18 juni

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken  opdr. 30 t/m 34.
  • Vervolg H. 19.
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken  opdr. 30 t/m 34.
  • Vervolg H. 19.

Slide 1 - Diapositive

Vragen Grammatica?

Slide 2 - Question ouverte

Slide 3 - Diapositive

Geen vragen (meer)?
  • Maak maar twee rijtjes.... 

Slide 4 - Diapositive

Hulpboek blz. 136
Ergon 11 en 12. 


Slide 5 - Diapositive

Ergon 

Slide 6 - Diapositive

Offer

Taalboek blz. 78-79. 
Hulpboek blz. 70-71. 
Opdracht 30 t/m 34.

Slide 7 - Diapositive

Opdracht 30
  • Overeenkomst:
  • Zowel een offer als een wijgeschenk zijn bedoeld als geschenk voor de goden; beiden kunnen of persoonlijk of door stadstaat gegeven worden.
  • Verschil:
  • Een offer is tijdelijk ritueel en meestal iets vergankelijks; een wijgeschenk is een eenmalige en een blijvende herinnering.

Slide 8 - Diapositive

Opdracht 31
  • a Bijvoorbeeld: een tempel bouwen, offers brengen, religieuze festivals en sportwedsstrijden ter ere van de goden organiseren of er aan deelnemen.
  • b Bijvoorbeeld: meedoen met alles wat de polis van je vraagt, dus leven volgens afgesproken regels en wetten maar ook bijvoorbeeld meedoen aan religieuze activiteiten of een oorlog of het stichten van een kolonie; je medemens behandelen zoals de polis en de goden van je vragen.

Slide 9 - Diapositive

Opdracht 32
  • Te zien is een optocht van mannen en vrouwen; wordt een [pleng] vloeibaar offer gebracht (rechts)en er zal een schaap/lam geofferd worden; er zijn muzikanten (lierspeler en een fluitspeler) die de optocht begeleiden en er zal gezongen zijn. De vrouwen links dragen takken / en hebben hun haren versierd met kransen.

Slide 10 - Diapositive

Opdracht 33 abc
  • a r.1 Ἐν τῇ τῶν Ἀθηνῶν ἀγορᾷ
  • b r.1-2 γυναικῶν καὶ τέκνων
  • c r.3 Οἱ γὰρ υἱοὶ καὶ οἱ πατέρες

Slide 11 - Diapositive

Opdracht 33 de
  • d Zij zijn naar Marathon vertrokken om te vechten tegen de Meden /Perzen.
  • e Beide pv’s geven een handeling in het verleden aan, maar ἔβησαν is een aoristus omdat de handeling afgerond is: ze zijn op weg gegaan en aangekomen op hun bestemming; Het vechten / oorlog voeren is nog niet afgerond ἐπολέμουν.

Slide 12 - Diapositive

Opdracht 34
  • a Thematische, sigmatische, pseudo-sigmatische en stamaoristus
  • b r.12 ἠρώτησεν sigmatisch: kenletter σ
  • r.13 ἐτιμήσαμενsigmatisch: kenletter σ en α
  • r.14 ἐτέλεσεsigmatisch: kenletter σ
  • r.16 εἶπενthematisch: verandering in de stam]
  • c r.12 ἠρώτησεν en r.13 ἐτιμήσαμεν verlenging stamklinker α naar een η voor de σ

Slide 13 - Diapositive

Opdracht 35
  • a Bij κρατοῦσιν is bij de vorm κρατέ-ουσιν ε + ο samengetrokken tot ου; bij δρᾶν is bij de vorm δρά-ειν α + ει samengetrokken tot ᾶν; bij ἐννοοῦσι is bij de vorm ἐννοέ-ουσι ε + ο samengetrokken tot ου.
  • b Je kunt de gecontraheerde vorm vaak herkennen aan de circumflexus.

Slide 14 - Diapositive

Opdracht 36
  • a Angstig, want de mensen roepen dat het leger van de Meden groot is en het sterkst / ze zullen Athene verwoesten. Ze verwachten dus een nederlaag.
  • b Bijvoorbeeld: hij verwacht het antwoord nee, de goden zullen dat soort dingen niet laten gebeuren omdat men altijd trouw aan Athene en Apollo geofferd heeft.

Slide 15 - Diapositive

Opdracht 37 1-6
  • 1 πότερον … ἢ of…of
  • 2 ἀνέγνωσαν herkenden ze
  • 3 ἐκάλεσεν riep
  • 4 αὐτόν hem
  • 5 ἆρα μὴ toch niet
  • 6 δεῦρο hierheen

Slide 16 - Diapositive

Opdracht 37 7-13
  • 7 κατέτριψεν had uitgeput
  • 8 ἧκε kwam hij
  • 9 μόνον slechts
  • 10 Χαίρετε Wees bij / Gegroet
  • 11 Νικῶμεν We winnen
  • 12 κατέπεσε viel hij neer
  • 13 ἀπέθανεν stierf hij

Slide 17 - Diapositive

Opdracht 38
  • De afstand Marathon – Athene is ca. 42 km; gemiddeld loopt een geoefende renner 15 km per uur,dus ca. 3 uur (een recreant gemiddeld 10 km per uur dus ca. 4 uur).

Slide 18 - Diapositive

Opdracht 39 ab
  • a De goden hebben geholpen de Meden/Perzen te overwinnen, dus moeten zij bedankt worden met een passend geschenk. 
  • b De aspectswaarde van de aoristus geeft aan dat de handeling succesvol is voltooid, het overtuigen is gelukt. 

Slide 19 - Diapositive

Opdracht 39 c
  • c Ja. De Atheners hebben beide goden geëerd door een schathuisje te wijden in Delphi waar zowel Apollo als Athena een tempel hadden. Het schathuisje is gebouwd ter herinnering aan de overwinning bij Marathon (zie bijschrift op p. 70). Of ze daarbij een suggestie van een jongetje gevolgd hebben, is onbekend

Slide 20 - Diapositive

Opdracht 

Slide 21 - Diapositive

Hulpboek blz. 136

Herhaling!



Slide 22 - Diapositive

Ergon 

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Ergon 1

Slide 27 - Diapositive


Pythia


Taalboek blz. 72. 
Hulpboek blz. 64. 
Opdrachten 10 en 13.

Slide 28 - Diapositive

Opdracht 

Slide 29 - Diapositive

Aan het werk.
  • Leer Hulpboek blz. 156, 1 t/m 19.
  • Leer Hulpboek blz. 140 t/m 151.
  • Lees Tekstboek blz. 78-79 
  • Maak Hulpboek blz. 70-71, opdr. 35 t/m 39.

Dit is ook huiswerk. 

Slide 30 - Diapositive

Opdracht
  • Ieder krijgt (ongeveer) 2 zinnen toegewezen.
  • Benoem ieder woord in de zin.
  • Bij naamwoorden: geef naamval, geslacht, getal
  • Bij werkwoorden: geef modus, tijd, these, aspect, persoon.
  • Geef bij naamwoorden de (vermoedelijke) functie in de zin, of geef aan of dit een vaste aanvulling is (waarbij?)

Slide 31 - Diapositive

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 32 - Question ouverte

Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?

Slide 33 - Question ouverte