‹Revenir à la recherche

§ 3.1 Wat zijn de kosten?

§ 3.1 Wat zijn de kosten?
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

§ 3.1 Wat zijn de kosten?

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
In deze les leer je:
  • Je kunt de productiefactoren noemen waarmee bedrijven waarde toevoegen en de beloning die erbij hoort.
  • Je kent de kenmerken van vaste en variabele kosten en kunt daar berekeningen mee maken.
  • Je kunt de kostprijs per product berekenen.
  • Je kunt de verkoop- en consumentenprijs berekenen en terugrekenen naar de prijs exclusief btw.


Slide 2 - Diapositive

Steeds meer waard
Toegevoegde waarde = extra waarde die ontstaat doordat een bedrijf een product bewerkt.

Om te produceren gebruik je productiefactoren.
Degene die een productiefactor levert, ontvangt daarvoor een beloning.


Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Kano






Het totaal van de beloningen = de totale toegevoegde waarde.






Productiefactor
Beloning
Kapitaal
Huur voor gebouwen
Arbeid
Loon
Natuur
Pacht
Ondernemerschap
Winst

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Kosten bij produceren

Slide 7 - Diapositive

Nieuwe productie middelen kopen
Investeren = geld besteden aan productiemiddelen, zoals kapitaalgoederen.

Afschrijving = jaarlijkse waardevermindering van kapitaalgoederen





Slide 8 - Diapositive

Afschrijving berekenen

Slide 9 - Diapositive

Kosten van één product
Kostprijs per product = gemiddelde kosten voor het maken van één product.

Slide 10 - Diapositive

Consumentenprijs
Verkoopprijs = inkoopprijs + brutowinstopslag
Brutowinstopslag (brutowinstmarge) bestaat uit kosten en winst voor de detaillist.

Consumentenprijs = verkoopprijs + 9% of 21% btw


Slide 11 - Diapositive

Voorbeeld berekening consumentenprijs
Inkoopprijs tv is € 528, brutowinstopslag is 25%, btw is 21%

Slide 12 - Diapositive

Van consumentenprijs naar verkoopprijs
Met de consumentenprijs en het btw-tarief kun je terugrekenen naar de verkoopprijs.








Slide 13 - Diapositive

Aan het werk
Maak paragraaf 3.1
Schrijf de antwoorden op in je schrift.

Slide 14 - Diapositive

Afsluiten

Slide 15 - Diapositive


Leerdoelen waren voor mij duidelijk.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage

Weet je welke productiefactoren bedrijven gebruiken om waarde toe te voegen?

Ja
Nee
Ik moet hier nog op studeren

Slide 17 - Sondage

Wat het verschil is tussen vaste en variabele kosten

Ja
Nee
Ik moet hier nog op studeren

Slide 18 - Sondage

Hoe je de kostprijs van een product berekent

Ja
Nee
Ik moet hier nog op studeren

Slide 19 - Sondage

Hoe je de consumentenprijs berekent

Ja
Nee
Ik moet hier nog op studeren

Slide 20 - Sondage

Extra uitleg
Kijk voor meer uitleg de volgende video's

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Plus de leçons comme celle-ci

H1.3 § 3.1 Wat zijn de kosten? (kosten/BWM/KP)

- Leçon avec 22 diapositives
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

§ 3.1 Wat zijn de kosten?

- Leçon avec 33 diapositives
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

3.3 Wat betaalt de consument?

- Leçon avec 35 diapositives par Eieren voor je geld
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4
Eieren voor je geldEieren voor je geld

Hoofdstuk 3 paragraaf 1

- Leçon avec 28 diapositives
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

leerjaar 4 economie Hst 3 paragraaf 3 Wat wordt de prijs?

- Leçon avec 14 diapositives
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

3.1 Wat zijn de kosten?

- Leçon avec 18 diapositives
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

6.3 Hoe maak je winst?

- Leçon avec 28 diapositives par Eieren voor je geld
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3
Eieren voor je geldEieren voor je geld

hf 3 prf 1 tweede deel

- Leçon avec 17 diapositives