Een werkwoord zegt wat iets of iemand doet, wat iets of iemand overkomt of wat er is gebeurd.
Slide 4 - Diapositive
Sleep alle werkwoorden naar 'werkwoorden' alles wat geen werkwoord is sleep je naar 'geen werkwoord'.
Werkwoord
Geen werkwoord
huis
goede
verhuizen
heb
zijn
hond
tafel
bloempje
Kopje
rood
tent
bijzonder
denken
lopen
huilen
moeten
wil
geeft
Slide 5 - Question de remorquage
Zinsdelen - Persoonsvorm
De zin vragend te maken. Het eerste woord is de persoonsvorm.
Ik ben op kamp geweest.
De zin in een andere tijd te zetten. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
De pizzeria was niet dichtbij.
Slide 6 - Diapositive
In welke tijd staat de zin hieronder?
De man koopt drie lieve puppy's.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
Slide 7 - Quiz
Welk woord verandert er als je de zin van tijd wisselt?
De man koopt drie lieve puppy's.
A
de man
B
koopt
C
drie
D
puppy's
Slide 8 - Quiz
Verschillende vormen
Ik krijg een fiets --> krijgen
Mijn zus (zij) krijgt een fiets. --> krijg +t
Wij krijgen een fiets.
Slide 9 - Diapositive
wat is de persoonsvorm in deze zin?
De leerlingen van klas 4 organiseren volgende maand een klassenfeest.
Grammatica
Slide 10 - Question ouverte
En in deze?
Mijn vriend heeft me vanmorgen thuis opgehaald en hij bracht mij naar school.
Grammatica
Slide 11 - Question ouverte
Voltooid deelwoord
Je kunt ook te maken hebben met een voltooid deelwoord (vd).
Slide 12 - Diapositive
Voltooid deelwoord
Dit is een vorm van het werkwoord om aan te geven dat iets voltooid (klaar/af) is. Op de basisschool heb je waarschijnlijk geleerd dat deze werkwoordsvorm vaak begint met ge-, be- en ver- of ont-.
Kijk maar eens naar de volgende voorbeelden:
Slide 13 - Diapositive
Voorbeelden voltooid deelwoord:
Ik heb gelachen.
Wij hebben een mooi feestje gevierd.
Nadal heeft de wedstrijd gewonnen.
Die professor heeft dat goed bedacht.
Mijn moeder is haar trouwring verloren.
Slide 14 - Diapositive
Even checken!
1. Wat is het voltooid deelwoord van "rennen"?
2. Wat is het voltooid deelwoord van "stoppen"?
3. Wat is het voltooid deelwoord van "ontdekken"?
4. Wat is het voltooid deelwoord van "herhalen"?
Slide 15 - Diapositive
Zit er een voltooid deelwoord in deze zin?
De leerlingen van klas 4 organiseren volgende maand een klassenfeest.
Grammatica
Slide 16 - Question ouverte
En in deze?
Mijn vriend heeft me vanmorgen thuis opgehaald en hij heeft mij naar school gebracht.
Grammatica
Slide 17 - Question ouverte
Infinitief
Een infinitief is een vorm van het werkwoord.
Met de infinitief wordt het hele werkwoord bedoeld.
Loopt --> infinitief is dan lopen
Schaatst --> infinitief is dan schaatsen
Fietsten --> infinitief is fietsen fietsen
Slide 18 - Diapositive
In de kantine kun je gezond eten.
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
Slide 19 - Quiz
In de kantine kun je gezond eten kopen.
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
Slide 20 - Quiz
Wat zijn lidwoorden?
A
zijn en worden
B
de, het en een
C
ik, hij en wij
D
het onderwerp van de zin
Slide 21 - Quiz
Onderwerp
Het onderwerp is de persoon die wat doet of is.
Het onderwerp is te vinden door de volgende vraag te stellen: Wie (soms: Wat) + persoonsvorm?
Het antwoord op deze vraag is het onderwerp.
.
Slide 22 - Diapositive
Wat is het onderwerp?
De leerlingen van klas 4 organiseren volgende maand een klassenfeest.
Grammatica
Slide 23 - Question ouverte
Wat is het onderwerp?
Mijn vriend heeft me vanmorgen thuis opgehaald en hij heeft mij naar school gebracht.