Prove 2 Move examen professionele ontwikkeling en kwaliteit

Prove 2 Move examen professionele ontwikkeling en kwaliteit

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat de criteria zijn van het Prove 2 Move examen en geef je voorbeelden uit de zorg.

Introduceer de leerdoelen van de les en leg uit wat de studenten aan het einde van de les zullen kunnen.

Wat weet jij al over het Prove 2 Move examen?

Wat is Prove 2 Move?

Prove 2 Move is een examen dat de professionele ontwikkeling en kwaliteit van zorgverleners meet.

Leg uit wat Prove 2 Move is en waarvoor het wordt gebruikt.

Criteria van het examen

Het Prove 2 Move examen beoordeelt competenties zoals communicatie, samenwerking en reflectie. Het meet ook de kennis en vaardigheden van de zorgverlener.

Leg de criteria van het examen uit en benadruk dat het niet alleen gaat om kennis, maar ook om competenties.

Communicatie

Communicatie is een belangrijk onderdeel van het examen. De zorgverlener moet effectief kunnen communiceren met patiënten en collega's.

Leg uit waarom communicatie belangrijk is in de zorg en hoe het wordt getoetst in het examen.

Samenwerking

Samenwerking is een andere belangrijke competentie die wordt getoetst. De zorgverlener moet kunnen samenwerken met andere zorgverleners en disciplines.

Leg uit waarom samenwerking belangrijk is in de zorg en hoe het wordt getoetst in het examen.

Reflectie

Reflectie is ook een belangrijk onderdeel van het examen. De zorgverlener moet kunnen reflecteren op zijn/haar eigen handelen en op de zorg die wordt geleverd.

Leg uit waarom reflectie belangrijk is in de zorg en hoe het wordt getoetst in het examen.

Kennis en vaardigheden

Naast competenties meet het examen ook de kennis en vaardigheden van de zorgverlener. Dit omvat onder andere kennis van ziektebeelden en behandelmethoden.

Leg uit waarom kennis en vaardigheden belangrijk zijn in de zorg en hoe het wordt getoetst in het examen.

Voorbeelden uit de zorg

Een voorbeeld van het toetsen van competenties kan zijn hoe een zorgverlener omgaat met een patiënt die bezorgd is over een behandeling. Een voorbeeld van het toetsen van kennis kan zijn het herkennen van symptomen van een hartaanval.

Geef voorbeelden van hoe de criteria van het examen kunnen worden toegepast in de zorg.

Voorbereiden op het examen

Om goed voorbereid te zijn op het examen is het belangrijk om te oefenen met situaties uit de praktijk. Het is ook handig om de criteria van het examen goed te kennen.

Geef tips over hoe studenten zich kunnen voorbereiden op het examen.

Oefenen met situaties uit de praktijk

Oefen bijvoorbeeld met het voeren van een slechtnieuwsgesprek met een patiënt of het oplossen van een conflict met een collega.

Geef concrete voorbeelden van situaties uit de praktijk die studenten kunnen oefenen.

Kennis van de criteria

Het is belangrijk om de criteria van het examen goed te kennen. De student moet weten wat er van hem/haar wordt verwacht en waarop hij/zij wordt beoordeeld.

Leg uit waarom het belangrijk is om de criteria van het examen goed te kennen en hoe studenten dit kunnen doen.

Voorbeeldvragen

Voorbeeldvragen kunnen zijn: Hoe zou u reageren op een patiënt die bezorgd is over een behandeling? Wat zijn de symptomen van een hartaanval?

Geef voorbeeldvragen die studenten kunnen helpen bij het oefenen voor het examen.

Feedback

Na het examen krijgt de student feedback op zijn/haar prestaties. Dit kan helpen bij de professionele ontwikkeling van de zorgverlener.

Leg uit waarom feedback belangrijk is en wat studenten kunnen verwachten na het examen.

Evaluatie

Om de les af te sluiten, vragen we om feedback van de studenten over de les. Wat vonden ze goed en wat kan er verbeterd worden?

Sluit de les af met een evaluatie en vraag feedback van de studenten.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.