P4 Middeleeuwen Presenteren en leesclub

De Middeleeuwen
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 13 vidéos.

Éléments de cette leçon

De Middeleeuwen

Slide 1 - Diapositive

Kies met je groep een verhaal na het zien van zes korte filmpjes 
  • Floris ende Blancefloer
  • Van den vos Reynaerde
  • Mariken van Nieumeghen
  • Lanceloet van Denemerken
  • Ferguut
  • Beatrijs

Schrijf jullie gekozen verhaal op het klassenoverzicht en zoek daarbij een modern boek (uit hetzelfde thema zie pag.6-7 werkwijzer), bestel/leen/reserveer direct. Eigen keuze in overleg met docent.
Uiterlijk ma 8 mei heb je het mee en heb je 1/5 deel ervan gelezen.

Slide 2 - Diapositive

Uitleg P4: Middeleeuwen - Presenteren en leesclub
Groepssamenwerking
  • Middeleeuwen algemeen -> groepsopdracht mindmap (inleveren wk 20: 15-17 mei)
  • Keuze uit een middeleeuws verhaal, iedereen in de groep leest hetzelfde gekozen verhaal in week 15, 16, 17 (tekst krijg je van docent)
  • Individueel kies en lees je een modern boek uit hetzelfde thema: bestel/reserveer/leen direct!
  • Toetsing wk 24-25: Presentatie en literair gesprek
  • Inleveren: compleet literatuurdossier van heel jaar 4 (wk 23 5-7 juni)

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je al over deze periode in de geschiedenis? 
De Middeleeuwen

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Vidéo

                                                          Schrijfopdracht
1. Schrijf je eerste gedachte/associatie/persoonlijke ervaring op over het thema
2. Reageer op het dilemma passend bij jouw thema: Ja/nee, want...
- Floris ende Blancefloer - Andere culturen: Ben je eens of oneens met het gezegde: Twee geloven op een kussen daar slaapt de duivel tussen.

- Van den vos Reynaerde - Dierenverhalen: Moeten we dieren net zo serieus nemen als mensen?

- Mariken van Nieumeghen - Vrouwenleven: Eens of oneens? Heb je een excuus wanneer je door een ander verleid wordt tot iets slechts in ruil voor macht, aanzien of rijkdom? 

- Lanceloet van Denemerken - Machtsmisbruik: Wat is erger? Geestelijk of lichamelijk misbruik?

- Ferguut - Ontwikkeling/opgroeien: Ben je het eens of oneens met het gezegde: Wanneer je voor een dubbeltje geboren bent, word je nooit een kwartje.

- Beatrijs - Geloof: Is de liefde van je leven belangrijker dan de liefde van God/Allah? 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

Memento mori
Kern HB18: Gedenk te sterven

Theocentrisch wereld- en mensbeeld
Standenmaatschappij: 1. geestelijkheid, 2. adel en 3. boeren
Hoofsheid – begin van westerse beschaving
Middelnederlands – begin van de Nederlandstalige literatuur
Zeer kostbare handschriften, nog geen drukkerijen, 
kopiisten (monnikenwerk)
Orale verhaalcultuur: ridderromans, geestelijke literatuur, dierenepiek, 
toneel, liederen en gedichten

Slide 14 - Diapositive

Feodale maatschappij:
  • dienstrelatie van vrije mannen met hun adellijke heer;
  • beloning voor hun dienst: wapenuitrusting & leen (inkomsten);
  • leenman moest trouw en gehoorzaamheid beloven aan de leenheer en de leenheer met raad en daad bijstaan;
  • feodale plicht: leenheer neemt zonen van vazallen in huis en leidt ze op, geeft ze een ridderopleiding + wapenuitrusting. Zonen dienen in het leger tot ze vader opvolgen als vazal.

  • Ridders en adel leefden volgens een eercultuur -> gaat om behoud van eer, voorkomen van schande.
  • eer, roem, lof, drukt de waardering uit van andere ridders;
  • eer door: strijdlust, dapperheid in dienst van een hoger doel.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

 De eerste stand, de geestelijken, zij die bidden

Slide 17 - Diapositive

  • RK-kerk heeft veel macht en invloed;
  • geestelijkheid -> twee groepen, reguliere en seculiere geestelijkheid.
  • reguliere: monniken en nonnen, leven in kloosters
  • seculiere: -> paus, bisschoppen, pastoors, leven in 'de wereld'.
  • de kerk drukt een stempel op het doen en laten van de mensen
  • ongelovigen zijn ketters
  • triniteitsleer: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest;
  • Wat is erfzonde?

Slide 18 - Diapositive

De tweede stand, de adel & ridders: zij die strijden

Slide 19 - Diapositive

De derde stand, boeren & horigen: zij die werken

Slide 20 - Diapositive

Een 'nieuwe stand' : de burgerij

Slide 21 - Diapositive

De burgerij
  • Vanaf de 10e eeuw -> verstedelijking, door handelsverkeer;
  • economische basis van de stad: handel en goederen
  • burgerlijke mentaliteit is anders dan de ridderschap:
    -> voorwaarde voor handel is vrede, sluiten van compromissen.
    -> burgerlijke mentaliteit benadrukt: vlijt, leergierigheid, individualiteit, spaarzaamheid, slimheid, nuttigheid, streven naar winst. 

Slide 22 - Diapositive

Dit is de grootste groep
  • zij zorgen voor de inkomsten, staan een groot deel of alles af aan de heer van wie ze het land bewerken
  • Wat is een horige?
  • Je werd in een bepaalde stand geboren: een boerenzoon werd zelf ook weer boer. Een zoon van een edelman werd edelman. Er was één stand waar de leden wel vanuit een andere stand kwamen: de geestelijkheid. Waarom is dat? 

Slide 23 - Diapositive

Hoofse liefde
  • traditionele rollenpatroon omgedraaid: man moet dienstbaar zijn aan  vrouw ;
  • hoofse liefde is zwaar, maar lonend;
  • man moet beproevingen doorstaan, om als beter mens te zegevieren;
  • hoofse liefde = trouw dienen als 'vazal' (feodale dienstbaarheid)
  • vanaf de 12e eeuw is die hoofse liefde een belangrijk onderwerp in hoofse romans en liederen;
  • hoofse cultuur is onafhankelijk van de kerkelijke, christelijke cultuur. 

Slide 24 - Diapositive

Theocentrisch
  • Het geloof in God speelt een belangrijke rol in de maatschappij.
  • Alleen geestelijken konden lezen en schrijven. 
  • Mensen moesten hard werken, goed leven en veel bidden om in de hemel te kunnen komen.  

Slide 25 - Diapositive

Middeleeuwse literatuur
Tot het eind van de 11e eeuw: 
  • Schrijven in Latijn. 
  • Mondelinge overlevering volksverhalen.

Slide 26 - Diapositive

Teksten

  • Veel middeleeuwse teksten gaan terug op een Franse of Latijnse bron.
  • Een schrijver was vooral vertaler of bewerker van een bestaande tekst
  • Hij streefde niet naar originaliteit, maar stond in een literaire traditie
  • Teksten zijn niet 'zelf bedacht', maar grijpen terug op een brontekst.
  • Middeleeuwse teksten functioneren in een voorleescultuur.
  • Voordracht vond plaats voor een bepaald publiek
  • Teksten zijn op rijm, omdat ze zo beter kunnen worden onthouden.
  • Een troubadour reisde van dorp naar dorp en zong of droeg de teksten voor

Slide 27 - Diapositive

Literaire genres
Ridderromans: 
- Karelromans (Karel ende Elegast)
- Arthurromans (Ferguut)
- Oosterse romans (Floris ende Blancefloer)
Geestelijke epiek/mystiek (Beatrijs)
Elegie (klaagzang) (Egidiuslied) 
Dierdicht (Van den vos Reynaerde)
Mirakelspel (Mariken van Nieumeghen)
Abele spelen (toneelstuk) (Lanceloet van Denemerken)

Tijdens de (mini-)presentatie geef je uitleg en kenmerken van ieder genre

Slide 28 - Diapositive

Middeleeuwen mindmap
(maak aantekeningen tijdens de les)
Inhoud:
- tekst en afbeeldingen
- algemene informatie en evt. voorbeelden over:
  • verschillende literaire genres
  • het geloof
  • hoofsheid. 
  •  steden-dorpen
  • uitvindingen
  • standenmaatschappij

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Zie voorbeelden op Canva

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo

Slide 37 - Vidéo

Slide 38 - Lien

Slide 39 - Diapositive

 Tijdloze Transformatie (20 minuten)
 
Herschrijf een scène uit jouw middeleeuwse verhaal naar de moderne tijd van nu.
Doel: Je ontdekt hoe tijdloze thema's kunnen worden vertaald naar hedendaagse contexten.

Stappenplan:
1. Je gaat uit van jouw gekozen middeleeuwse verhaal en het bijbehorende thema. 
Kies een scène waarvan jij vindt dat die het beste het thema duidelijk maakt.

2. Herschrijf die scène op een geloofwaardige manier naar deze tijd (2024). Denk na over hoe moderne situaties, personages, technologie, eigentijdse elementen enz. dit thema kunnen belichten. Hierbij kun je denken aan bijvoorbeeld taal (afko’s, straattaal), sociale media (TikTok, snapchat), vervoer (Felyx deelscooters), kleding (Zara) enz. enz.

3. Na 20 minuten lees en bespreek je elkaars verhaal binnen jouw werkgroep. In welk verhaal komt het thema het best tot zijn recht? Door welke literaire ingrepen en veranderingen komt dit?

4. Kies met je groep het beste verhaal, dat wordt voorgelezen in de klas.


timer
20:00

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Vidéo

Week 22
Huiswerk: lezen HB 17 Stemgebruik (p. 88-89) 
 en maken OB 17 Opr. 1 t/m 4 (p. 90)
Deze week gaan we in twee lessen het volgende doen:
- Je leert hoe je je stem goed gebruikt tijdens het presenteren
- Je leert wat je goed doet tijdens een proefpresentatie en wat je kunt verbeteren

Morgen heb je 4/5 van je boek gelezen en neem je op papier 2 vragen/reacties/opmerkingen mee om met je leesclub te bespreken.
Neem de bladwijzer mee! We gaan hiermee oefenen.

Volgende week heb je je boek uitgelezen!

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Vidéo

Proefpresentatie (1 minuut per persoon)
  • Met je groepje geef je een minipresentatie waarin ieder persoon 1 minuut vertelt over een onderwerp uit de mindmap.
  • De onderwerpen zijn: geloof, standenmaatschappij, hoofsheid en twee personen lichten ieder één minuut (dus twee minuten totaal) de literaire genres toe incl. voorbeelden.
  • Vorige week heb je drie 'trotspunten' en drie 'ontwikkelpunten' genoteerd. Deze punten schrijf je op het feedbackformulier -> geef dit aan een klasgenoot die jou gaat observeren.

Slide 44 - Diapositive