7.4: Kracht en beweging

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

7.4

Kracht en beweging

3 eigenschappen

Een kracht heeft 3 dingen:

- Een aangrijpingspunt

- Een richting

- Een grootte

Wat doen krachten?

Een kracht kan ook op drie manieren zorgen voor een verandering!

- Vorm van een voorwerp

- Snelheid van een voorwerp

- Richting van een voorwerp

Eenheid van kracht

Krachten (F) meten we in Newton.

Een kracht kan je meten met een krachtmeter: bijvoorbeeld een veerunster

Zwaartekracht (F_z) bereken je door de massa in kilogram (kg) keer 10 te doen: Fz (N) = massa x 10

Hoeveel Newton?

Stel je hebt een steen van 6 kg, hoeveel Newton aan zwaartekracht werkt er dan op die steen?

Stel je hebt een pak suiker van 500 gram, hoeveel Newton aan zwaartekracht werkt er dan op dat pak suiker?

Krachten tekenen

Kracht en versnelling

Versnelling: de aandrijvingskracht (dus bijvoorbeeld spierkracht) is groter dan de wrijvingskracht

Vertragen/remmen: de de aandrijvingskracht is kleiner dan de wrijvingskracht

Als de nettokracht 0 Newton is dan heb je een constante snelheid. 

Wrijving

Welke wrijvingskrachten zijn er bij een rijdende scooter?

• Rolwrijving
• Luchtwrijving

Rekenen met snelheid

Snelheid meten we in:

- m/s (meter per seconde)

- km/h (kilometer per uur)

dus: snelheid = afstand / tijd

v = s / t

Snelheid-tijd-diagram

We kunnen een snelheid-tijd-diagram gebruiken om te bepalen of iemand versnelt/vertraagt/gelijke snelheid rijdt

Snelheid omrekenen

Snelheid omrekenen

36 km/h -- x1000--> 36000 m/h -- :3600--> 10 m/s

van km naar m: x 1000

van uur naar seconde: 

1 uur x 60 = 60 minuten, 60 min x 60 = 3600 seconden

Snelheid berekenen

We rijden eigenlijk nooit 1 constante snelheid, dus gebruiken we vaak: gemiddelde snelheid

gemiddelde snelheid = afstand / tijd

v_gem = s / t

Snelheid aflezen

Snelheid kunnen we berekenen met een afstand-tijd-diagram:

Hefbomen

Een hefboom heeft altijd een draaipunt, een korte en een lange arm. 

 

Hefboomregel

Als twee krachten in evenwicht zijn heb je de volgende formule:

arm₁ x kracht₁ = arm₂ x kracht₂

F₁ x l₁ = F₂ x l₂

4.4: Hefbomen

arm_a x kracht_a = arm_b x kracht_b

arm_a = 5 meter, arm_b = 1 meter, kracht_b = 500 N 

Hoe groot moet kracht_a minimaal zijn om de steen op te tillen?

4.4: Hefbomen

5 x kracht_a = 1 x 500

kracht_a = 100 N

arm_a = 5 meter, arm_b = 1 meter, kracht_b = 500 N