3.3 Klimaten Zuid-Amerika

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen:
  • Voorkennis Hst.2 Klimaten activeren.

  • Weten:  het fysisch geografische beeld van Zuid-Amerika o.a. klimaat en vegetatiezones

  • Begrijpen: hoe het patroon van de ligging van de klimaat- en vegetatiezones is ontstaan.

Slide 2 - Diapositive

Klimaatclassificatie herhaling:
A: Tropisch
B: Aride
C: Maritiem
D: Continentaal
E: Polair
(H2) Klimaatgebied is niet hetzelfde als landschapszone

Slide 3 - Diapositive

A-klimaat
B klimaat
C klimaat
D klimaat
E klimaat

Slide 4 - Question de remorquage

Wat zijn de 3 belangrijkste klimaatfactoren?

Slide 5 - Question ouverte

Klimaatfactoren
Ligging van klimaat- vegetatie- en landschapszones wordt bepaald door klimaatfactoren:
  • breedteligging
  • hoogteligging
  • loef- / lijzijde
  • invloed van zee- en luchtstromen

Slide 6 - Diapositive

Wat verstoort af en toe dit patroon?

Slide 7 - Question ouverte

El Niño en La Niña

Slide 8 - Diapositive

Intertropische convergentiezone (ITCZ)
Het lagedrukgebied rond de evenaar.

Slide 9 - Diapositive

ITCZ
ITCZ (intertropische convergentie zone) ontstaat door de directe verwarming van het aardoppervlak waardoor lucht gaat opstijgen en er uiteindelijk een lagedrukgebied ontstaat.

Slide 10 - Diapositive

Buys-Ballot

Slide 11 - Diapositive

ITCZ juli (winter)
Gebieden die te maken hebben met ITCZ:
- tropisch regenwoudklimaat
- savanneklimaat (afwisseling natte zomer en droge winter)

Slide 12 - Diapositive

ITCZ juli (winter)
zon staat nu (bijna) loodrecht boven kreeftskeerkring (NH):

- ITCZ en stijgingsregens ook stuk noordelijker dan in december

- noorden Zuid Amerika is nat, midden en zuiden Zuid Amerika  droger

Slide 13 - Diapositive

ITCZ december (zomer)
zon loodrecht boven zuidelijke keerkring:

- ITCZ en stijgingsregens het verst naar zuiden

- midden Zuid Amerika is nat 
- noorden Zuid Amerika droger

Slide 14 - Diapositive

Noordoostpassaat december (zomer)
ITCZ ligt zuidelijker en dus komt de wind vanuit het noordoosten naar de ITCZ.

noordoostpassaat verzamelt veel waterdamp boven warme oceaan → veel regen aan noordkust en in midden van land

Slide 15 - Diapositive

Gebergten
De wind komt overwegend uit het oosten. De oostkust heeft aanlandige wind de westkust heeft aflandige wind en wordt beschut door gebergten. Het is er dus droger.

Slide 16 - Diapositive

Verklaar
Verklaar het verschil tussen A (BW) en F (Af).

Slide 17 - Diapositive


Slide 18 - Question ouverte

Antwoord
Overheersende windrichting (zuidoostpassaat) zorgt voor veel regen aan de oostkust van het continent. De westkant van de Andes is de lijzijde.

Slide 19 - Diapositive

Verklaar
Verklaar het verschil tussen 1 en 2.
1 (BW)
2 (Cf)

Slide 20 - Diapositive


Slide 21 - Question ouverte

Loef- en lijzijde Andes
30º en 60º ZB: westenwinden -> De westkant van het Andesgebergte is hier de loefzijde (regen) en de oostkant de lijzijde (droog). 

Zuid-Chili: overgangszone (Cs, mediteraan) tussen droge noorden (BW) en zeeklimaat (Cf).

Zuid-Argentinië: pampa's (grasvlakten) in  Patagonië.

Slide 22 - Diapositive

Evaluatie: Wat heb je geleerd?

Slide 23 - Carte mentale

Wat gaan wij doen:
  • Huiswerk: Paragraaf 3.3 lezen + samenvatting + opdrachten.

  • eventueel: stof Hst. 2 Klimaten par 1 t/m 6  herhalen.

Slide 24 - Diapositive