Week 50 KLAS 1

Nederlands klas 1 
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Nederlands klas 1 

Slide 1 - Diapositive

Planning deze week:
Les 1: Schrijven: zakelijke e-mail les 1
Les 2:  Lezen
Les 3: Schrijven: zakelijke e-mail les 2
Les 4: Lezen
Les 5: Nieuwsbegrip tekst + sleutelvragen
Les 6: Nieuwsbegrip online + huiswerk





Slide 2 - Diapositive

Schrijven zakelijke e-mail les 1

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen vandaag:
Na deze les:
-Ik weet wat het tekstdoel is bij een zakelijke e-mail en voor welk publiek een zakelijke e-mail is bedoeld
-Ik weet wat de juiste indeling is van een zakelijke e-mail.
-Ik weet dat formeel taalgebruik hoort bij een zakelijke e-mail.





Slide 4 - Diapositive

Aan wie kun je
een e-mail sturen?
Noem twee voorbeelden.

Slide 5 - Carte mentale

Wat is een persoonlijke e-mail?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen
een persoonlijke en
een zakelijke e-mail?

Slide 7 - Carte mentale

Ik schrijf een persoonlijke e-mail naar de Cool Cat als ik een klacht heb over een broek die ik heb gekocht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Ik heb een ontzettend leuk weekend gehad en daar wil ik mijn oma over vertellen. Ik schrijf een ........
A
Persoonlijke e-mail
B
Zakelijke e-mail

Slide 9 - Quiz

Geachte heer/ mevrouw,
Past goed bij een......
A
Persoonlijke e-mail
B
Zakelijke e-mail

Slide 10 - Quiz

Wat weet ik al over een
zakelijke e-mail?

Slide 11 - Carte mentale

Leespubliek:
Aan wie schrijf je een zakelijke e-mail?

Je schrijft aan iemand die je persoonlijk niet goed kent (jullie zijn geen vrienden of familie).
Bijvoorbeeld: KPN, Cool Cat, de tandarts, directeur van de school, je docent.

Slide 12 - Diapositive

Tekstdoel
Wanneer schrijf je de zakelijke e-mail?  Dus met welk doel!
Bijvoorbeeld:
  • Je hebt een vraag aan je docent
  • Je wilt een afspraak verzetten bij de tandarts
  • Je wilt informatie over een nieuwe telefoon
  • Je hebt een klacht over een jas die je gekocht hebt

Slide 13 - Diapositive

Taalgebruik
Een zakelijke e-mail schrijf je dus aan iemand die je 
niet persoonlijk kent.
Die persoon spreek je daarom ook op een zakelijke manier aan. 

U, Mevrouw Schotanus, meneer van Os  (dus geen je en jij!)

Dit noem je formeel taalgebruik.

Slide 14 - Diapositive

Indeling 

Bekijk de e-mail van Samantha de Rade . Je krijgt deze e-mail van je docent.

Samen met je docent ga je bekijken hoe een zakelijke e-mail eruit moet zien.
Aan:   e-mail adres van de geadresseerde 
         (degene aan wie je de e-mail stuurt)

Onderwerp:  Vul kort in waar de mail over gaat.

Aanhef:    Geachte heer /mevrouw,  of 
                   Geachte mevrouw Schotanus,

Inleiding: Mijn naam is. Samantha de Rade. Ik schrijf u deze e-mail,  omdat.........

Kern:   Je vertelt waar het echt om gaat.

Slot:  Je vertelt wat je van de ontvanger verwacht (ik hoop......)

Slotformule:  Met vriendelijke groet,  Hoogachtend, 

Je voor- en achternaam:  Samantha de Rade

Slide 15 - Diapositive

Wat heb je geleerd?
  • Ik weet wat het tekstdoel is bij een zakelijke e-mail en voor welk publiek een zakelijke e-mail is bedoeld.  
  • Ik weet wat de juiste indeling is van een zakelijke  e-mail.  
  • Ik weet dat formeel taalgebruik hoort bij een zakelijke e-mail.

Slide 16 - Diapositive

Wat wordt er bedoeld met het tekstdoel?
A
Voor wie de tekst bedoeld is.
B
Dat ik u en jij gebruik in mijn tekst.
C
Waarom ik de tekst schrijf.

Slide 17 - Quiz

In de kern........
A
Vertel ik wie ik ben.
B
Vertel ik wat ik verwacht van de ontvanger.
C
Vertel ik waar het echt om gaat.

Slide 18 - Quiz

Een passende slotformule voor mijn
zakelijke e-mail is.....?
Tip: Er zijn meerdere antwoorden goed!
A
Hoogachtend,
B
Groetjes,
C
Liefs,
D
Met vriendelijke groet,

Slide 19 - Quiz

Aan de slag!
Huiswerk:
Maak het knipblad zakelijke e-mail.
Plak de verschillende onderdelen van de e-mail in de juiste volgorde op het gekleurde blad!
timer
1:00

Slide 20 - Diapositive

Les 2: lezen 

Slide 21 - Diapositive

Schrijven zakelijke e-mail les 2

Slide 22 - Diapositive

Leerdoelen vandaag:
Na deze les:
-Ik ken de verschillen en overeenkomsten tussen een zakelijke en een persoonlijke e-mail
-Ik ken de indeling van een zakelijke e-mail (conventies)
-Ik kan een zakelijke e-mail in de goede volgorde schrijven





Slide 23 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Huiswerk bespreken
  • Terugblikken op de vorige les
  • Lesdoel bespreken
  • Uitleg
  • Aan de slag

Slide 24 - Diapositive

Huiswerk bespreken
Aan: e-mail adres van de geadresseerde (degene die de e- mail moet ontvangen.)

Onderwerp: Hier vul je kort in waar de mail over gaat.

Aanhef: Geachte heer/ mevrouw, of Geachte mevrouw Teller, 

Inleiding: Mijn naam is. Samantha de Rade. Ik schrijf u deze e-mail, omdat.........

Kern: Je vertelt waar het echt om gaat.

Slot: Je vertelt wat je van de ontvanger verwacht. ( Ik hoop......

Slotformule: Met vriendelijke groet, Hoogachtend, 

Je voor- en achternaam: Samantha de Rade

Slide 25 - Diapositive

Een zakelijke e-mail schrijf je aan iemand............

Slide 26 - Question ouverte

Wanneer schrijf je een zakelijke e-mail?

Slide 27 - Question ouverte

Mijn naam is Samantha de Rade. Ik schrijf u deze e-mail, omdat ik een vraag heb over een telefoon.

Deze tekst hoort bij de .......
A
Kern
B
Inleiding
C
Slot

Slide 28 - Quiz

Leespubliek:   zakelijke e-mail:

Je schrijft aan iemand die je persoonlijk niet goed kent (jullie zijn geen vrienden of familie).

Bijvoorbeeld:
De tandarts,  Cool Cat, je teamleider, directeur van de school, je docent.
Leespubliek: Persoonlijke e-mail:

Je schrijft aan iemand die je persoonlijk goed kent. 

Bijvoorbeeld:
Je vriend of vriendin, opa of oma, oom of tante, neef en nicht.

Slide 29 - Diapositive

Tekstdoel Zakelijke e-mail

Bijvoorbeeld:
  • Je hebt een vraag aan je docent.
  • Je wilt een afspraak verzetten bij de tandarts.
  • Je wilt informatie over een nieuwe telefoon.
  • Je hebt een klacht over een jas die je gekocht hebt.

Tekstdoel Persoonlijke e-mail

Bijvoorbeeld:
  • Je hebt een leuk weekend gehad en daar wil je over vertellen.
  • Je wilt graag dat je neef of nicht in de kerstvakantie bij je komt logeren.

Slide 30 - Diapositive

Taalgebruik  zakelijke e-mail
Een zakelijke e-mail schrijf je dus aan iemand die je  niet persoonlijk kent?
Die persoon spreek je daarom ook op een zakelijke manier aan.

U, mevrouw Schotanus, meneer Schnieders (dus geen je en jij!)

Dit noem je formeel taalgebruik. 

Slide 31 - Diapositive

Conventies zakelijke e-mail
  • Aan:                     (e-mailadres geadresseerde)
  • CC:                       (kopie sturen indien nodig)
  • Onderwerp:       (in één of twee woorden)
  • Aanhef                (Geachte heer/mevrouw)
  • Inleiding             (Mijn naam is.............)
  • Kern                     (Vertel waar je e-mail over gaat)
  • Slot                       (Vertel wat je graag zou willen) 
  • Slotformule        (Met vriendelijke groet, )
  • Jouw naam        (Voor- en achternaam)

Slide 32 - Diapositive

Aan de slag
Huiswerk:

Oefenopdracht 2 zakelijke e-mail

(Let goed op de conventies !!)

Slide 33 - Diapositive

Wat heb je geleerd?
-Ik ken de verschillen en overeenkomsten tussen een zakelijke en een persoonlijke e-mail
-Ik ken de indeling van een zakelijke e-mail (conventies)
-Ik kan een zakelijke e-mail in goede volgorde schrijven


Slide 34 - Diapositive

Les 4: lezen 

Slide 35 - Diapositive

Les 5+6: Nieuwsbegrip

Slide 36 - Diapositive