Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
medicatie
1 / 51
suivant
Slide 1:
Diapositive
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
Cette leçon contient
51 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
medicatie groepen:
Slide 3 - Carte mentale
Slide 4 - Diapositive
Wat is transdermaal?
Wat is rectaal?
Wat is Sublinguaal?
Slide 5 - Question ouverte
Slide 6 - Diapositive
Welke medicatie kan diarree veroorzaken?
A
antibiotica
B
laxeermiddelen
C
antibiotica en laxeermiddelen
D
geen van deze antwoorden is juist
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
Als dhr Peters een epileptisch insult krijgt op jou afdeling. Wat zou je dan aan medicatie kunnen geven (altijd iom de dokter)
A
Diazepam
B
Levetiracetam
C
Midazolam
D
Rivotril
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
Je komt bij een pt. thuis, je ziet overal med. doosjes en - strips. Een doosje is open, andere niet. Wat doe je?
A
Je probeert de reden te achterhalen en zoekt met de apo / arts naar oplossingen.
B
Je spreekt de pt. streng toe en zegt dat hij/zij dit beter moet bijhouden.
C
Je zorgt voor een nieuwe voorraad medicatie.
D
Alle bovenstaande antwoorden.
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Met welke andere pijnstillers mag een NSAID gecombineerd worden?
A
Paracetamol en Tramadol
B
Diclofenac en Paracetamol
C
Paracetamol en Oxycodon
D
Arcoxia en Paracetamol
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
Valt toediening van Orale medicatie onder voorbehouden handeling of onder risicovolle handelingen
A
voorbehouden handeling
B
risicovolle handelingen
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Diapositive
Wat is de betekenis van psychofarmaca
A
gedachte of idee die men ten onrechte voor waar houdt
B
psychische stoornis met als symptoom o.a. ernstige somberheid
C
geestestoestand waarbij iemand buiten zijn eigen lichaam treedt
D
medicamenten voor de behandeling van geestelijke ziekten
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Diapositive
zwarte ontlasting kan duiden op?
A
bloed
B
medicatie zoals staal
C
soort voedsel
D
afsluiten gal
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Diapositive
Medicatie dat op de huid wordt aangebracht, zoals zalf, noemen we..
A
transdermaal
B
sublinguaal
C
dermaal of cutaan
D
oraal of per os
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Wat is géén bijwerking van opiaten
A
sufheid
B
droge mond
C
benauwdheid
D
obstipatie
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Diapositive
Opiaten
Prullenbak
methadon
pregabaline
buprenorfine
oxycodon
codeïne
macrogol
lorazepam
Slide 26 - Question de remorquage
Slide 27 - Diapositive
wat is een NSAID ?
A
pijnstiller
B
anticoagulentia
C
hartmedicatie
D
"'pammetje"
Slide 28 - Quiz
Slide 29 - Diapositive
Trombocyten zorgen voor:
A
antistolling van het bloed
B
vervoer van eiwitten
C
stolling van het bloed
D
aanmaak van beenmerg
Slide 30 - Quiz
Slide 31 - Diapositive
Welk medicijn is géén NSAIDer?
A
Naproxen
B
Ibuprofen
C
Tramadol
D
Meloxicam
Slide 32 - Quiz
Slide 33 - Diapositive
Hoe heet het als het ene geneesmiddel de werking of de bijwerking van een ander medicijn beïnvloedt?
A
allergie
B
interactie
C
cumulatie
D
anders
Slide 34 - Quiz
Slide 35 - Diapositive
Irregulaire pols betekent dat het:
A
Hart regelmatig klopt
B
Het hart klopt onregelmatig
Slide 36 - Quiz
Slide 37 - Diapositive
de tensie van een normale jonge dame is
A
110/70
B
130/90
C
90/40
D
190/110
Slide 38 - Quiz
Slide 39 - Diapositive
Een voorbeeld van een niet receptplichtig geneesmiddel is
A
Morfine
B
Pregabaline
C
Tramadol
D
Ibuprofen
Slide 40 - Quiz
Slide 41 - Diapositive
Wat is de werking van Tramadol
A
sterk verdovend middel
B
sterke pijnstiller
C
sterk verdovend middel en pijnsliller
D
ontstekingsremmend
Slide 42 - Quiz
Slide 43 - Diapositive
hoeveel % van de mensen wordt opgenomen door het geven van foute medicatie.
A
1%
B
25%
C
5%
D
11%
Slide 44 - Quiz
Slide 45 - Diapositive
vrij verkrijgbare medicatie in apotheek
prullenbak
diclofenac 50mg
tramadol 100mg
paracetamol 1000mg
naproxen 25mg
ibuprofen 400mg
Slide 46 - Question de remorquage
Slide 47 - Diapositive
Wanneer neem je een NSAID er in?
A
nuchter, half uur voor de maaltijd
B
tijdens het eten en bij maagklachten voor het eten
C
maakt niet uit, bij maagklachten na het eten
D
voor het eten en bij maagklachten tijdens het eten
Slide 48 - Quiz
Slide 49 - Diapositive
fouten in toediening van medicatie moet altijd worden gemeld
A
waar
B
niet waar
Slide 50 - Quiz
Slide 51 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
H9 Pijnstillers
Juin 2022
- Leçon avec
45 diapositives
Welzijn
MBO
Studiejaar 1
AGAA C2 week 3 en 4: geneesmiddelen bij pijnbestrijding
Octobre 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Geneesmiddelkennis Apothekersassistenten
MBO
Studiejaar 1
Pijnstillers Lessonup nog aanpassen aan DA2
Février 2022
- Leçon avec
52 diapositives
Welzijn
MBO
Studiejaar 1
Herhalen H9 pijn
Septembre 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Geneesmiddelenkennis
MBO
Studiejaar 1
Farmacologie deel 2
Octobre 2021
- Leçon avec
51 diapositives
Verzorging
MBO
GMK P1.2 HERHALING
Janvier 2023
- Leçon avec
34 diapositives
GMK
MBO
Studiejaar 1
Polyfarmacie oefen toets
Juin 2022
- Leçon avec
36 diapositives
Anatomie, fysiologie, pathologie en farmacologie
MBO
Studiejaar 4
Oefenen voor de toets medicatie 29 okt 2020
Juillet 2024
- Leçon avec
45 diapositives
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2