6.6 Populaties

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 59 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

We gaan eerst het huiswerk bespreken
Pak je huiswerk erbij....even controle

Slide 2 - Diapositive

Opdracht 15
Wat gebeurt er met de biomassa in de opeenvolgende schakels van een voedselketen?
A
In iedere schakel neemt de biomassa toe
B
Niks, de biomassa blijft gelijk
C
In iedere schakel neemt de biomassa af
D
Na 1 schakel is de biomassa verdwenen

Slide 3 - Quiz

een beetje rekenen......

Slide 4 - Diapositive

Piramide van aantallen !

Slide 5 - Diapositive

een beetje rekenen......

Slide 6 - Diapositive

Piramide van biomassa !

Slide 7 - Diapositive

Opdracht 18
Reducenten maken energie vrij door de afbraak van energierijke stoffen in dode resten van producenten en consumenten. Welke energierijke stoffen worden in ieder geval door reducenten afgebroken?

A
Eiwitte, koolhydraten en zouten
B
Koolhydraten, eiwitten, vetten en mineralen
C
Vetten, DNA, eiwitten en zouten
D
DNA, eiwitten , koolhydraten en vetten

Slide 8 - Quiz

Om 1kg rundvlees te produceren is ongeveer 30kg voer nodig. Voor de productie van 1kg eetbaar insectenvlees is dat maar ongeveer 3 kg.
Waardoor hebben insecten, om zwaarder te worden, minder energierijke stoffen nodig dan runderen?

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Vidéo

55% wordt dus niet door de koe gebruikt
31% wordt als brandstof gebruikt

Slide 11 - Diapositive

6.6 Populaties

Slide 12 - Diapositive

Biologisch evenwicht tussen konijnen en vossen

Slide 13 - Diapositive

Populatiegrootte hangt af van biotische en abiotische factoren

Slide 14 - Diapositive

Welke soort overleeft
het beste
schommelingen in
de temperatuur?
A
soort a
B
soort b
C
soort c
D
soort d

Slide 15 - Quiz

Welke factor is abiotisch?
A
Bodemgesteldheid
B
Ziekteverwekkers
C
Parasieten
D
Planten

Slide 16 - Quiz

Welke kenmerken horen bij landplanten die in
een droog milieu leven?
A
Grote, platte bladeren
B
Hoge tolerantie voor luchtvochtigheid
C
Sterk ontwikkeld wortelstelsel
D
Zwak ontwikkeld wortelstelsel

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Welk organisme hoort
in laag X van de
voedselpiramide?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 19 - Quiz

Van de organismen in een bepaalde voedselketen wil men een piramide van biomassa met vier lagen tekenen. Men bepaalt in elke schakel van de voedselketen de totale biomassa van alle organismen samen.
De volgende waarden worden gevonden: 2 kg, 30 kg, 700 kg en 60000 kg.

Hoeveel kg is de biomassa van alle consumenten van de eerste orde samen?
A
2 kg
B
30 kg
C
700 kg
D
60000 kg

Slide 20 - Quiz

HUISWERK
Bestudeer 6.6
en maak opdr. 20 t/m 22

Slide 21 - Diapositive