Informatie betoog schrijven

Een betogende tekst schrijven
Klassikaal lezen: theorie p.198

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Een betogende tekst schrijven
Klassikaal lezen: theorie p.198

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk vrijdag 11 maart
Vandaag de voorbereiding van de schrijftaak (p. 203): maak digitaal opdracht 11 en 12 van 3.4 Schrijven en Formuleren. Dus:
  1. Kies een onderwerp uit de voorstellen van Talent of bedenk zelf een stelling, bespreek deze met LAT.
  2. Zoek minimaal 2 bronnen bij je onderwerp en noteer deze.
  3. Formuleer je mening.
  4. Zoek en bedenk bij je mening ten minste drie argumenten vóór, ten minste één tegenargument en een weerlegging daarvan. Zorg voor minimaal één objectief argument.
  5. Zet alle argumenten in een blokjesschema. Noteer bij elk argument (in steekwoorden) een toelichting of voorbeeld.
  6. Vul het blokjesschema aan tot een compleet schrijfplan met inleiding en slot.

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk vrijdag 15 april
Vandaag de voorbereiding van de schrijftaak (p. 203): maak digitaal opdracht 11 en 12 van 3.4 Schrijven en Formuleren. Dus:
  1. Kies een onderwerp uit de voorstellen van Talent of bedenk zelf een stelling, bespreek deze met LAT.
  2. Zoek minimaal 2 bronnen bij je onderwerp en noteer deze.
  3. Formuleer je mening.
  4. Zoek en bedenk bij je mening ten minste drie argumenten vóór, ten minste één tegenargument en een weerlegging daarvan. Zorg voor minimaal één objectief argument.
  5. Zet alle argumenten in een blokjesschema. Noteer bij elk argument (in steekwoorden) een toelichting of voorbeeld.
  6. Vul het blokjesschema aan tot een compleet schrijfplan met inleiding en slot.

Slide 3 - Diapositive

Betoog en blokjesschema
Blokjesschema basis, deze uitwerken in tekst:
  1. Inleiding met aanleiding/kwestie en mening
  2. Middenstuk met 4 alinea’s: 3 argumenten voor en één tegen met weerlegging
  3. Slot -met conclusie
  4. Titel boven en naam onder tekst



Slide 4 - Diapositive

Bronnen
Gebruik betrouwbare bronnen en noteer deze op de juiste manier:
  • In tekst korte verwijzing naar de bron: auteursnaam, jaar van publicatie en soms paginanummer.
  • Verwijzen in de tekst zelf kan op twee manieren: citeren (letterlijk) of parafraseren (eigen woorden).
  • Aan het eind van je verslag neem je een lijst op met alle bronnen die je gebruikt hebt: de bronnenlijst.
  • De bronnenlijst bevat per publicatie minimaal de volgende onderdelen: auteur + jaartal + titel + uitgever/website.

Slide 5 - Diapositive

Bronvermelding
Citaat:
“Sinds 2001 is er een toename te zien van het aantal meisjes dat een technische opleiding doet”  (Jansen, 2004, p. 32).

Parafrase:
Jansen (2004) geeft aan dat er sinds 2001 steeds meer meisjes een technische opleiding volgen.

In de bronnenlijst achterin je verslag staat de volledige bronvermelding:
Jansen, N. (2004). Trendanalyse gender in het technisch hoger onderwijs. Amsterdam: VHTO.


Slide 6 - Diapositive

Aan de slag!
Werk je blokjesschema uit tot een betoog. Sla dit op op je OneDrive en deel met lat@hetnieuwelyceum.nl.

Niet af? Dan huiswerk voor donderdag 21 april.
Af? Controleer je tekst aan de hand van het 'Beoordelingsformulier betogende tekst' (p.204)

Slide 7 - Diapositive

Eisen aan je tekst
Boven alles: het gaat om een samenhangend betoog, dus zonder tegenstrijdigheden.
> Duidelijk standpunt. Argumenten sluiten aan bij standpunt.
> Argumenten zijn sterk en duidelijk uitgelegd.
> Minimaal 1 objectief argument.
> Tegenargument is overtuigend weerlegd.
> Informatie komt van betrouwbare bronnen.
> Bronnen zijn correct genoteerd.
> Inleiding en slot sluiten op elkaar aan.

Slide 8 - Diapositive

Voorbeeld van een AUB-alinea
De eerste reden om geen dieren in een dierentuin neer te zetten is dat dit totaal niet overeenkomt met de natuurlijke leefwereld van wilde dieren. De dieren leven namelijk in een hok, dit is onvergelijkbaar met de onmetelijke hoeveelheid ruimte die ze in de wilde natuur hebben.  In Afrika bijvoorbeeld hebben leeuwen honderden vierkante kilometers leefruimte, dat is wel wat anders dan dat kleine hokje in Artis. (G. Paanakker, Trouw, 9 januari 2021)

Welke signaalwoorden zie je?

Slide 9 - Diapositive

Maak de AUB-structuur duidelijk
De eerste reden om geen dieren in een dierentuin neer te zetten is dat dit totaal niet overeenkomt met de natuurlijke leefwereld van wilde dieren. De dieren leven namelijk in een hok, dit is onvergelijkbaar met de onmetelijke hoeveelheid ruimte die ze in de wilde natuur hebben. In Afrika bijvoorbeeld hebben leeuwen honderden vierkante kilometers leefruimte, dat is wel wat anders dan dat kleine hokje in Artis. (G. Paanakker, Trouw, 9 januari 2021)

Opsommend verband kondigt argument aan, toelichtend verband, uitleg

Slide 10 - Diapositive

Want-dus-proef
Controleer je argumentatie op tegenstrijdigheden:
  • mening in inleiding, want ...argumenten in kern
  • argumenten in kern, dus ...conclusie in slot
  • mening in inleiding = conclusie in slot

Let op: welke signaalwoorden ga je gebruiken?


Slide 11 - Diapositive