Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
5.1 Handel en de opkomst van steden
Slide 1 - Diapositive
5.1 Handel en de opkomst van steden
Slide 2 - Diapositive
5.1 Handel en de opkomst van steden
Slide 3 - Diapositive
programma
voorkennis
opdracht
uitleg
afronden
Slide 4 - Diapositive
5.1 Handel en de opkomst van de steden:
Leerdoelen
Je kunt:
de oorzaken noemen van de opkomst van de steden in de late middeleeuwen
uitleggen dat er weer een geldeconomie ontstond
uitleggen waarom samenwerken in een netwerk van handelssteden voordelen had. Geef daarbij een voorbeeld van een handelsnetwerk.
Slide 5 - Diapositive
Hoe zijn steden ontstaan?
Slide 6 - Diapositive
Zet de onderstaande ontwikkelingen in de juiste volgorde!
Verbeteringen in de landbouw
Ontstaan voedseloverschotten
Bevolkingsgroei en specialisatie
Toename handel
Ontstaan markten
Ontstaan steden
Slide 7 - Question de remorquage
Opdracht
Maken vraag 4, 5, 6 en 7 op blz 73
Slide 8 - Diapositive
bespreken vragen 5, 6, 7, 8 en 10.
Slide 9 - Diapositive
De vragen over ontstaan steden en geldeconomie
Wie krijgen de eer om een vraag te mogen beantwoorden?
Succes!
Slide 10 - Diapositive
Lees het stuk er komt weer geld in omloop. Geef antwoord op de vraag: Waardoor ontstond een geldeconomie?
Slide 11 - Question ouverte
Hoe zijn handelsnetwerken ontstaan?
Slide 12 - Diapositive
Bekijk de bron, maak de zinnen af. Zet je antwoorden in de volgende slide.
Op de kaart zie je steden die met elkaar samenwerkten in de handel van goederen in Noordwest-Europa.
Op de kaart zie je het handelsnetwerk van de ...1...
De goederen werden vervoerd over ...2... dicht langs de kust en via ...3... zoals de IJssel.
Hanze
zeeën
meren
Slide 13 - Question de remorquage
Waarom is de Hanze een goed voorbeeld voor de opkomst van handel en steden in de late middeleeuwen?
Slide 14 - Question ouverte
Bekijk het plaatje. Het tijdvak 'Steden & Staten' gaat over de opkomst van de handel en het ontstaan van steden. Het verhaal van Jacob de Rijke past hier goed bij, want:
A
Hij gebruikte zijn geld om een groot bankbedrijf op te zetten.
B
Hij kwam uit de Duitse stad Augsburg.
C
Hij was een van de rijkste mensen uit de geschiedenis.
D
Geen van de genoemde zinnen is juist.
Slide 15 - Quiz
Zijn er nog vragen?
Slide 16 - Question ouverte
Huiswerk
Maken vragen 8 tot en met 15 en
opdracht B en C inleveren via de ELO voor donderdag