Productiefactoren/ kostprijs

Startopdracht: Neem onderstaande tabel over in je schrift
Je krijgt beloningen van de productiefactoren
Productiefactor
Beloning
Voorbeeld
Kapitaal
Rente, huur
Het verhuren van een gebouw
Arbeid
Loon
Je werkt
Natuur
Pacht
Je leent grond uit
Ondernemerschap
Winst
Een bedrijf maakt winst.
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Startopdracht: Neem onderstaande tabel over in je schrift
Je krijgt beloningen van de productiefactoren
Productiefactor
Beloning
Voorbeeld
Kapitaal
Rente, huur
Het verhuren van een gebouw
Arbeid
Loon
Je werkt
Natuur
Pacht
Je leent grond uit
Ondernemerschap
Winst
Een bedrijf maakt winst.

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen:
- je kan de productiefactoren opnoemen
- je kan de beloning van elke productiefactor opnoemen
- je kan het verschil tussen vaste en variabele kosten uitleggen
- je kan de kostprijs per product berekenen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Vaste en Variabele kosten

Slide 4 - Diapositive

Kostprijs per product berekenen

Slide 5 - Diapositive

Max heeft zeven paar schoenen gemaakt. De productiekosten waren 223 euro. Wat is de kostprijs per product?

Slide 6 - Question ouverte

De productiekosten voor het maken van 20 pizza's is € 125,00. Hoeveel is de kostprijs per product?

Slide 7 - Question ouverte

maken: 10 minuten
timer
1:00

Slide 8 - Diapositive

Lesafsluiting...
Maak de volgende opdrachten op het blaadje dat je hebt gekregen en leg deze op het bureau van de docent neer als je het lokaal verlaat

Slide 9 - Diapositive

Om te produceren zijn productiefactoren nodig.
Welke productiefactoren zijn er?
A
Kapitaal, Arbeid, Natuur en Omzet
B
Kennis, Arbeid, Natuur en Omzet
C
Kapitaal, Arbeid, Natuur en Ondernemerschap
D
Kennis, Arbeid, Natuur en Ondernemerschap

Slide 10 - Quiz

De prijs van graan is gestegen door een oogstmislukking. Heeft dit invloed op de vaste of variabele kosten van de bakker?
A
vaste kosten
B
variabele kosten

Slide 11 - Quiz

Wat is het verschil tussen vaste en variabele kosten?
A
vaste kosten veranderen niet, variabele kosten wel
B
vaste kosten zijn niet afhankelijk van de afzet, variabele kosten wel
C
variabele kosten zijn niet afhankelijk van de afzet, vaste kosten wel
D
variabele kosten veranderen niet, vaste kosten wel

Slide 12 - Quiz