Zakelijke brief: Les 1

Nederlands

Zakelijke brief schrijven
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nederlands

Zakelijke brief schrijven

Slide 1 - Diapositive

Terugblik
  • Ik kan een zakelijke e-mail schrijven en ik weet welke conventies er bij een zakelijke e-mail horen.

Slide 2 - Diapositive

Hoe zit het ook alweer?

Slide 3 - Diapositive

Ik schrijf een zakelijke e-mail naar de Cool Cat als ik een klacht heb over een broek die ik heb gekocht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Ik heb een leuk weekend gehad en daar wil ik mijn oma over vertellen.
Ik schrijf een:
A
Persoonlijke e-mail
B
Zakelijke e-mail

Slide 5 - Quiz

Geachte heer/ mevrouw,
Past goed bij een......
A
Persoonlijke e-mail
B
Zakelijke e-mail

Slide 6 - Quiz

Een goede afsluiting van een
zakelijke e-mail is:
A
Groetjes,
B
Met vriendelijke groet,
C
Liefs,
D
XXX

Slide 7 - Quiz

Lesdoel
  • Ik weet wat het doel kan zijn van een zakelijke brief en voor wie het bedoeld is.
  • Ik weet welke conventies er horen bij een zakelijke brief.

Slide 8 - Diapositive

Wat weet ik al over een
zakelijke brief?

Slide 9 - Carte mentale

Leespubliek zakelijke brief:
Aan wie schrijf je een zakelijke brief?

Je schrijft aan iemand die je niet persoonlijk kent (jullie zijn geen vrienden of familie).

Bijvoorbeeld: 
Vodafone, je docent, 
de Action voor een stageplek of bijbaantje, enz.

Slide 10 - Diapositive

Tekstdoel
Wanneer schrijf je een zakelijke brief? Dus met welk doel?

Bijvoorbeeld:
  • Je hebt een vraag aan je docent.
  • Je wilt een afspraak verzetten bij de tandarts.

  • Je wilt informatie over een nieuwe telefoon.
  • Je hebt een klacht over een jas die je gekocht hebt.

Slide 11 - Diapositive

Taalgebruik
Een zakelijke brief schrijf je dus aan iemand die je  niet persoonlijk kent.

Die persoon spreek je daarom ook op een zakelijke manier aan:
U, mevrouw Schotanus, meneer Benes, enz. 
Dit noem je formeel taalgebruik. 

Slide 12 - Diapositive

Indeling



Je krijgt van je docent (via de drive) een blad met de conventies van een zakelijke brief (indeling en afspraken).

Samen met je docent ga je bekijken hoe een Zakelijke brief eruit moet zien.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

In de inleiding........
A
Vertel ik wie ik ben.
B
Vertel ik wat ik verwacht van de ontvanger.
C
Vertel ik waar het echt om gaat.

Slide 15 - Quiz

In de kern........
A
Vertel ik wie ik ben.
B
Vertel ik wat ik verwacht van de ontvanger.
C
Vertel ik waar het echt om gaat.

Slide 16 - Quiz

In het slot........
A
Vertel ik wie ik ben.
B
Vertel ik wat ik verwacht van de ontvanger.
C
Vertel ik waar het echt om gaat.

Slide 17 - Quiz

Een passende slotformule voor mijn
zakelijke brief is.....?
Tip: Er zijn meerdere antwoorden goed!
A
Kusjes,
B
Groetjes,
C
Liefs,
D
Met vriendelijke groet,

Slide 18 - Quiz

Aan de slag!
Huiswerk:

Maak opdracht 1.
Je zet de verschillende onderdelen van de zakelijke brief in de juiste volgorde. Dit mag je knippen en plakken (brief uitprinten) of typen (juiste volgorde overtypen).

Slide 19 - Diapositive

Huiswerk
Maak het knipblad van Jesse af 
(knippen en plakken of typen).
Lever het in via Classroom.

Klaar?
Leer de conventies uit je hoofd.

Slide 20 - Diapositive

Wat heb je geleerd?
  • Ik weet wat het doel kan zijn van een zakelijke brief en voor wie het bedoeld is.
  • Ik weet welke conventies er horen bij een zakelijke brief.

Slide 21 - Diapositive