Het Zenuwstelsel: De Bouw en Werking

Het Zenuwstelsel: De Bouw en Werking

Leerdoel

Aan het einde van deze les weet je hoe het zenuwstelsel is opgebouwd en hoe het werkt.

De leerdoelen aan het begin van de les verduidelijken wat de studenten aan het eind van de les moeten weten.

Wat weet je al over het zenuwstelsel?

De Bouw van het Zenuwstelsel

Het zenuwstelsel bestaat uit twee delen: het centrale zenuwstelsel (CZS) en het perifere zenuwstelsel (PZS).

Leg uit hoe het zenuwstelsel in elkaar zit en verdeel het in de CZS en PZS.

Het Centrale Zenuwstelsel

De hersenen en het ruggenmerg maken deel uit van het centrale zenuwstelsel.

Leg uit welke organen deel uitmaken van het CZS en hun functies.

Het Perifere Zenuwstelsel

Het perifere zenuwstelsel bestaat uit de zenuwen die zich buiten het CZS bevinden.

Leg uit welke organen deel uitmaken van het PZS en hun functies.

De Zenuwcel

De neuronen of zenuwcellen zijn de bouwstenen van het zenuwstelsel.

Leg uit wat neuronen zijn en hoe ze communiceren met andere cellen.

De Werking van het Zenuwstelsel

Het zenuwstelsel werkt door middel van elektrische en chemische signalen die door de neuronen worden doorgegeven.

Leg uit hoe de zenuwcellen met elkaar communiceren en hoe de signalen doorgegeven worden.

De Hersenen

De hersenen regelen alle functies van het lichaam en maken ons bewust van onze omgeving.

Leg uit wat de hersenen doen en hoe ze werken.

De Zintuigen

Het zenuwstelsel ontvangt informatie van de zintuigen, zoals de ogen en oren, en zet deze om in signalen die door de hersenen worden verwerkt.

Leg uit hoe de zintuigen werken en hoe de informatie verwerkt wordt door het zenuwstelsel.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.