eruit in een klimaatgrafiek?

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Welke weerelementen worden er op het weerbericht altijd genoemd?
A
temperatuur, wind, neerslag en bewolkingsgraad
B
mooi weer, neerslag, sneeuw, bewolkingsraad
C
temperatuur, zonkracht, neerslag, bewolkingsgraad
D
uv-staling, temperatuur, neerslag, bewolkingsgraad.

Slide 14 - Quiz

Wat is het verschil tussen weer en klimaat?
A
Het is het zelfde
B
Het weer is klimaat over een lange periode
C
Het klimaat is weer over lange periode
D
Het klimaat is weer over lange periode + groot gebied

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Vidéo

weer = toestand van de dampkring
- op een bepaald moment,
- op een bepaalde plaats

klimaat = gemiddelde weer berekend over een langere periode van 30 jaar.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

1.Temperatuur
Gemeten in de schaduw, op 150 cm boven de grond.
Water bevriest: 0 graden C,
Water kookt : bij 100 graden C.

Slide 19 - Diapositive

2. Neerslag
                                Neerslag ontstaat als waterdamp afkoelt.
Neerslag vloeibaar: regen
       Neerslag vast: sneeuw, hagel

Regenmeter: in mm (3 mm= 3 liter water per m2)

Slide 20 - Diapositive

Overgangsfase water

Slide 21 - Diapositive

Rijpen is de overgang van gas- naar vaste fase.

Slide 22 - Diapositive

Vervluchtigen of sublimatie van water:  directe overgang van de vaste fase naar een gasvormige fase. Wordt NIET eerst vloeibaar.

Slide 23 - Diapositive

Waterdamp

Slide 24 - Diapositive

Waterdruppels! (na condensatie)

Slide 25 - Diapositive

Wat moet er met waterdamp gebeuren om te veranderen in waterdruppels
A
Lucht moet warmer
B
Lucht moet dalen
C
Lucht met kouder worden
D
Lucht moet stijgen.

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Vidéo

3. Bewolkingsgraad
- Geeft percentage van de hemel aan dat bedekt is met wolken.
0% = onbewolkt
100% = bewolkt
- UV-licht (UV-straling)
                   - Hoeveel UV-straling = zonkracht
                                     - UV-straling zorgt voor                                       verkleuring/verbrandding

Slide 28 - Diapositive

zonkracht-UV
Op je telefoon kun je de uv-index checken!

Slide 29 - Diapositive

4. Wind

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Wind
*Wind is bewegende lucht.
Stroomt van gebied met veel lucht 
naar gebied met weinig lucht.
*Lucht heeft gewicht: luchtdruk
* Windrichting
*Windkracht

Slide 32 - Diapositive

Windroos

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

Schaal van Beaufort

Slide 35 - Diapositive

Wat is de overheersende windrichting voor deze dag?
A
NoordWest
B
ZuidOost
C
Noordoost
D
ZuidWest

Slide 36 - Quiz

Juli is in Nederland de warmste maand van het jaar.
Dit gaat over ...
A
Het weer
B
Het klimaat

Slide 37 - Quiz

Juli is in Nederland de warmste maand van het jaar.
Dit gaat over ...
A
Het weer
B
Het klimaat

Slide 38 - Quiz

Klimaatgrafiek
J t/m D zijn maanden
rode lijn = temperatuur (zeeklimaat nooit onder 0, landklimaat wel!)

Blauwe staafjes = de neerslagverdeling

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Hoe ziet de neerslag eruit in een klimaatgrafiek?

Slide 41 - Diapositive

Nu aan de slag met par 1.1

Slide 42 - Diapositive